Tot voor kort haalde Steven van Calcar de tofste punk- en metal-acts naar Lola. Helaas is Lola kortgeleden gestopt, maar dat betekent niet dat Steven stilzit. Naast zijn baan als meubelmaker heeft hij sinds kort ook de boekingen bij De Walrus en De Loods in handen. In zijn indrukwekkende huis, waar overal waar je kijkt iets interessants te zien is, haalt hij herinneringen op aan Lola en vertelt hij over zijn plannen in De Walrus en De Loods.

Lola, de verborgen schat in het centrum

Steven kijkt heel positief terug op zijn tijd bij Lola. Hij is zo’n vijf jaar betrokken geweest bij de kleine zaal aan de Pelsterdwarsstraat. “Toen we er begonnen kenden mensen de plek nog niet echt, er zat nog geen sticker op de voordeur. Toen we er weggingen hoorden we er echt wel een beetje bij in de stad,” vertelt Steven trots. Dat is best een prestatie, want Lola zat goed verborgen. Het is een bijzondere ruimte: er zijn geen ramen, alleen hele dikke muren en dikke deuren. Daarom hoor je, zelfs als binnen de dikste metal-act staat, van buiten niks. “Dat maakt een stad ook mooi, als mensen wat te ontdekken hebben,” vindt Steven. “Er moet wat te ontdekken zijn, daar waren we op den duur onderdeel van.” Dat is niet alleen Stevens verdienste, maar ook die van eigenaresse Ilja de Bruijn. Zij is een enorme powervrouw volgens Steven: “Ze heeft heel erg haar schouders eronder gestoken om Lola te maken wat het uiteindelijk was.”

 

Leuk, zo’n zaal midden in het centrum, maar logistiek gezien best een uitdaging. In- en uitladen in de binnenstad is altijd lastig. “Auto’s beginnen al snel te toeteren, maar ik ben dan gewoon aan het werk. Rij er maar even rustig omheen, hoor.” Gelukkig maakte Steven al gauw vrienden met de bewakers van de parkeergarage tegenover Lola. In ruil voor af en toe een bezoekje aan een ska-show mocht hij af en toe gratis parkeren in de garage.

De Walrus: van concurrent naar partner

Dat Steven de switch maakt van Lola naar De Walrus is wel grappig: de twee zalen hebben altijd een beetje geconcurreerd. Ze zitten bij elkaar om de hoek en boeken af en toe dezelfde genres. Dat ging er wel vriendelijk aan toe volgens Steven: “De boeker daar en ik hielden elkaar wel op de hoogte van wat we van plan waren, zodat we elkaar niet in de weg zaten.” Het wordt nog wel een uitdaging om de mensen die jarenlang standaard naar Lola gingen, nu de hoek om te laten gaan naar De Walrus.

 

Toch heeft Steven er alle vertrouwen in. “Ik wil naar De Walrus graag de laagdrempeligheid van Lola meenemen. Ik hou graag mijn prijzen laag, zodat ook mensen die het wat minder breed hebben ervan kunnen genieten.” Ook de gezelligheid en de locatie zullen natuurlijk weer bijdragen aan die laagdrempeligheid.

Passieproject De Loods

Ook De Loods is een locatie die goed bij Steven past. Het feit dat Otrun Poolman deze locatie heeft opgebouwd vanuit passie spreekt hem enorm aan. “Als je wil doen wat je leuk vindt en dat ook nog kan doen zonder dat je een staatspaleis wordt, wat alleen maar omhooggehouden wordt door subsidies, dan vind ik dat fantastisch,” vertelt hij. “Deze plek straalt ook heel veel liefde uit.”

 

Als Steven toch nog ergens mee zit, is het de locatie. In het verleden heeft Steven wel eens iets geboekt voor EMG, wat aan het Eemskanaal zat. Daar is hem één ding van bijgebleven: “De meeste mensen zijn van suiker!” lacht Steven. “Met een beetje rotweer zitten mensen thuis te Netflixen en hebben ze geen zin meer om daarheen te fietsen. Daar loop je toch wel tegenaan.”

 

Daarnaast is De Loods ook een grote zaal. Was het maximale aantal gasten in Lola toch echt 120, in De Loods zijn er meer gasten nodig om uit te kunnen. “Dat is altijd maar weer nagelbijten en goed in de gaten houden wat andere zalen in Groningen doen.” Daarom heeft Steven goed contact met andere Groningers die evenementen organiseren. “Groningen is niet zo heel groot, als je aan allebei de kanten van de stad metal hebt staan, heb je allebei de helft minder publiek.”

 

Deze uitdaging gaat Steven graag aan. “Ik vind het een hele leuke plek en ik vind Otrun een realistisch mens. Wat ook scheelt is dat er een keuken is, zodat ik niet meer voor tachtig man Chinees hoef te bestellen! Dat was altijd nogal een kostenpost,” lacht Steven.

 

Dat Steven goed zorgt voor de bands die hij boekt staat buiten kijf. Hij heeft zelfs een tijdje zelf gekookt voor bands, maar daar is hij toch maar gauw mee opgehouden. Wel slapen bands vaak bij hem thuis. Hij heeft zijn huis er ook naar ingericht, in zijn woonkamer zijn vier uitklapbare bedden te vinden. Deze baan is dan ook nooit saai, vertelt hij: “Soms krijgen bands halverwege de tour ruzie. Dan ben ik naast kok, host en hotelmanager ook nog babysitter en psycholoog.”

Zin in

Steven schrijft al zijn boekingen op in zijn Grote Band Boek. “Dat heb ik afgekeken van de boekers op ESNS. Als het in dit boek staat, is het helemaal bevestigd en gaat het op die datum gebeuren.” Voorlopig is het boek door alle onzekerheden rondom de maatregelen nog vrij leeg. “Het enige wat ik kan doen is het aankijken. Ik wil het liefst wel wat neerzetten, ook voor de mensen die hier financieel afhankelijk van zijn. Maar ik wil niet op mijn geweten hebben dat iemands grootmoeder in het ziekenhuis beland omdat ik mijn shows per se door wil laten gaan.”

 

Of hij er zin in heeft? “Ik heb er al best wel lang heel veel zin in, maar de natuur en de overheid hebben helaas andere plannen. Ach, daar moet je je soms aan aanpassen.”