Het is zaterdagavond 9 april. Het optreden van garagepopband Fiona Jane Pop stond eerder al gepland voor 27 november 2021. Toen mocht het helaas niet doorgaan. Nu eindelijk is het tijd om het podium te betreden. Het eerste album is al klaar, maar het is nog wachten op het vinyl. Dus we gaan eigenlijk nu echt voor het eerst kennismaken met het repertoire van frontvrouw Fiona van Gelder en haar drie bandleden. Ze zullen er naar uit hebben gekeken want er is door deze band nog niet veel voor publiek gespeeld. Maar kan er dan wel direct echt worden geknald?

Vertrouwen ontwikkelen en variatie in de set

We zijn vroeg binnen bij Vera. Er is nog tijd om even een korte blik te werpen op het optreden in de grote zaal. Daar speelt 4B2M, de zaal is niet volledig vol. We horen hier een band die op z’n best een heerlijke krautrock-groove heeft, maar eerlijk gezegd: een evenwichtige stijl lijkt er nog niet te zijn. Het publiek vermaakt zich, en het bekende geklop van het glaswerk na het laatste nummer van de reguliere set klinkt oprecht. 

Snel naar beneden om in de kelderbar de vroege sfeer op te snuiven. Rustig is het vooral, in de laatste minuten voordat het optreden begint. De bandleden hangen rond en er klinkt heerlijke metalmuziek. Alle tijd om zonder gedrang een biertje te bestellen. Zodra er iets na de klok van elf uur wat meer mensen naar beneden komen stelt de band zich op. Fiona van Gelder is de frontvrouw met gitaar en voor een deel ook de naamgever van de band. Ze is niet een nieuweling. Ze heeft een verleden bij andere bandjes uit Groningen, Cherrees en Boogie Chillers. De overige bandleden vanavond? Daarvan zie je direct dat er ook ervaring is. Op gitaar zien we Teade Jagersma. Ook hij heeft een verleden bij Boogie Chillers, de trashy garageblues-band die in 2017 is gestopt. Verder op drums Menno Stegeman, en op bas Jaap Mostert. Mostert draagt een t-shirt waar het woord ‘gevaar’ op staat. Gaat het ook lekker gevaarlijk worden vanavond?

De band begint met een slowburner, No IOU. Is dit een ideale openingstrack? Nee, niet hier, en niet nu. Maar in potentie zou dat het wel kunnen zijn, als het stil en spannend is en de anticipatie groot. Bij de tweede track wordt de versnelling gevonden en worden de aanwezigen wat opgewarmd. We horen fijn in het gehoor klinkende indierock met garage-invloeden. Veel nummers hebben een goede groove, en de set is gevarieerd. Al worden de extremen niet gevonden, en voelt het relatief veilig. Er is nog niet veel voor een publiek gespeeld door de band. De redenen zijn bekend. De band lijkt nog zoekende naar een eigen live-dynamiek. Wie gaat er staan, wie neemt het voortouw? Wie durft het gevaar te brengen om een verwend kelderbar-publiek te prikkelen? Het moet allemaal nog ontdekt gaan worden lijkt het wel. Positief is echter dat de set in de basis goed genoeg lijkt te zijn. Goed genoeg om verder vertrouwen te gaan ontwikkelen, om in de toekomst toch verder uit de schulp te kunnen kruipen.

Vlammend en buiten de lijntjes?

Het repertoire is vooral solide te noemen. Er komen liedjes voorbij met kop en staart. En soms gaat het behoorlijk hard. Zoals bij nieuwe single I Don’t Like You. Typisch zo’n nummer om nog lang in je hoofd te hebben zitten. Fiona legt uit dat het album al af is, maar dat het nog op zich laat wachten omdat het lang duurt voordat het vinyl geleverd is. Tot die tijd brengen ze wat singles uit. I Don’t Like You is de volgende, en de aanwezigen worden gevraagd te helpen met het maken van de videoclip met de mobieltjes. Sympathiek natuurlijk, en we werken er zelf graag aan mee, maar het voelt niet echt rock-’n-roll.

Het nadeel van Downstage bij Vera in de kelderbar is dat je in deze setting je plek soms moet verdienen. De wanden zijn gevuld met honderden liters zweet van voorgaande bandjes en vooral van het publiek. Ondanks het beperkt aantal traptreden daal je - als je Downstage gaat - toch af naar de krochten van de muziekbeleving. Het is een plek waar muzikanten en publiek samen vlammend één kunnen zijn, zonder het gevoel dat er nog een wereld buiten bestaat. Fiona Jane Pop is een band met uitstekende muzikanten, maar de algehele performance sluit bij die ambiance minder goed aan. Tenminste voor de toeschouwer met een sterke band met de plek. Er zijn gelukkig wel genoeg redenen om zeker vermaakt te worden, de band werkt hard en de nummers zijn goed. Het is echter zonder kippenvel bij het publiek, en de oksels blijven vooral erg droog. Dat we dus een ‘gewoon goed’ optreden zien zou in elke andere venue niet een probleem zijn. Hier voelt het mogelijk bij sommigen wat unheimlich. 

De mooie momenten zijn er als er net even buiten de lijntjes wordt gekleurd. Per ongeluk of anderzijds. Bijvoorbeeld: iets over de helft van set komt het nummer Between The Lines voorbij. Wellicht is dit niet het makkelijkste nummer om direct bij je binnen te krijgen. Het is even wat fronsen en goed concentreren voor de luisteraar. Om vervolgens te ontdekken dat aan het eind toch alles op z’n plek valt. Want dan gaat deze freaky track volkomen los. Een vraagteken wordt omgezet in een uitroepteken. Dat er nog meerdere mogen volgen.

Naar het einde toe zie je dat er meer gedanst wordt in het publiek. En met het laatste nummer van de set - Developing Traits - wordt er nog even alles gegeven door de band. Zien we het goed? Pakt drummer Stegeman zijn moment? Daar houden wij van! Hij lijkt met zijn stuwende manier van spelen de rest te dwingen nog net even wat meer te geven. En dan is het klaar. Of toch niet? Uit het publiek schreeuwt iemand “we want more!” De kreet wordt overgenomen door een paar anderen. Het lijkt niet geheel passend, maar het biedt de band een kans. Bassist Mostert voelt dat urgentie nodig is. Rond de onverwachte toegift neemt zijn aanwezigheid toe, vocaal en met de manier waarop hij beweegt. Hebbes, daar is dat stukje ontvlammende gevaar. Twee uptempo tracks van eerder op de avond krijgen een reprise. De vlammetjes lijken toch nog even de huid te beroeren, de temperatuur net even ietsjes hoger. Maar of iedereen dat heeft gevoeld?