In juli 2015 was 3voor12 Groningen voor het eerst bij het Pagefestival. Theater, poëzie en exposities werden er aan de grotendeels lokale line-up toegevoegd. We zijn nu zeven jaar later terug in Stadskanaal, bij alweer de 32e editie. Is er in die tijd veel veranderd? Hebben de afgelopen twee coronajaren hun effect op het festival gehad? Heeft het publiek er nog steeds zin in? Is het in deze tijd nog mogelijk om een festival in Stadskanaal gratis toegankelijk te houden? We gingen dit weekend op onderzoek uit voor een antwoord op deze prangende vragen.

Het is vrijdagavond. Het Pagedal waar het festival gehouden wordt is een mooi natuurgebied met veel groen. Het klinkt er stil, de vogels fluiten en in de bewaakte fietsenstalling staan enkele tientallen fietsen. Het lijkt erop dat er niet veel mensen aanwezig zijn. Bij binnenkomst is de eerste verandering van het evenement merkbaar. Het festival vraagt voor het eerst een entreeprijs, tien euro voor de vrijdagavond. De rest van het weekend is nog steeds vrij toegankelijk. Daarnaast is het festival sinds een paar jaar uitgebreid met een sfeervol horecaplein en een derde podium. Het plein leidt naar het hoofdpodium waar Money & the Man zich klaarmaken om het festival te openen.

Het openen van een festival is een uitdaging voor elke band, ook bij Money & the Man. Ze spelen strak, ze spelen met zelfvertrouwen. Hun garage-blues valt in de smaak bij het publiek. Want tijdens het spelen is het veld inmiddels vol komen te staan. Er is daarmee bewezen dat een entreeprijs niet uitmaakt. Men heeft er zin in. Hallo Venray is de tweede band die optreedt. Zij zijn dan ook oude bekenden van het festival. Dit is de derde keer dat ze spelen op het Pagefestival. Je merkt dat er wederzijds liefde is vanuit de band en zowel vanuit het publiek. Het optreden is niet heel energiek. Het is veilig en vertrouwt. Hallo Venray geeft aan het publiek wat men verwacht en verrassingen gaan er niet komen bij het optreden.  Een totaal ander energie is die van de laatste band van de avond. Claw Boys Claw. Zij knallen van het podium af. Deze band die al bestaat vanaf 1983 pakt het publiek in, neemt ze mee in de wereld van de charismatische zanger Peter te Bos. Met vol overgave wordt er nu gedanst voor het podium.

Als afsluiter van de vrijdagavond zijn er DJ Karnemelk (Mijke Eryng) samen met DJ Ralfenator X. Zij begrijpen wat het publiek nu nodig heeft. Geen verrassingen, gewoon lekker dansen, drinken, lachen en bijpraten waarna men met een goede kater aan dag twee kan beginnen. 

Claw Boys Claw

De zaterdag begint op het hoofdpodium met de Groningse band Waterleaf. Een driemansformatie met Indie-pop en een 80's sound. Een handjevol mensen aan publiek staat te kijken. Margrieke Hoornstra danst en zingt vol overtuiging. Hierbij wordt ze ondersteunt door Fedde Dübken die heel nonchalant het tot een groovy geheel maakt met zijn baspartijen. Dat de drummer is vervangen door een drumcomputer is even wennen maar klinkt stiekem ook best wel lekker.  De middag begint rustig, langzaam komen de mensen binnen.

Rond half vijf is het lekker druk. Er is een mooie mix van publiek. Vrienden die lekker een festival mee willen pakken, oude bekenden die elkaar na een lange tijd weer terug zien en natuurlijk de gezinnen met hun kinderen die richting de springkussen gaan. Rond vijf uur is het tijd voor de Nederlandse rapformatie De Kraaien. Dit is de grote verrassing van het festival. De beats zijn heerlijk, de frontman bespeelt zonder moeite het publiek. Hij haalt mensen op het podium om te dansen, hij geeft wodka aan bezoekers tijdens het optreden. Participatie van het publiek wordt bij de Kraaien verplicht en dit doen ze heel goed. De gitarist springt het publiek in en dwingt mensen dichter bij het podium te gaan staan. Waarop de frontman schreeuwt door de microfoon. "Stadskanaaltje, lik mijn ballen!" en een nummer van start gaat over orale seks. De groep is duidelijk op zoek naar de controversie. Dit wordt met gemak geaccepteerd door het publiek, waarna de show uiteindelijk veranderd en eindigt in een hardcore-set. Met een grote lach en verschillende mensen die nog ouderwets gaan hakken worden de laatste woorden door de microfoon geschreeuwd. "Stadskanaaltje, bedankt!" en de Kraaien verlaten het podium.

