Afgelopen vrijdag werd The Hands Off Project 01 (T.H.O.P. 01) werkelijkheid in Vera. De handvol acts, geselecteerd door de twee leden van Hands Off, Janneke de Boer en Tim Daniël Stienstra, bewezen dat punk meer is dan enkel harde gitaren en geschreeuwde vocalen.

Zelf omschreven als “an independent organisation expressing contemporary punk through various conceptual utterances,” kiest The Hands Off Project er voor om de tegenpolen binnen de contemporaine punkscene bij elkaar te brengen. Op twee podia die nagenoeg tegenover elkaar staan wisselen de acts elkaar snel en zonder lange pauzes af. Wel worden ze aan elkaar gepraat door de A.I. host van de avond: Audrey, een lichaamloze stem die soms enthousiast, soms sarcastisch, maar immer monotoon door de P.A. van Vera commentaar levert. Ze verwelkomt ons bij binnenkomst en blijft de hele avond spookachtig aanwezig. De contrasten tussen de bands zijn soms zo groot dat je je afvraagt of de parapluterm ‘punk’ nog wel breed genoeg is (daarom al die subgenres en prefixen: post-, egg-, synth-, dance-, etc…).

We wanen ons deze vrijdagavond in rap tempo van een moshpit naar een psychedelische danscirkel om vervolgens weer op elkaar in te springen. Toch hebben alle acts van de avond één ding gemeen: de punk ethos “zero fucks given”. Stuk voor stuk kiezen de bands iets om tegenaan te schoppen: de één op een wat meer ‘traditionele’ punkwijze dan de ander. Toch breken alle vijf acts ten minste één regel of conventie. Punk is wellicht meer een mentaliteit dan een genre. In ieder geval wisten de vijf bands op eigen wijze Vera te boeien. Hands off and see what happens.

The Earwurms

De eerste act van de avond is de Amsterdamse formatie The Earwurms. Zelf omschrijven ze zich als een “uit de hand gelopen K3 coverband” op hun Instagram pagina, en misschien is dat op het eerste gezicht inderdaad de beste samenvatting van het imago dat de drie leden uitstralen. Stel je een K3 voor gezien door een Instagram filter met een titel als “90’s VCR Emo Look” en je komt aardig in de buurt. Qua geluid lijken The Earwurms natuurlijk in geen enkel opzicht op de Belgische meidengroep; ze ontlenen hun klanken eerder aan bands als Delta 5 en The Raincoats. Even onvoorspelbaar en esoterisch als de bovengenoemde bands spreken de leden hun eigen bandnaam herhaaldelijk tegen. Vaak genoeg verlaten The Earwurms de comfortabele vierkwartsmaten en zweverige melodie lijntjes en breken ze even los in een kakofonie van dissonant gegil en geram op instrumenten, om vervolgens weer lieflijk door te gaan in een zweverige vierkwartsmaat vergezeld van nonchalante samenzang. Op het moment dat de melodieën als oorwurmen zijn binnengedrongen om zich te nestelen, worden ze alweer onze hoofden uitgeschopt.

Qua stage-presence: The Earwurms zijn de meest losbandige DIY versie van punk die de avond brengt. Hadden de bandleden beweerd dat ze een uur geleden op de bonnefooi het kunst- en muzieklokaal van een middelbare school in de buurt had geplunderd, dan had niemand dat betwijfeld. Slechts een elektrische gitaar, een basgitaar en een mager drumstel moeten Vera vullen met geluid. Gelukkig zijn de drie technisch behendig genoeg en weten ze uit hun dunne set-up veel geluid te krijgen. Het is niet de meest gelikte act van de avond, maar wellicht wel de meest ‘traditionele’ DIY punk act van de avond. De samenzang is niet loepzuiver, de gitaar en baslijnen die elkaar complementeren zijn dan weer staccato en apathisch, dan weer teder en dromerig. Ook zijn de teksten humoristisch en voegen ze toe aan het nonchalante imago dat de band neerzet. Met titels als “Sex in het Maïsveld” weten The Earwurms de zaal blijvend te boeien en zijn ze een waardige opener van The Hands Off Project.

