Afgelopen vrijdag organiseerde Anders. hun laatste concert. Dit keer niet op het Suikerterrein met dertig mensen in een klein atelier gepropt en koud bier uit een bak water, maar in de kelderbar van Vera met bier uit de tap en publiek dat Anders. nooit had gevonden. Anders. is één van de hersenspinsels van Laurens Dijkstra, ook de man achter de verre pre-corona initiatieven als BETONTEGEL en Wishful Music. Na zo’n 18 jaar stopt Laurens met zijn rijke carrière als organisator in de Groningse underground scene. Samen blikken we terug op een veelzijdige carrière in de Groningse underground met concerten die altijd toch iets eigenzinnigs hadden. Laurens neemt ons mee door de jarenlange programmering, van singer-songwriters tot noise, van het Platformtheater tot de kleine huiskamers van Groningen.

'Ga maar experimenteren!'

‘Met Anders. deden we het eigenlijk altijd in mijn eigen atelier op het Suikerterrein, maar ik zag het niet zo zitten om de laatste show daar te doen. Ook omdat ik eigenlijk alles altijd zelf doe; de bar, de techniek, het publiek naar het suikerterrein trekken. Last minute heb ik Vera opgebeld met de vraag om hulp, en toen sprong eigenlijk direct iedereen erop. Alles werd meteen geregeld. De stap om naar het Suikerterrein te gaan is vanuit de stad best groot. Dat betekent dat je eigenlijk alleen de mensen bereikt die Anders. al kennen. Nu het in Vera was, liepen er ook veel mensen die anders nooit met deze muziek in aanraking zouden zijn gekomen. Het was ook meteen een stuk drukker dan hoe ik het zelf altijd deed.’

De drang om mensen bloot te stellen aan alternatieve en experimentele vormen van muziek is uiteindelijk ook waarom Laurens ooit is begonnen met het organiseren van zijn eigen evenementen. ‘Ik ben ooit bij het Platformtheater begonnen, toen ik nog op de kunstacademie zat. Ik boekte als vrijwilliger bandjes daar en ben vrijwel meteen begonnen met het organiseren van een noisefestival, BETONTEGEL. Dat zette ik één keer per jaar op en was bedoeld om mensen in aanraking te laten komen met geluiden die soms niet eens per se als muziek kunnen worden omschreven. Het ging echt om het experimenteren. Ik deed er dan voor de vorm een band bij, meestal een metal- of grindcoreband, maar voor de rest zette ik mensen neer die nog nooit op een podium hadden gestaan met de boodschap “ga maar experimenteren!”

De stad in

Op een gegeven moment had Platform een keer een dubbele boeking, vertelt Laurens verder. Dus moest hij halsoverkop een alternatief bedenken. ‘Ik had een post-rockband uit Polen, Tides From Nebula, geboekt en al allerlei afspraken gemaakt met ze, dus dat moest wel doorgaan. Rond die tijd was ook Vespro gekraakt, dus heb ik hen gebeld. Bij Platform kon het echt niet doorgaan. Een vriend van me had ook net een geluidsbedrijf opgezet en die heeft daar toen het geluid gedaan.’ Naast het feit dat het een gelukkige samenkomst van omstandigheden was, liggen hier ook de beginselen van de DIY mentaliteit die latere plannen als Anders. en Wishful Music tekenden: ‘Ondanks dat ik toen bij Vespro meer zelf heb moeten regelen, merkte ik dat het heel bevrijdend was. Er kwam makkelijker een ander soort publiek op af. Platform had echt zijn eigen kliekje aan publiek, maar dit was helemaal nieuw. Het was zelfs het eerste concert dat ooit gehouden werd in Vespro; niemand kende de locatie überhaupt. Het was meteen een hele andere sfeer.’

Laurens is zodoende ook buiten de kraakpanden en zalencentrums concerten gaan organiseren. ‘In het Platformtheater deed ik ook een maandelijkse tour, Songs & Whispers heette dat. Dat was geen noise, maar alleen singer-songwriters en akoestische muzikanten. Elke maand waren er andere muzikanten die dezelfde tour deden. Dat was een organisatie uit Duitsland. Ik heb daar heel veel muzikanten door leren kennen. Uiteindelijk stopte dat bij Platformtheater, maar ik wilde er wel mee doorgaan. Ik kende iemand die in andere steden veel huiskamerconcerten bezocht, Wouter de Boer, en daarmee heb ik Wishful Music opgezet. Toen hebben we zeven jaar lang eigenlijk vooral huiskamerconcerten met akoestische singer-songwriters georganiseerd. Dat was leuk, maar ook veel. Je deed op zo’n avond eigenlijk alles zelf; je was stagemanager, technicus, productieleider en promoter. Ook op Noorderzon hebben we een aantal jaar een huiskamer container gehad wat nogal intens werd op een gegeven moment. We hadden dan in totaal 25 concerten achter elkaar. Met zo’n klein team is dat heel hard werken.’

