In de jaren zeventig was er sprake van een unieke situatie in Groningen. Als je als kroeg of club nog laat open wilde zijn, was je verplicht live-muziek te hebben. Tegelijkertijd kwamen eind jaren zeventig, begin jaren tachtig bands uit Groningen opzetten die aansprekende muziek maakten. Deze combinatie zorgde voor een periode die we nu kennen als het Groninger Springtij. Was het één het gevolg van het ander? En hoe was de sfeer in die periode? We duiken met veel genoegen in de muziek van toen, en spreken met muzikanten en muziekliefhebbers die kunnen zeggen dat ze erbij waren geweest.

Brood en spelen

Groningen staat erom bekend dat er in de stad geen sluitingstijden gelden. Dit was uiteraard niet altijd zo. Het begon in de jaren zeventig. Kroegen en clubs konden langer open blijven tot in de vroege uurtjes, maar dan moest wel aan één bepaalde voorwaarde worden voldaan: er moest live muziek zijn. Hier werd flink gebruik van gemaakt. Diverse locaties gingen bandjes boeken. De meest toonaangevende daarin waren De Kattebak, The Talk Of The Town, De Koffer, De Bronx, en De Troubadour. Voor deze kroegen was het een sport om leuke band te boeken. Voor andere cafés was het echter gewoon een manier om langer open te zijn. Hier maakte het dan ook niet uit of de muziek om aan te horen was. Maar zelfs de minste bands worden goed als ze vaak kunnen spelen, en het nachtleven van Groningen was een grote repetitiesessie. 

Het zal dan ook geen verrassing zijn dat veel jongeren hierdoor begonnen aan een muzikale carrière in de levendige scene van Groningen. Sommigen kwamen er zelfs speciaal voor naar Stad. Een van die avonturiers kennen we wellicht wel. Hij profiteerde enorm van het Groninger Springtij, en gebruikte het als springplank; Herman Brood was zijn naam.

De Zwollenaar is de meest bekende naam die uit de Groninger scene is voortgekomen. Maar er waren meer bands in die tijd die zeer aansprekende muziek maakten. We noemen er een aantal: Jan Rot & The Streetbeats, White Honey, The Meteors, AA & The Doctors, Subway, New Adventures, Boozy, en Phoney & The Hardcore. Bands van niveau met inspirerende performers, uitstekende muzikanten, en vooral ook goed eigen materiaal. Stuk voor stuk waren deze acts verantwoordelijk voor een schat aan nummers. 

Voor alle duidelijkheid, we hebben nog lang niet alle interessante namen genoemd. Een muzikale duik in deze periode zal voor een geïnteresseerde liefhebber geen teleurstelling opleveren. Het lijkt een onbezonnen taak; één enkel artikel zal ook nooit compleet recht doen aan die tijd. Dat wordt al snel duidelijk als we gaan rondvragen.

“Genoeg van die symfonische bullshit, Let’s Rock!”

Logischerwijs komt Herman Brood veel terug in de verhalen van toen. Coos Grevelink is de oud-drummer van de bekend geworden band I Spy, ook hij heeft van Herman Brood & His Wild Romance genoten: “Wat een goeie band was dat. Ik heb ze regelmatig gezien. Zoveel energie! Hij kwam, zag en overwon.” Grevelink weet zich nog goed te herinneren dat toen hij in de symfonische band Arcon zat, ze een keer in het voorprogramma stonden van Brood. Dat was in 1977. Het was een optreden in Assen. Peter Duinkerken, de toetsenist van Arcon, mocht spelen op de piano van Herman. Onder de klep lag nog een verrassing, de afknelband van Herman. Arcon liep na het optreden het podium af. Daar stond Herman in een prachtig roze shirt, en uit zijn mond klonk een welgemeend: “Hé jongens, goed gespeeld!” Echter toen Brood zelf op het podium stond, schreeuwde hij in de microfoon: “Genoeg van die symfonische bullshit, Let’s Rock!” Verraad! Maar het kon hem uiteindelijk worden vergeven, want het concert was weergaloos. 