Dorpsstraat 3

Dan volgt Dorpsstraat 3 The Earwurms op vanaf de andere kant van Vera en het contrast is groot. Met een geluid dat zich baseert rondom twee Korg MS-20 synthesizers en een drumcomputer zijn Dorpsstraat 3 vier mannen in colberts die een mix van zwartgallige postpunk en synthwave maken. Met hoorbare invloeden als Neue Deutsche Welle, Krautrock en psychrock via Anatolia is het kwartet gelikt en doordacht. Zo zorgen de rookmachines en de toetsenist, met zijn ‘thousand-yard-stare’ richting het publiek, ervoor dat de band een esoterische air om zich heen krijgt. Daardoor komt ook de sinistere praat-zang nog meer tot zijn recht. Anders dan de eerste act blijft Dorpsstraat 3 gedurende alle nummers ritmisch onveranderd. Dit is te wijden aan de onzichtbare drumcomputer die het viertal van één maat voorziet. Dat statische maakt de band juist dansbaar en de heren profiteren van deze ritmische ‘handicap’. Met synth lijntjes die veel weg hebben van de Turkse psychedelica uit de jaren '60 en '70 en de gotische, maar catchy, melodieën van Spaghetti Western soundtracks bouwen de heren progressief op het statische ritme van de drummachine. Qua ‘punk’-classificatie zitten de heren waarschijnlijk het dichtst op de postpunk van Joy Division, The Sound en de nieuwere Nederlandse act De Ambassade. Dorpsstraat 3 laat als tweede act van de avond echter direct zien dat punk meer is dan de agressiviteit die The Earwurms vaak nog lieten doorschijnen. De ‘punk’ van Dorpstraat 3 is duister elegant, al blijft het geheel uiterst dansbaar.

Hands Off

Na Dorpsstraat 3 is het aan de organiserende act van deze avond: Hands Off. Wederom geeft de scherp doordachte programmering van T.H.O.P. 01 Vera stilistische whiplash. De dansbare syncopatie en psychedelica van Dorpsstraat 3 maakt plaats voor agressieve riotpunk met geschreeuwde vocalen in een hoog register. Toch zit er ook een andere kant aan Hands Off dan enkel volume. Dat de band als organisator van de avond een bescheiden derde plek op het schema inneemt in plaats van de afsluitende doet niet af aan het feit dat ze waarschijnlijk de meest memorabele act zijn van de avond. Waar de voorgaande (en volgende acts) vooral op één gebied uitblinken, zij het agressie of stilistische behendigheid, zitten er twee kanten aan Hands Off. Enerzijds is de band een tweetal dat enkel met een drumstel en een luide elektrische gitaar harde punk maakt. Anderzijds is het een lo-fi band die met fuzzy drum machines een geheel uniek geluid maakt.

Misschien is Hands Off als derde act, de ‘evenaar’ van de avond, dan ook een bewuste keuze. De meer ‘traditionele’ uitingen van punk en de wat experimentelere synthkant van punk worden gecombineerd. Wat de set van Hands Off ook memorabel maakt is dat de band de meest uitgebreide podium decoratie heeft. Al de hele avond worden er op een buizen tv in de linkerhoek van de mainstage live beelden van de avond in zwart-wit uitgezonden. Hands Off projecteren deze beelden op een groot scherm achter zich. Met meerdere camera's worden shots van het publiek en de band zelf over elkaar heen gelegd wat zich tot een psychedelisch zwart-wit spektakel vormt, geheel in lijn met de esthetiek van de avond en de gratis ‘zine’, gemaakt door Tim Daniël Stienstra, die bij de deur wordt uitgedeeld. Nog even tussendoor neemt vocalist Janneke de Boer de tijd om de bands en het publiek te bedanken voor de eerste incarnatie van The Hands Off Project, om vervolgens de set af te sluiten met een schreeuw die haar stembanden de nodige gymnastiek levert. Hands Off bewijst zichzelf als middelpunt van de avond, letterlijk en figuurlijk.

Baby's Berserk

Na Hands Off wenden we onze blikken weer naar het ander podium waar de vierde act van de avond al klaar staat: Baby’s Berserk. De Amsterdamse formatie, gestart door Mano Hollestelle van Mauskovic Dance Band, verlaat het rijk van de overdrive en fuzzpedalen en zoekt net als Dorpstraat 3 de dansbare kant van postpunk op. Al klinkt het geheel eerder als een versie van Sonic Youth in discokostuum, dan als de zwartgallige postpunk van Anton Corbijn’s grofkorrelige foto’s. Met nummers die progressief bouwen op herhaalde baslijnen en praatzangerige vocalen die meer mantra’s dan volledige teksten uiten, zijn de jaren '90 invloeden van dance en rave duidelijk te horen. Waar we bij Hands Off nog stonden te moshen, staan we nu te dansen alsof we op Paradigm staan. Het podium is volledig verhuld in de rook en de bandleden zijn maar bij vlagen zichtbaar, ook doordat de lichtshow van achteren komt en de leden vaker silhouetten zijn dan herkenbare gezichten. Hierdoor ligt de focus ook op de met synths gevulde muziek en de mantra’s die de vocaliste met veel passie het publiek in gooit.

