In 'een duik in de platenkast van' vragen we elke maand een pure muziekliefhebber naar de meest speciale platen in zijn/haar verzameling. Op advies van Elmar van Arnhem zijn we in gesprek gegaan met Rob de Noord, alias DJ Node. Zijn muzieksmaak is uiteenlopend. We kwamen niet alleen te spreken over de ins en outs van drum-’n-bass, ook bijvoorbeeld Michael Jackson kwam aan bod.

Waar ben je mee opgegroeid?

“Vroeger in de platenkast thuis, daar zaten albums in van mijn vader, zoals Electric Light Orchestra, Pink Floyd, en Camel. Verder kwam ik daar ook Stevie Wonder tegen, Earth, Wind & Fire, Sade en Prince: die platen kwamen van mijn moeder. Van jongs af aan in huis was het dus altijd wel een mengelmoes van allerlei verschillende stijlen.” 

“Als ik één album moet noemen? Thriller van Michael Jackson maakte ontzettend veel indruk, weet ik nog. Als ik dat nu weer hoor, dat klinkt nog steeds fris. Quincy Jones is echt een van mijn favoriete producers.”

 “Later, in 1998 of 1999 kreeg ik een gebrand cd’tje van een grote broer van een vriend van mij met allemaal ​​drum​-'​n​-​bass artiesten. Toen ik dat voor het eerst hoorde ging er een wereld voor me open.”

Rob de Noord

Rob de Noord  - DJ Node - is onderdeel van het dj-collectief Ongehoord. De liefde voor het draaien begon met ​​drum​-'​n​-​bass. Zijn muzikale smaak is echter altijd wel heel breed geweest: “Ik heb altijd wel open gestaan voor verschillende stijlen muziek. Zolang het maar muziek is met ziel, dan ben ik er altijd wel in geïnteresseerd. De hedendaagse underground flirt met diverse stijlen; het is ook de insteek van Ongehoord om verschillende sounds bij elkaar te brengen.”

Wat is je favoriet van een Groningse artiest?

“Voor mij zijn de mannen van Noisia echt wel helden en wellicht was Noisia normaal gezien mijn eerste keus geweest. Maar vorige keer had Elmar deze keus al gemaakt, dus ik ging wat verder nadenken. Naast dat ik veel drum​-'​n​-​bass luister, luister ik ook vaak naar IDM. Ik kan heel rustig worden van drukke muziek. Denk aan bijvoorbeeld artiesten als Aphex Twin en Squarepusher. Ik denk niet dat het heel bekend is dat er in de underground ook een Groninger is die in dat genre aan de weg aan het timmeren is: Kettel. Zijn echte naam is Reimer Eising. Smiling Little Cow is een album van hem dat me altijd nog is bijgebleven. De tweede track, Her Thin Voice, doet me altijd denken aan acts als Boards Of Canada. Kettel is nog actief, hij heeft vorig jaar nog twee albums uitgebracht.”

Wat is de vreemde eend in de bijt?

“Een lastige vraag, want ik heb behoorlijk wat ‘vreemde dingen’ in mijn collectie zitten. Heel veel dingen vind ik niet meer zo vreemd; dat klinkt wat pretentieus misschien. Er was echter wel één track waar ik specifiek aan moet denken: Assiah Dance van Chants. 

Deze track blijft maar opbouwen. Ergens halverwege komt er een ‘clap’ op de twee tel. Dan verwacht je normaal gezien dat het los zal gaan, maar de energie blijft vanaf dat moment onheilspellend. Het nummer is nooit echt te plaatsen: gaan we los of zijn we nog aan het opbouwen? Als je als dj mensen op een dwaalspoor wil zetten moet je deze dynamische track in je set opnemen.”

“Het is een dooddoener van een term, en ik heb er best een hekel aan, maar dit zou je dan wel een ‘eclectische’ plaat kunnen noemen.”

Wat zou meer waardering mogen krijgen?

“Eigenlijk wil ik hier een artiest in het geheel in het zonnetje zetten: James Shinra. Zijn producties zijn zonder uitzondering ontzettend goed. Het is een tijd geleden dat ik een producer heb leren kennen die zó consistent is. Hij weet heel mooi verschillende geluiden van de traditionele electrosound te combineren. Soms gaat het een klein beetje de trance kant op, of klinkt er in zijn nummers electric boogie door. Ik vind hem in ieder geval heel veelzijdig. Hij gaat heel breed, maar hij is - zogezegd - wel consistent in zijn muziek. Dat is meestal een heel goed teken. Eén van mijn favorieten van hem is de track Automatic.”

Wat is je grootste miskoop?

“Er is me één aankoop heel erg bij gebleven. Eén van de eerste platen die ik kocht was een promorelease: de DSF remix van Opus III - Fine Day. Fine Day is een vrij bekende tranceplaat uit de jaren negentig, dit was dan een drum-'n-bass remix daarvan.

Dit is het soort drum-’n-bass van het type wat ze ook wel ‘clownstep’ noemen. Dat is een sound die ik naarmate ik ouder ben geworden, en mijn smaak wat verfijnder werd, eigenlijk heel erg ben gaan verafschuwen. De synthesizers die gebruikt worden klinken als een Nokia ringtone op steroïden. Het intro is nog wel oké, maar als eenmaal de ‘drop’ komt, dan vraag ik me echt af waarom ik dit ooit heb gekocht.”

“Wat ik ermee gedaan heb? Misschien was het toeval, maar er is ooit eens een drankje omgevallen vanaf mijn kast. Toevallig stond daaronder een boodschappenkratje met wat platen. Deze plaat zat daartussen, ik heb ‘m nooit meer schoon gekregen. Ik was ontzettend blij dat het niet mijn meest begeerde platen waren die daar stonden op dat moment.”

Bij wie moeten we de volgende keer in de kast duiken?

“Richard Postma, hij is labeleigenaar van Tartarus Records. Hij heeft me eens persoonlijk verteld dat hij bekend staat als een metalhead, maar dat zijn muzieksmaak eigenlijk veel breder is dan dat.”