Het is vrijdagavond. Het Pagedal waar het festival gehouden wordt is een mooi natuurgebied met veel groen. Het klinkt er stil, de vogels fluiten en in de bewaakte fietsenstalling staan enkele tientallen fietsen. Het lijkt erop dat er niet veel mensen aanwezig zijn. Bij binnenkomst is de eerste verandering van het evenement merkbaar. Het festival vraagt voor het eerst een entreeprijs, tien euro voor de vrijdagavond. De rest van het weekend is nog steeds vrij toegankelijk. Daarnaast is het festival sinds een paar jaar uitgebreid met een sfeervol horecaplein en een derde podium. Het plein leidt naar het hoofdpodium waar Money & the Man zich klaarmaken om het festival te openen.
Het openen van een festival is een uitdaging voor elke band, ook bij Money & the Man. Ze spelen strak, ze spelen met zelfvertrouwen. Hun garage-blues valt in de smaak bij het publiek. Want tijdens het spelen is het veld inmiddels vol komen te staan. Er is daarmee bewezen dat een entreeprijs niet uitmaakt. Men heeft er zin in. Hallo Venray is de tweede band die optreedt. Zij zijn dan ook oude bekenden van het festival. Dit is de derde keer dat ze spelen op het Pagefestival. Je merkt dat er wederzijds liefde is vanuit de band en zowel vanuit het publiek. Het optreden is niet heel energiek. Het is veilig en vertrouwt. Hallo Venray geeft aan het publiek wat men verwacht en verrassingen gaan er niet komen bij het optreden. Een totaal ander energie is die van de laatste band van de avond. Claw Boys Claw. Zij knallen van het podium af. Deze band die al bestaat vanaf 1983 pakt het publiek in, neemt ze mee in de wereld van de charismatische zanger Peter te Bos. Met vol overgave wordt er nu gedanst voor het podium.
Als afsluiter van de vrijdagavond zijn er DJ Karnemelk (Mijke Eryng) samen met DJ Ralfenator X. Zij begrijpen wat het publiek nu nodig heeft. Geen verrassingen, gewoon lekker dansen, drinken, lachen en bijpraten waarna men met een goede kater aan dag twee kan beginnen.