Uit de as van Arcon ontstond in 1978 de band Church Hill, die dan op zijn beurt uiteindelijk weer de directe voorloper van I Spy was. Church Hill heeft verschrikkelijk veel gespeeld dankzij de horeca-regeling in Groningen. De band speelde regelmatig in The Talk Of The Town. Daar was het bij lange na niet altijd volle bak: “Er waren optredens waar er niet meer bezoekers waren dan een paar dames van lichte zeden en een verdwaalde klant.” Ook de omstandigheden waren niet altijd ideaal, maar toch beschouwt Grevelink het als een gouden tijd. “Het barstte ook van de bandjes in de stad. En er waren ook locaties die altijd stampvol zaten, De Koffer bijvoorbeeld.” 

Grevelink: “Je moet realistisch zijn, je werd niet altijd gevraagd omdat je goed was.” Toch had een band als Church Hill veel baat gehad bij het vele optreden. “We waren een geoliede machine toen we uiteindelijk op grotere podia gingen staan.” “We stonden in het voorprogramma van Split Enz in 1981. Dat beviel Split Enz zo goed dat ze ons direct hebben gevraagd voor de hele Europese tour. Helaas konden we niet vanwege studieverplichtingen.”

Kwaliteit

Het Springtij bracht veel voordelen met zich mee. De muziekliefhebbers smulden van de goed gevulde scene, maar ook het uitgaanspubliek was blij met de sfeer en het levendige karakter van de Groninger binnenstad. Eén van de muziekliefhebbers die van beide aspecten wist te genieten was Klaas Kloosterman. Tegenwoordig is hij hoofdredacteur bij wijkkrant De Oosterpoorter, maar hij heeft ook eens in 1985 Herman Brood mogen interviewen. Hij zegt: “Wat mij betreft waren de openingstijden de grote motor van het Springtij. Er waren ook heel veel bandjes die echter niet direct goed waren, maar wel werden geboekt. Dat was dan wel de andere kant van het verhaal.”  Als je uitging, en het werd later op de avond, dan kreeg je dus meer en meer de live-bands te horen. “Dat hoorde er een beetje bij”, vervolgt Kloosterman. “Soms zelfs was het irritant, als een band slecht was.” Bandjes speelden heel lang tot diep in de nacht, soms met een beperkt repertoire: “Dan zat je wel eens lekker te kletsen aan de bar en dan hoorde je voor de duizendste keer Johnny Be Good voorbijkomen.” 

Over het algemeen was Kloosterman echter zeer te spreken over de stad Groningen in de tijd: “Ach, we waren natuurlijk ook super verwend, we konden eindeloos stappen hier. Groningen was een mooie uitzondering ten opzichte van andere steden.” 

Uit het plakboek van Erik van Dijk

Een dikke duim

Het is een interessante constatering dat als we Het Groninger Springtij noemen, het voor iedereen die we spreken weer iets anders betekent. We deden een oproep via social media of er mensen waren die herinneringen wilden delen. Muziekliefhebber Erik van Dijk reageerde ook. Hij deelde zijn verhaal. Voor hem was deze periode ook iets om nooit te vergeten: “Ik was twaalf jaar toen ik mijn eerste album van Herman Brood kocht in 1978.” 

“Ik was groot fan van White Honey, New Adventures (een groep ontstaan in 1978 in Winschoten) en van Herman Brood. Meestal zag ik concerten in de provincie maar ook was ik in Het Pakhuis en Huize Maas.” 

Van Dijk bleef vaak na afloop van een concert om handtekeningen te vragen, en hij heeft prettige herinneringen aan de manier waarop de muzikanten zich naar hem toe gedroegen: “Zo heeft Hanneke Kappen van White Honey in haar radioprogramma Stampij een single voor mij gedraaid van New Adventures.” Hij vervolgt: “Hanneke Kappen was heel erg aardig weet ik nog, maar ook lekker gek. Een vriend van mij in die tijd waar ik veel mee naar concerten ging had tijdens een concert van White Honey een “Wild Romance” t-shirt aan en Hanneke vroeg tijdens het concert of hij dat shirt uit wou doen want ze had gekscherend even genoeg van Herman omdat die haar gitarist Erwin Java had weggekocht. Toen heeft hij dat shirt omgedraaid en kreeg hij een dikke duim van Hanneke.” 

