Tijdens het rondreizende festival Popronde blijkt jaarlijks dat Nederland barst van jong, muzikaal talent dat zuiver zingt, poëtisch schrijft, en ondanks de geringe ervaring als artiest hongerig op de bühne staat. Dit jaar is het niet anders. Met een grote variëteit aan genres komen alle muziekliefhebbers weer aan hun trekken en is het in de binnenstad af en toe adten en hollen van podium naar podium. Wat overheerst is toch de vrolijke stemming waarin zowel de bands als het publiek verkeren. De Popronde is dan ook vooral genieten van al het moois dat de acts ten gehore brengen, of het nu akoestische gitaren zijn, oorverdovende punkklanken of Nederlandstalige ballads. De kersverse 3voor12-talenten spelen vanavond in onder andere Chaplin’s Pub, Simplon, en het Market Hotel en zetten met hun enerverende optredens alle Popronde-podia op z’n kop.

Babs

Onze Popronde-avond begon in Huize Maas bij Babs, een hiphop-ster in spe. De androgyne rapper annex producer annex songwriter stond onder begeleiding van een driekoppige band op het podium. Onderdeel van deze band was haar tweelingbroer, die de extra vocalen verzorgde. De interactie tussen die twee is zo mooi om naar te kijken dat je bijna niet begrijpt waarom alleen haar naam op het affiche staat.

De teksten van Babs gaan echt ergens over: de pandemie; studieschuld; queer zijn – maar het is geen beladen act. In tegendeel, Babs’ dansjes, praatjes en haar aanstekelijke lach krijgen het hele publiek in een vrolijke stemming en er wordt zelfs voorzichtig mee gerapt.

Mountain Eye

In Simplon draaide de rookmachine overuren, want Mountain Eye kwam er spelen. Het is de missie van deze band om metal weer ‘accessible’ te maken en daarvoor halen ze een hoop trucjes van bands uit de jaren '90 en begin ’00 van stal. Mountain Eye klinkt als de liefdesbaby van Korn en Thirty Seconds To Mars.

Het publiek was voorzichtig enthousiast over de band, al stonden de jonge meiden – de generatie die geïnitieerd zouden moeten worden in het genre – nogal ongemakkelijk om zich heen te kijken. Met hun gecoördineerde outfits en het synchrone headbangen is deze band misschien meer een karikatuur van metal dan een instapmodel. Catchy is het wel.

all dogs go to heaven

Onder het genot van een pint Guinness gingen we daarna door naar all dogs go to heaven, een akoestische act met sterke pop punk invloeden, die speelde in O’Malley’s. Björn Broekert’s alias klinkt als de unplugged versie van je favoriete emo band, en dat doet hij in zowel het Engels als het Nederlands. Met een mondharmonica om zijn nek zingt hij over alles wat pijn doet in het leven.

De popronde-bezoekers zaten allemaal in stilte te luisteren naar deze troubadour, en als je de ruis van de pub weg dacht, kon je even wegdromen. Geen rinkelende glazen meer, alleen Björn Broekert en zijn akoestische gitaar.

FIEP

Ondertussen is de jonge Veerle Fiep met band aan het soundchecken in cafe Rabenhaupt. FIEP groet het publiek met de woorden “Hallo Groningen!” en heeft er zin in. De drie gitaristen, toetsenist, drummer en zangeres openen met een nummer dat in eerste instantie lijkt op vrolijke pop. Het tweede liedje begint met alleen zang en heeft echter een volwassenere sound. Het is indrukwekkend om te zien dat iemand die nog zo jong is muziek schrijft die best aanslaat. Het optreden verandert in een innemende post-punkact vol opzwepende klanken.

De kroeg loopt inmiddels vol en ook vooraan is het nu dringen geblazen. We horen meer duistere liedjes, waarin praatzang en hysterische, schreeuwerige uithalen de boventoon voeren. FIEP gaat helemaal in de muziek op. Ook in de snellere nummers houdt de band goed maat; het ritme van de muziek is zo voorspelbaar als dat van een locomotief. FIEP ontpopt zich tijdens het optreden als de nieuwe Pip Blom. Ze klimt op een verhoging, loopt nog even ludiek het publiek in en hoopt later een praatje te maken met de luisteraars, die voor € 5 op de foto mogen met gitarist Ties. Het laatste liedje gaat over een boot, en dan is het alweer tijd voor het volgende optreden.

Charlot

In Chaplin’s pub is het overvol als CHARLOT er komt spelen. Ze is dan ook al best een bekendheid te noemen, want ze opende meerdere shows voor Froukje tijdens haar clubtour. Laat je daardoor niet van de wijs brengen; CHARLOT maakt een heel ander soort muziek dan Froukje. De alternatieve pop van CHARLOT heeft een elektronisch randje die golft en golft totdat het samenkomt in een tsunami van dansbare muziek. Weinig ruimte om te dansen was er echter niet, er werd veel gepraat en de akoestiek was slecht, maar dat is ook onderdeel van de charme van Popronde.

jet van der steen

In schoenenzaak Idenza geeft de twintigjarige jet van der steen een bewogen optreden. Haar Nederlandstalige liedjes zijn goed te verstaan en imponeren het publiek. Teksten als: “neem me mee en laat het zien” rollen er zelfverzekerd uit; voor de aanwezige toeschouwers is ze niet bang. Jet glimlacht continu en bespeelt het publiek voor een beginnende artiest vakkundig. Met meer dan honderdduizend volgers op Tiktok is ze dan ook al wat aandacht gewend.