Door het grote contrast met Hands Off en de bands daarvoor, niet alleen in volume, maar ook in vibe (het geheel is aanzienlijk kleurrijker dan de vorige acts) weet het publiek eerst nog niet zo goed hoe ze moeten reageren. De sfeer komt dan ook wat langzaam op gang, maar gelukkig duurt dat niet heel lang. Het geheel werkt goed. Alle partijen fungeren als loops in elektronische muziek en complementeren elkaar, zo ook de vocalen. Vooral wanneer de vocaliste de mantra “Iedereen is in oorlogstijd geboren / everybody was born in war-time” constant herhaalt maakt de band indruk. Al met al zal het niet de meest beklijvende act van de avond zijn, maar Baby’s Berserk weet goed te vermaken en brengt haar eigen vorm van postpunk gehuld in rook en stroboscopen tot leven in Vera.

Dyatlov

Dan is het tijd voor de afsluiter van de avond: Dyatlov. Onbetwist de meest luide act van The Hands Off Project, Dyatlov maakt kille, van rancune doordrenkte noise-punk die ongenuanceerd hard van de mainstage afdondert. Al tijdens de set van Baby’s Berserk beklimmen de mannen, drie van hen zonder shirt, het podium en is hun donkere energie te voelen als die van een kwade geest. Dat kan ook bijna niet anders met een naam die refereert aan zaken als het beruchte Dyatlov’s Pass incident en de hoofdingenieur van Chernobyl tijdens de ramp van 1986. Als de set losbreekt is direct duidelijk dat het Dyatlov niets kan schelen als je morgen pijn in je nek hebt, moshen zal je! Naar eigen zeggen speelt Dyatlov nooit een nummer twee keer hetzelfde. De band is ooit gestart als jamband, en die mentaliteit werd overgedragen naar hun eigen vorm van duistere noise/postpunk. Dat de band een uniek geluid heeft is duidelijk. Alles, ook de vocalen, zijn doordrenkt van de distortion en reverb. Hierdoor is het lastig om te horen wat de frontman nu daadwerkelijk zingt. Maar dat is de bedoeling, zegt de band in een interview in de ‘zine’ van de avond.

Toch zit er een keerzijde aan de luide en nevelige jamsessie die Dyatlov neerzet: de nummers vloeien zo in elkaar over dat het onduidelijk is waar ze beginnen en eindigen. Het geheel is meer een muur van geluid dan een coherente selectie van nummers die al jammend ontleed worden; alles wordt op één hoop van fuzz en reverb gegooit. We zullen hier wel datgene gevonden hebben waar Dyatlov tegenaan schopt: de traditionele en coherente structuren die hoeksteen zijn van een ‘normale’ set. Het geheel werkt en barst van de emotie als de leden zichzelf verliezen in de muziek, maar werkt ook desoriënterend voor het publiek. Waar elke vorige act ten minste één memorabel moment in hun setlist hadden, zal de herinnering aan Dyatlov vooral uit ‘white noise’ bestaan; ruis in plaats van duidelijke ijkpunten. Dit neemt niet weg dat dit waarschijnlijk precies is wat Dyatlov wil bereiken, en bravo in dat geval. Desondanks is de band een zeer waardige afsluiter van The Hands Off Project en zijn het kundige lieden die Vera goed weten op te zwepen.

The Hands Off Project 01 op deze vrijdagavond was het eerste event dat ooit door deze organisatie samengesteld werd en het smaakt naar meer. De bands zochten de grenzen van wat punk kan betekenen op en rekten ze op hun eigen manier. De curatoren hebben zich bewezen als kundig en hands-on wat betreft de programmering en de vormgeving, en als deze avond als voorproef mag fungeren van wat er te komen staat zullen we The Hands Off Project nog lang niet uit het zicht verliezen.