Noisy huiskamers en even wat Anders.

Toch bleef de noise roepen en sijpelde het experiment ook de huiskamerconcerten in: ‘Ik wilde ook wat spannends neerzetten. Iets dat meer was dan alleen maar mensen met een akoestische gitaar. Niets tegen singer-songwriters, maar ik houd gewoon te veel van noise. Ik kan een goede Singer-songwriter wel waarderen, maar het blijft toch veel van hetzelfde. Altijd maar die gitaar en altijd maar die liedjes. Het probleem is alleen dat je dat slim moet aanpakken, noise in een huiskamer. Je moet het doen waar je niet te veel klachten over geluid krijgt.’ 

Zo vertelt Laurens ons over een bijzondere avond in één van de huiskamers van de binnenstad: ‘Ik kreeg ooit een telefoontje van iemand die zei dat ik tijdens Eurosonic wel een concert bij hem mocht organiseren. Dat bleek een oudere man te zijn. Hij deed de deur open en het was een super netjes en groot huis en echt midden in het centrum. De band die ik er neer wilde zetten bestond uit een drummer en twee saxofonisten die vooral heel veel lawaai maakten, maar dat maakte de man niet uit: “Oh dan licht ik de buren wel even in dat er wat lawaai komt.” Maar we hebben ook weleens echt klachten gehad tijdens concerten. Ik heb ooit in een flat in Vinkhuizen een band neergezet op de zevende verdieping. Toen kregen we een boze bewoonster aan de deur van de derde verdieping. Het was zo’n studentenflat en dat hele ding stond te trillen. Uiteindelijk hebben we ze drank gegeven en is ze als laatste overgebleven met haar huisgenoten. Toen heeft ze zelfs nog alle merchandise van de band gekocht!’

Waar bij Wishful Music vooral op de vraag van het publiek werd ingezet qua programmering, is Anders. echt een speeltuin geweest voor Laurens zelf: ‘Toen Wishful Music uit elkaar viel wilde ik het op mijn manier doen. Ik was ook echt even helemaal klaar met akoestische liedjes en nu konden alle remmen los. Ik deed het bij mijn eigen atelier, ik droeg zelf alle lasten, dus wilde ik ook iets neerzetten wat ik zelf graag wilde zien. Ik wilde echt wat anders. Ik heb toen dus ook vooral noise neergezet, maar na verloop van tijd ook andere experimenten uitgehaald. Zo heb ik een keer een Indiase zangeres met een drummer uitgenodigd en een flamenco gitarist. Gewoon om tegen de verwachtingen van mensen bij Anders. in te gaan. Het kon alle kanten op.’

Aan Anders. komt een eind

Maar, aan alles komt een eind. Ook aan Anders. 'Ik merkte dat het toch wel moeilijk blijft om telkens maar mensen naar het Suikerterrein toe te krijgen, daarom ook deze laatste keer in Vera. We kregen altijd hele lovende reacties en het waren ook echt leuke avonden, jullie zijn volgens mij ook nog een keer langs geweest (zie ons stuk over een avond Anders. met John Dorr en I Took Your Name), maar het blijft een eenmansproject. Als ik hier mee door zou willen dan wordt het een bedrijf en moet ik veel meer op de marketing gaan zitten en een naam gaan bouwen. Dat ben je in dat geval ook verschuldigd aan de artiesten die je boekt. Ik had alleen steeds minder tijd, omdat ik de rest van de tijd ook stopte in het bedrijf dat ik met mijn vriendin ben begonnen. Daar verdien ik uiteindelijk geld aan. Dan moet je een keuze maken: ga je twee dingen een beetje half doen, of ga je één ding goed doen? Het is jammer, maar dan trek ik toch de stekker uit de muziek.’

Toch is de deur nooit volledig gesloten. ‘Mijn leven zal altijd om muziek blijven draaien. Ik blijf bezig als technicus bij Vera en als lichttechnicus bij verschillende Groningse acts, waaronder Onhou. Maar, sinds ik besloot te stoppen met Anders. is muziek weer een hobby geworden. Ik ben nu al een paar keer naar een concert geweest waar ik niets hoefde te organiseren, en dan kan je je weer helemaal overgeven aan de muziek zelf. Het is geen werk meer, ik kan gewoon genieten als ik nu ergens ben. En gelukkig zijn er nog steeds genoeg mensen actief in Groningen die muziek boeken waar ik van houd. Ik kan het nu overdragen. Afgezien van de grote podia, werd het muzikale aanbod in Groningen toen ik begon steeds schraler naar mijn idee, maar de scene bleef overeind staan. Ik keek hiervoor even op de harde schijf waar ik al mijn oude posters bewaar en toen kwam ik op ongeveer 115 noise-concerten uit. Ik kan er dus met een gerust hart tussenuit knijpen.'