Voor de laatste editie van het zomercafé van dit jaar heeft Vera de keus laten vallen op Het Kanaal en De Toegift. Beide acts maken voornamelijk Nederlandstalige muziek met cryptische teksten. In theorie dus twee goed op elkaar aansluitende acts. Gedurende de avond blijkt echter al snel dat de verschillen groter zijn dan aangenomen. Waar Het Kanaal schuurt, bonkt en tiert, is De Toegift netjes, soepel en glad. Een groot contrast dat voor sommigen in het publiek kennelijk wat veel is, waar door er zeker later op de avond een luid geroezemoes ontstaat achterin de zaal.

Een doos vol chocolaatjes

Er zijn weinig acts die de moeite zijn om te volgen op een wereld tournee. Na twee shows heb je alles wel gezien en met de huidige producties kan je weinig variatie verwachten. Echter zijn er altijd uitzonderingen, en als er naast Bruce Springsteen een act is die nooit twee keer dezelfde show geeft, is dat Het Kanaal wel. Een wereldtournee zit er dan voorlopig nog niet in, maar de groep graaft nog altijd hard aan de waterweg en heeft zijn plekje inmiddels aardig weten te vinden. Het element van de verrassing en schoonheid vinden in eenvoud is hierbij vaak het devies. Zo ook deze avond in Vera. 

Zoals we gewend zijn van de theatermakende muziekgroep (of muziekmakende theatergroep?) hangt de set houtje-touwtje aan elkaar. Muziekinstrumenten wisselen sneller van eigenaar dan André Hazes van vriendin, wat de vaart er wel wat uithaalt. De teksten zijn echter scherp en filosofisch als altijd en als de groep eenmaal speelt ligt de energie hoog en laat men die niet los. Hoogtepunten van deze show zijn zonder twijfel de aan kleinkunst hangende nummers van Wietse de Haan en de schitterende stem van Sanam Tahmasebi. De Haan krijgt met zijn nummer over Milan, die hij op een avond tegen was gekomen in de Herestraat en die zijn frustraties met hem deelde, zelfs de luid pratende bezoekers aan de bar mee (desbetreffende Milan stond ook in de zaal, echter niet ondergetekende, al zouden we elkaar op sommige punten de hand kunnen schudden). 

Het maakt van deze show een typische uitvoering van Het Kanaal in de zin dat het genre, de vorm en het doel moeilijk te vatten zijn. De show is echter zeer levendig en weet de aandacht vast te houden. Schitterend in imperfectie. 

Een lange rit

"Dit is onze meest Noordelijke show ooit." Verkondigd Tom Gudde van De Toegift na het eerste nummer. De groep komt uit Breda, en heeft er dus aardig wat kilometertjes opzitten. Wellicht een goede training voor de Popronde waar ze ook voor geselecteerd zijn. Naast deze topografische afstand tussen de twee bands van de avond wordt al snel duidelijk dat ze op meer vlakken aardig uit elkaar liggen. Beide zingen inderdaad in het Nederlands, en ook De Toegift geven hun instrumenten net zo vaak door als een joint op een festival, maar daar is het dan ook wel mee gezegd. Waar Het Kanaal toch wat voelt als een geslaagde improvisatie, is bij de Zuiderlingen alles strak in het gelid. De hoeveelheid pedalen en samples maken het ook lastig om dingen uit de losse pols te doen. Aan de composities is duidelijk veel gewerkt en veel bijgeschaaft. Het resultaat zijn goed klinkende indienummers waarin in de verte wat BLØF te herkennen is. 

Sterke composities dus, maar het geheel voelt net wat te gepolijst. Zeker in contrast met de voorgangers maakt het dat de show weinig pit heeft en de aandacht verslapt. Gevolg hiervan is dat de 'dutch disease', die bij Het Kanaal af en toe al de kop op stak, zich nu als een pandemie door de zaal verspreid. Voor de vier leden van De Toegift is hierdoor een gevecht ontstaan met een grote hoeveelheid geluid uit de zaal. Gezegd moet worden dat ze dit met verve doen. Stug doorspelen, ondanks dat hun veelal gevoelige nummers wegzakken in het gemompel, je moet er maar het geduld voor hebben. De Milan uit de Herestraat zou daar het geduld niet voor hebben gehad.