Het is weer zomervakantie. Volgens toffe traditie vindt dan elke zaterdag een Zomercafé-editie plaats in Vera. Elke avond is anders en heeft zijn eigen thema of benaming. Op 30 juli werd het Zomercafé gehost door MOZY Music. De stemming was vanaf het begin prima, en terecht, want er stonden een paar bijzonder aantrekkelijke acts op het programma.

De avond in beweging

Het is zaterdagavond 30 juli. Het begint te schemeren als we arriveren bij Vera in de Oosterstraat. Het was vandaag een warme, zonnige dag. We zijn aanwezig bij een door MOZY Music gehoste editie van het Vera Downstage Zomercafé. Om er een mooi feest van te maken zijn door MOZY Ioana Iorgu, WUDU SJON, en DJ’s Karnemelk en Yung Nilla uitgenodigd. Deze editie van het Zomercafé wordt gehouden in de grote zaal, bovengronds. Bij aankomst ontdekken we dat helaas DJ Karnemelk een blessure heeft en verhinderd is om te draaien. Dat is zuur, maar – gelukkig – met alleen DJ Yung Nilla wordt er ook een prima dansbare sfeer neergezet. De drempel om vanavond de heupen los te gooien ligt door de excellente muziekkeuzes een stuk lager. De avond wordt direct goed in beweging gezet. 

Ioana Iorgu

Als eerste betreedt Ioana Iorgu het podium. Qua live-performance staat ons nog Ioana Iorgu’s opgenomen Grunnsonic-showcase van begin dit jaar goed in het geheugen. Dat was een sterk optreden, dus we kijken nu ook uit naar een echte live-ervaring. De opstelling van vanavond is dezelfde als bij de showcase. Iorgu wordt ook hier live ondersteund door drummer Joris Boerma, een muzikant met de coole uitstraling van een stijlicoon.

Het begin van het optreden is vooral intrigerend. Met Sound & Mud worden woord en geluid tot een spannend geheel gesmeed. Nog niet iedereen in het publiek is daar aan toe: er wordt hier en daar nog wat gepraat en de stem van Iorgu is wat dat betreft niet dominant genoeg. Gelukkig is het nog maar het begin. Met het tweede nummer, Ritalin, wordt er flink geknald. De eerste disruptieve uitbarstingen en rockende akkoorden trekken nu de aandacht naar het podium. We weten dat een belangrijk element van de muziek het dissonante gitaargeluid is en daarin worden we niet teleurgesteld. Suffocate, één van haar eerste composities, is wat dat betreft een schoolvoorbeeld. Het volgende nummer – I’m Happy – knalt er weer lekker in. Dat zijn zo van die geluksmomentjes. 

Het is zomers warm in de redelijk gevulde zaal. Dat valt Iorgu ook op en ze vraagt de zaal goed gehydrateerd te blijven. Iorgu zoekt de interactie en dat maakt dit optreden direct veel prettiger dan zo’n Grunnsonic-sessie. Ze kondigt aan dat er nu wat donkere tracks gaan volgen, nummers over moord. Alsof de nummers hiervoor volledig zonnig waren, denken we gekscherend. Het duo-geluid is prima. Met de donkere tracks wordt een goede sfeer neergezet. De gitaar van Iorgu klinkt zo nu en dan als een bas met hele zware tonen. Soms spreekt ze de woorden uit, dan weer zingt ze. De muziek is soms hard, dan weer zacht, dan weer rockend, dan weer verwarrend. Wanneer stopt een nummer en wanneer begint een volgende? Soms is het niet duidelijk, maar dat hoort zo. Het ongemak voelt bijzonder en het publiek staat er volledig voor open. Met name de combinatie van het gedicht Worried met het daarop volgende nummer Worries wordt goed ontvangen. 

Naar het einde toe wordt het enthousiaste publiek verwend met de uitbarstingen van Honey, en van de recent uitgebrachte killertrack Snake. Dit voelt raak. Het publiek gaat los en de mosh is niet ver weg. Wanneer de reguliere set met Snake is afgerond wordt er door allen direct de leegte gevoeld. Zaal en act willen eigenlijk geen afscheid nemen van elkaar. Dan maar Snake nog een keer spelen? Het nummer wordt als encore nog een keer ingezet, met in het begin nog wat meer passie dan daarvoor zelfs, maar het lijkt vervolgens qua specifieke effecten een beetje mis te gaan. Iorgu herpakt en het moshen wordt nu intenser. De set die eerst wat afstandelijk begon, eindigt met een geweldige sfeer. 