Ze kondigt de bandleden aan en laat zowel dansbare liedjes als ballads horen. Wat direct opvalt is de heldere stem die de zaak in knalt, waarmee ze ook de lastige melodieën zuiver zingt en de hoge noten raakt. We horen liedjes over het verwelken van gevoelens als aandacht verdampt en dat het soms nodig is om voor jezelf te kiezen. Het zijn al behoorlijk gepolijste producties en toch ontbreekt het jet niet aan spontaniteit. Het optreden is dan ook in een mum van tijd voorbij. De bandleden geven elkaar een high five en het publiek in de volle zaak neemt nog een drankje uit de koeler, voordat het naar het volgende optreden vertrekt.

Cavolo Nero

De volgende band paste perfect bij haar omgeving: Cavolo Nero speelde in KLUP DE DAG, tussen de spijkerbroeken en merktruien. De zaak stond bomvol met mensen die zonder twijfel vaste klanten zijn; coole, jonge mensen in oversized shirts met lange mouwen, high waisted spijkerbroeken en beanies.

De muziek was ook cool. Cavolo Nero maakt grotendeels instrumentale muziek die klinkt als de zomerse achtergrondmuziek in een hip strandtentje. Denk aan bongo’s, denk aan gitaren, denk aan Tame Impala-achtige vocalen. Er werd opgeroepen om te dansen, en gedanst werd er. Niet door de recensent, echter – die probeerde haar goedkope leren jack en on-coole band T-shirt te verbergen.

Daniel Nolet

Een sfeervollere setting voor een optreden dan het Market Hotel kun je je haast niet inbeelden. Daniel Nolet speelt in een stijlvol interieur, met alle ruimte voor de band, een glazen doorkijk naar de roerige Grote Markt en een luxe bar binnen handbereik. Ook de dansbare gitaarpop van Nolet is bepaald niet saai. Sterker nog; Nolet zet met zijn aanstekelijke, ritmische liedjes een van de meest indrukwekkende shows van de avond neer.

Met lange, uitgesponnen gitaarsolo’s doet de muziek hier en daar denken aan de relaxte, psychedelische soul van The Black Pumas. Toch staat er slechts een handjevol publiek in het hotel, dat in mei dit jaar de deuren opende en doet dus voor het eerst mee aan de Popronde. De band, die naast Nolet uit een gitarist, basgitarist en drummer bestaat, speelt serieus, maar zelfverzekerd en zonder opsmuk. Het optreden is geloofwaardig en heeft ook niet meer nodig. Echter hebben veel gasten van het hotel erboven schijnbaar last van het optreden. Een kwartier eerder dan gepland moet Nolet het laatste nummer inzetten. Het publiek zingt de single Go Back mee en dan is het klaar. Er is schijnbaar bij het boeken geen rekening gehouden met het feit dat hotelgasten op hun kamer wel eens zouden kunnen meegenieten. Zonde, want we hadden graag nog wat langer van Nolet genoten. 

Rats and Daggers

Gauw terug naar een comfortabele omgeving: in Warhol stond Rats and Daggers te spelen, een ‘powertrio’ uit Utrecht met geen mens, maar een bom als frontvrouw. Zangeres Imara heeft zoveel energie en dat vertaalt zich in erg expressieve gezichtsuitdrukkingen en uitstapjes van het podium naar de vloer. Het publiek wist niet wat het zag.

Wat voor muziek maakt Rats and Daggers, vraag je? Keiharde punk, die net zo boos als humoristisch is, met liedjes over porno en over katten. De band vergelijkt zichzelf met IDLES, Queens of The Stone Age en Amyl and the Sniffers en dat is helemaal terecht. De band deelde gratis oordopjes uit, en dat was maar goed ook, want wát een geweld komt er uit de speakers.

Faske

Terug in Huize Maas is het de beurt aan Faske, die met zijn popmuziek in het straatje van Snelle en The Opposites de harten van het publiek verovert. Dit is niet het soort muziek waar het hart van de gemiddelde 3voor12-lezer sneller van gaan kloppen, maar in deze zaal hangt liefde in de lucht. Er wordt geproost op een mooie avond, stelletjes gaan steeds dichter tegen elkaar aan staan en er wordt met aanstekers gezwaaid. Na al die ingewikkelde nieuwe muziek is Faskes optreden misschien wel een verademing – een nieuw gezicht, maar een herkenbare stijl.

Eaters of the Soil

Voor wie nog wat lucht over had, kon in Simplon naar de adembenemende show van Eaters of the Soil gaan kijken. Niks geen pop, niks geen herkenbaarheid, hier is alleen maar ruimte voor chaos. Bezetting van deze band: een bassist, een gitarist, een drummer, en een… trombonist? Eaters of the Soil is Black Country, New Road on crack: instrumentale metal met popinvloeden en koperblazers. “We doen niet aan microfoons,” vertelt de bassist ons – dus ook geen vocalen. Ja, af en toe wordt er van een bandje gesproken tekst afgespeeld, maar de focus ligt voornamelijk op de instrumenten.

Dat betekent niet dat het saai is – in tegendeel, het publiek kijkt geamuseerd toe terwijl de gitarist zijn instrument bespeelt door middel van bekkens en drumstokken en de snaren kapot trekt, onderwijl de trombonist onmenselijke geluiden uit zijn instrument tovert. Het is waanzinnig – in de originele betekenis van het woord. Niemand met een gezond verstand zou dit verzinnen. Juist daarom is deze act zo tof om naar te kijken.