Rond 20.00 uur komt er een stormloop van mensen het terrein op. Binnen een half uur zijn er rond de tweeduizend mensen bijgekomen. Allemaal om hun favoriete act van het festival te zien. Pé Daalemmer en Rooie Rinus. Het is een hele bijzondere act. Er wordt gebruik gemaakt van één gitaar en beide heren zingen. Je zou kunnen verwachten dat het daardoor heel leeg klinkt maar niks is minder waar. Pé en Rinus beginnen hun show en het publiek gaat met ze mee. Ze zingen de hits Baukelien, Hoornseplas en andere nummers veilloos mee. Eigenlijk is het ook een stukje cabaret, want bij de meeste liedjes wordt een verhaal vertelt. Als Pé en Rinus klaar zijn met hun reportoire is de sfeer vrolijk en dat is aan de beide heren te danken. Door naar de tent waar Dikke Dennis en de Rockers een feestje bouwen. Dikke Dennis is een verschijning, gooit de microfoon meerdere keren in de lucht, op de grond. Tot grote ergernis van de geluidstechnici. Maar Dikke Dennis is rebels. Het vermaken van publiek is zijn specialiteit, een grote pit voor het podium wordt gebouwd. Een opblaasdinosaurus gaat door de lucht. Niks is gek genoeg. De palen van de tent staan letterlijk te trillen. Bezweet, voldaan en misschien hier en daar wel een blauwe plek vanuit de moshpit gaan we naar huis om ons klaar te maken voor dag drie. 

Dikke Dennis

Pagefestival 2022 heeft meerdere coverbands in de line-up staan. Zo waren er op de zaterdagavond Prof. Nomad tribute to the Cure. Op de zondag staat Prof. Nomad met een Tribute to Neil Young. Dat dit goede muzikanten zijn staat buiten kijf. De bandleden zijn bij elkaar gebracht door Bartel Bartels met muzikanten uit Hallo Venray, Bettie Serveert en Van Dik Hout. Daarnaast spelen er veel lokale acts uit Stadskanaal zoals 4B&M. Ook hier worden covers ten gehore gebracht, Greenday, The Rolling Stones. Het absolute sterke van deze act is de performance van René Muthert, die als een Mick Jagger over het podium dendert. 

Op de zondag komen er twee bands uit de stad Groningen; Seb Zukini en The Desmonds. Seb Zukini kon de zondag openen. Hier staat gelijk al wat meer publiek dan op de zaterdag. De gitaren gaan van start en zanger Sebastiaan Kusters loopt het podium op. Met zijn podiumpresentatie doet hij denken aan Liam Gallagher, handen in de rug en voorover gebogen naar de microfoon. Dat de gitaren zo nu en dan afgewisseld worden met een synth maakt het geluid breder en speelser. Seb Zukini staat er, ze weten waar ze goed in zijn en benutten dit. 

De afsluiter in de tent op de zondag zijn de Groningse mannen van The Desmonds. Ze rammen door de set heen; hard en snel, ook al zijn er niet veel mensen in de tent, het publiek wat er is doet actief mee. Dat deze band al wat kilometers gemaakt heeft, is te zien en te horen. Ze weten het publiek te boeien, gaan van het ene nummer naar het andere in een hoog tempo. Voor je het weet is het alweer voorbij. 

Je merkt dat het Pagefestival georganiseerd wordt met liefde. Je ziet het aan de aankleding, de toegankelijkheid van de organisatie. De gunfactor vanuit het festivalpubliek is enorm. Dat het festival door twee jaar corona niet door kon gaan heeft er duidelijk toe geleid dat het vanuit de bezoekers en organisatie hoorbaar is gemist. Dat het festival dit jaar een vertrouwt en een veilige programmering had, is een slimme zet geweest. Men wil een mooi feest in het Pagedal. Geen poespas, gewoon lekker rocken! En dit is precies wat de 32e editie van het Pagefestival heeft gedaan. Lekker rocken met vrienden. Die elkaar volgend jaar weer gaan treffen op het Pagefestival. 

The Desmonds

Money & The Man