Met 24 minuten is PLAY van Inge van Calkar wel heel kort voor een album. Het voelt dan ook meer als een uitgetrokken EP aan dan een volledig album. Misschien komt dat doordat de nummers vrijwel allemaal opzwepende pop zijn, of in ieder geval stuk voor stuk een vorm hiervan aannemen. Een makkelijk rekensommetje later blijken de nummers op papier zeker schuldig aan de bekende formule. Ze klokken zo rond de drie minuten, zijn strak geproduceerd en houden het tempo redelijk hoog. Op het eerste oog lijkt PLAY dan ook net iets te makkelijk en schaamteloos om ermee weg te komen. Toch heeft Inge van Calkar net als ons de afgelopen jaren ook opgesloten gezeten in haar woonkamer tijdens de periode-die-niet-genoemd-zal-worden. Misschien is wel het tijd voor een schaamteloos popalbum. Misschien is het wel tijd om zonder pardon naar buiten te dansen. PLAY is in ieder geval lichte entertainment en doet recht aan haar eigen titel.

Goed, er zitten wat haken en ogen aan. Zo zijn Inge en haar album niet altijd even serieus te nemen in de neiging om elk aspect van de uitvoering glad te strijken in de productie. In het dansbare, doch ietwat cheesy I Won't Let You Down zijn de coupletten gezongen in een stemmetje wat doet denken aan de, in het geval van overvloed, vrij irritante bubblegum pop uit de latere helft van de jaren 90. Gelukkig zijn de refreinen een adempauze en breekt het nummer open en laat I Won't Let You Down ons niet geheel hangen.

Inge en band klinken het meest oprecht in Dressed in White. Het is één van de meer recht-toe-recht-aan nummers van het album, maar de fonkelende gitaren in het refrein, de uit volle borst gebrachte zangpartijen en simpele synth lijntjes doen de tekst van het nummer tot haar volle recht komen. Het is ook één van de weinige momenten dat Inge tekstueel naar binnen keert. We zien haar openbaar piekeren en wachten tot ze in het refrein de zorgen van haar schouders schudt. Het nummer straalt oprecht verlangen uit op een poppy, Springsteen-achtige wijze. Dit zijn van die nummers die je naar buiten laten rennen om rond te dansen over lege, zonnige straten, hopende dat iemand het met een analoge camera vastlegt en er een muziekvideo van maakt.

De alt-rock achtige sluiter Lucky Charm had eigenlijk wel wat eerder in het album voorbij mogen komen. Net wanneer je denkt dat het hele album toegeeft aan uptempo pop gooit het Garbageesque nummer de sfeer een andere kant op. Qua tekst is het misschien niet veel anders dan dat we al hebben gehoord, maar de staccato gitaren zijn een welkome afsluiter. Zo geeft het album, net voordat ze door de deur verdwijnt, nog even een klein schopje na. Al hadden we de punch liever iets eerder gevoeld.

In conclusie is PLAY een strak geproduceerd pop-album. Alle lof hiervoor naar Inge en band, maar natuurlijk ook vooral naar de heren van Lake Woozoo (vier Friezen die toch best aardig hun weg achter de knoppen kunnen vinden). De nummers voelen als een ode aan het vrije gevoel dat muziek kan geven. Al is de ode soms wat simpel verwoord.