De eerste act van de avond/middag is de Oekraïense Groningse Katie Koss. Het soloproject van Katja Poltavets dat ontstaan en ontbloeit is tijdens de coronacrisis heeft een warme jazz-pop kwaliteit die de kerk vult op de nogal koude namiddag. Dit is dan ook direct te merken aan Katie Koss’ uitstraling wanneer ze het podium beklimt in een ietwat ‘revealing’ rode jurk die perfect past bij haar zwoele muziek. De band is slim gekleed in het zwart, waardoor alle aandacht naar Katie Koss getrokken wordt. Het is maar goed dat de kerk niet meer gebruikt wordt voor de zondagsdienst, want de energie die Katie loslaat blijft nog wel een tijdje hangen. Als een bond-girl danst de comfortabel heen en weer over het kleine podium dat voor het imposante kerkorgel is geplaatsts. Ook het geluid van de band helpt hier aan mee, al is het met een beetje hulp van de kerk zelf. Door de hoge kerk galmen de drums net iets langer door dan dat ze zouden moeten, maar het past bij de jazzy popnummers en het geeft het geheel een jaren ‘60, spionage film vibe.
Over het algemeen werkt Katie’s set goed. Maar, hoe strak en gelikt de nummers ook zijn, het geheel komt nooit echt los. Dit past misschien ook niet bij wat Katie en haar band willen uitstralen, en het zou voor een beginnende act op deze vrijdagmiddag (voorafgaand aan een act als EUT) misschien oneerlijk zijn om dit de band te verwijten. Er zitten echter wel wat snellere momenten in de set. Tijdens het nummer Running laat Katie, gewapend met tamboerijn, de ritmesectie van haar vierkoppige band even los en later in de set laat ze de gitarist vrij om een indrukwekkende solo te spelen. In conclusie is Katie Koss een goede opener van het muzikale gedeelte van het festival. Ze verwelkomt de mensen die langzaam binnendruppelen met een warme jazz-pop set die toegankelijk is en niemand tegen het been zal stoten.