Over het algemeen was de set misschien nog wel wat onevenwichtig. Duidelijk is dat het duo ideaal gezien veel vaker moet spelen voor publiek. Bijvoorbeeld zodat ze nog iets achter de hand hebben wanneer het publiek vraagt om meer. Een andere belangrijke conclusie: het gespeelde nieuwere materiaal is erg sterk. Er mag ondertussen heel erg worden uitgekeken naar het aanstaande nieuwe album - Mean Time - dat in september uitkomt. 

Ioana Iorgu

WUDU SJON

De tweede act van de avond is WUDU SJON. In hun eigen woorden is deze act geboren uit frustratie over de huidige excessen van het laatkapitalisme en de oprukkende milieumoord. Er is gecommuniceerd dat WUDU SJON muzikaal gezien een uitlaatklep is voor alle woede die we in deze tijd met ons meedragen. Dat belooft een urgent optreden te worden.

Ook hier zien we een duo op het podium. Teun-Joshua Brandt doet de vocalen en zal zich een slag in de rondte bewegen achter de toetsen. Jelte Fossen zal een zwaar stuwende en energieke factor op zijn drums blijken te zijn, met de uitstraling van een zwaar rockende leadgitarist. Als WUDU SJON mengen ze verschillende muzikale stijlen tot een dansbaar geheel. De invloeden zijn legio: er zijn elementen te bespeuren van metal, progressive rock, Ethiopische jazz, en ska. Heel recent hebben ze nog gespeeld op de festivals Art Carnivale en Vogelpop. Je merkt vanaf het begin dat Brandt en Fossen goed zijn ingespeeld voor het optreden van vanavond. 

Ook bij dit optreden wordt er iets ingetogen begonnen. Eerst zijn er geluidseffecten, vervolgens begint het optreden met een instrumentale track. Direct is hierbij de gedrevenheid te zien. Dit dynamische duo heeft besloten de zweetdruppels te laten vloeien – bij zichzelf en bij het hiervoor ontvankelijke publiek. Vervolgens wordt het vocale element in de mix gegooid. We horen een track met de eerder genoemde Ethiopische invloeden, maar dan wel met een metal mindset. De zang van Brandt is bijtend als een punker uit de jaren tachtig. Hij is erg expressief: als hij vocaal een punt wil maken spert hij de ogen ver open. Als toetsentovenaar lijkt hij op het onechte liefdeskind van Rick Wakeman en Dave Greenfield (van The Stranglers). De zaal wordt goed in beweging gezet, en dat zal tot en met het einde van de set niet meer stoppen. 

Het geluid van de tweemansband is dik in orde. Er is een goede groove, het ramt, en de variatie van invloeden houdt het uitermate interessant. Sommige breaks zijn wat minder sterk, maar zodra de gang er weer in wordt gezet heb je de goede vibe snel weer te pakken. Van tevoren hadden we nog geluisterd naar het vorig jaar verschenen self-titled album. We hebben bij dit optreden het idee dat Wudu Sjon ten opzichte van dat album een erg leuke ontwikkeling aan het doormaken is. De sound is hard en dansbaar. Ja, we menen zelfs op een gegeven moment als in de jaren negentig met onze kale kop te kunnen gaan hakken. Zijn we allemaal even gabbers. 

Later heb je dan weer een track met een heerlijke ska-vibe en naar het einde toe horen we een hyper-rock’n’roll nummer. Je zou denken dat met al die diverse sounds er sprake zou kunnen zijn van een onevenwichtige lapjesdeken als optreden, maar de set is juist ondanks al die stijlen door de continue hoge mate van intensiteit heel erg in balans. Een kniesoor zou kunnen denken dat de nummers qua compositie gewoonweg oké zijn, maar het gaat hier vooral om het geluid en het overbrengen van een gevoel. WUDU SJON moet je gewoon maar onbevangen gewaarworden. De beste manier is de flow te ondergaan en gedurende de set mee te dansen met de meute. 

De slotakkoorden van de set blijven onverminderd dynamisch. In de zaal zie je her en der dansbewegingen die je best sick kunt noemen. De schoenen – en later ook de sokken – van Bandt gaan uit, maar het optreden stopt voordat er nog meer wordt uigetrokken. Maar zonder gekheid: dit feest had in alle andere opzichten nog wel langer mogen duren. We kunnen ons dan ook niet aan de indruk onttrekken dat WUDU SJON vanavond heel veel zieltjes heeft gewonnen.

WUDU SJON