Americana verhalenverteller Jonathan Rhodes is een artiest die goed over alles lijkt na te denken. Hij schrijft nummers die knap in elkaar steken. Zijn eerste EP - Dirt - is goed geproduceerd en zijn band is meer dan in orde. Maar heeft deze EP ook genoeg karakter?

Americana

Rhodes noemt zichzelf een americana verhalenverteller. Americana is niet alleen de titel van een album van The Offspring uit 1998, het is met name een muziekstijl. Het genre bevat elementen van de folk, country en de blues. Je kunt het ook rootsmuziek noemen. Artiesten als Jason Isbell, The Jayhawks, Steve Earle, Kathleen Edwards, en Gretchen Peters zijn prachtige referentiekaders. Genoemde artiesten zijn uiteraard toppers binnen het genre, dus het is niet eerlijk om bij beluistering van Dirt dezelfde hoge standaard te verwachten. Maar het is wel interessant om te ervaren of en in welke mate dezelfde bezieling aanwezig is. Het mooie van verhalende americana is dat de liedjes aan de ene kant niet complex hoeven te zijn. Maar dat het juist memorabel wordt als er een stuk van de ziel bloot komt te liggen.

De songs

Als songwriter heeft Jonathan Rhodes kwaliteiten. Dat wisten we al van de singles die eerder waren uitgekomen. Een mooi voorbeeld is de openingstrack van de EP. Het is direct het nummer waar de meeste urgentie uit spreekt: The Fall - recent ook als single uitgekomen - is lekker uptempo, en heeft een heerlijke groove. Subtiel, maar zeer effectief, is de toevoeging van de achtergrondzang van Tamar, die zelf al recent met Langzaamaan van zich liet spreken. Het roots-rocknummer klinkt als een klok en is direct één van de beste tracks van Rhodes tot nu toe. 

Het volgende nummer, Working Man, wordt gedragen door een simpel, maar zeer doeltreffende gitaarriff. De midtempo track is meer dan uitstekend en uitermate in balans. Wederom is er sprake van een goed geschreven song. Het lijkt in dit nummer de bedoeling om ook een bepaalde emotie over te brengen. Maar of dat lukt? Bij Working Man wordt er in ieder geval hard aan gewerkt, maar de zangstem van Rhodes mist net dat stuk emotionele diepte naar het einde toe. De emotie lukt beter in de de derde track van deze EP. Angela is een ballad en is wederom een getuigenis van de kwaliteit van de laatste POPgroningen Talent Award winnaar als songsmid. Hier hoor je juist heel goed dat de band van Rhodes in staat is een sentiment aan het nummer mee te geven. De ballad is in die zin uitermate geslaagd, en straalt vertrouwen in eigen kunnen uit. 

Na het instrumenteel zeer sterke Angela is het bij We Were Young tijd om met name de woorden goed in je op te nemen. Hier hoor je de verhalenverteller. Het vergt wel wat meer dan oppervlakkige beluistering om We Were Young te kunnen appreciëren. Naar het einde toe voelt het wat onaf, maar wellicht is dit een loszittende rafel die het luisteren naar Dirt uiteindelijk op langere termijn aantrekkelijk weet te houden. Wat echter als een gemiste kans kan worden beschouwd is het laatste nummer van de EP. Hoe oprecht het nummer At Least I Found You (Acoustic) ook is, het weet niet volledig te boeien. Rhodes vertrouwt hier op zijn akoestische gitaar en twee zangstemmen. Het nummer mist daarentegen echte kwetsbaarheid. Tamar heeft een feature, maar ze had wellicht meer ruimte mogen krijgen.

Breed publiek

Om echt diep geraakt te worden is Dirt nog wat te clean. Het is echter fijn dat er nu een mooie EP van Jonathan Rhodes is uitgekomen. Het is een voorbeeldige introductie van zijn kunnen. Vooralsnog drijft deze verhalenverteller op kwaliteit en visie, en weet hij uitermate te overtuigen als songwriter. Een heel sterk punt is de zeer goed klinkende band. Rhodes had wat dat betreft zelfs meer kunnen vertrouwen - voor een sterkere signatuur - op de emotionele kracht van het bandgeluid. De EP kent echter genoeg klasse momenten, en zal ook live heel goed kunnen worden overgebracht. Het zal zelfs een breed publiek moeten kunnen aanspreken.

Jonathan Rhodes