Een duidelijke muziekscene

Er waren in de muziekscene van toen muzikanten aan het spelen die al een aantal jaren actief waren. We spraken nog een daarvan, Robb Kauffman. Iemand die vooral nuchter terugkijkt. Hij zat in de band Subway, die al actief was in de jaren zestig en daarmee een van de oudere groepen. Als hij de term Groninger Springtij hoort, denkt hij met name aan de duiding van de muziekscene van toen. En heel specifiek aan een aantal bands: “Het is een term bedacht door de - toen - muziekjournalist Syp Wynia. Hij heeft een tijdje popverslagen geschreven voor het Nieuwsblad Van Het Noorden.” “In mijn ogen bedoelde hij met name qua Groninger Springtij een aantal bands, die onderling ook verbinding hadden met elkaar. Een duidelijke muziekscene.” 

“In de slipstream van Herman Brood had je The Meteors, Phoney And The Hardcore, Streetbeats, en White Honey. Dan zou je ook nog AA & The Doctors en Subway eraan vast kunnen plakken.” De muziek zou je 'opgewonden stadsmuziek' kunnen noemen. Het waren uitstekende bands, met eigen repertoire en sterke muzikanten. Onderling was er contact tussen de bands; Jan Rot van de Streetbeats speelde piano op een EP van Subway, bijvoorbeeld. En zo waren er nog veel meer kruisbestuivingen, en zelfs ook personeelswisselingen onderling.  

“Genoemde namen waren allemaal goede bands. En er was een goede vibe in de stad; er leefde duidelijk iets in de stad vanwege de muziek. Maar dat had je ook wel eerder hier in Groningen. Denk maar aan de jaren zestig; toen had je The Javelins, The Jaguars en The Rocking Tigers, onder andere.” 

Wat Kauffman betreft, is Het Groninger Springtij een historische beschrijving achteraf. De muziek van toen mag daarbij absoluut niet worden onderschat: ”Ik heb vorig jaar nog in een kringloopwinkel de elpee van White Honey voor €2,50 gekocht. Ik kan je adviseren dat als je iets van de eerder genoemde acts nog kunt vinden, dat je dat direct moet kopen. Zeker als je iets van Subway weet te vinden, daar wordt echt veel op geboden.”  

Subway dus, dat was een band die al eerder actief was. En ondanks dat Subway uiteraard in de stad heeft opgetreden in de jaren zeventig, is het niet zo dat er een directe link was qua ontwikkeling van de band vanuit die aparte horeca-regeling van die tijd. “Helemaal niet”, wat Kauffman betreft. “Op een gegeven moment kwam punk opzetten. Daar pasten we als Subway in de toenmalige bezetting goed bij. Toen klopte alles een tijd; we hadden eigen nummers, een platendeal, en meer optredens.” Dat was het.

Nostalgie - Back To The Seventies

De betekenis van Het Groninger Springtij

Het lijkt er daarmee op dat de term Groninger Springtij verzonnen is om een muziekscene te duiden. Achteraf is het op meer bands van toen geplakt en ook nog eens verbonden aan de tijd dat er een bepaalde horeca-regeling van toepassing was. Vervolgens is het verder een eigen leven gaan leiden. Mensen zijn ook bands die later meer bekend zijn geworden tot het Springtij gaan rekenen. Bands zoals Splitsing, Fox The Fox, en ook dus I Spy. 

Maar toch, het zou ook jammer zijn die specifieke periode te zien als dé tijd dat Groningen als muziekstad heersend was. Dat zou ten eerste de muzikanten van nu en het recentere verleden tekort doen, maar ook een band als Solution, die ook al eerder actief was. Dié band had Groningen al een stuk eerder muzikaal op de kaart gezet. En, uiteraard was er veel te danken aan die ene Zwollenaar die gedreven aan de broodnodige legendevorming bezig was, maar uiteindelijk is hij ook weer vertrokken uit Groningen. Bovendien, niet alle bands van toen bestonden heel lang. Wat dat betreft, is het zelfs jammer te noemen dat veel nummers van toen nu nog amper worden gedraaid of gehoord. En eerlijk is eerlijk: een term als Groninger Springtij leeft ook minder elders in het land. 

Het Groninger Springtij is als duiding van een sterke muziekscene in de loop der jaren voor iedere liefhebber een eigen golf van nostalgie geworden. Daar is uiteraard helemaal niks mis mee. Zolang er nog mooie herinneringen zijn en we nog steeds kunnen genieten van de fantastische muziek. Dus wat ons betreft, genoeg nu even van deze poging tot duiding: Let’s Rock!