Shakey Graves start zijn show alleen, aan de zijkant van het podium van de Kleine Zaal. Met zelf ingespeelde loops en felle fingerpicks op zijn elektrische gitaar, creëert de sympathieke Texaan een eigen wereld. Na een paar nummers sluiten zijn bandleden aan en stuwen ze het zaakje verder op. De soms haast psychedelische cocktail van blues, country en onversneden rock wordt met gejuich ontvangen. Met overgave vliegt de band regelmatig lekker uit de bocht in uitgesponnen jams. Vooral het jongere publiek vooraan, kan het waarderen.
De Canadese Cat Clyde staat helemaal alleen met haar akoestische gitaar in de Attic. Ze wordt aangekondigd als een anarchistische dame en laat er meteen geen gras over groeien. ‘I’ve been drinking all night long’ en ‘Looking for that woman that sells cocaine’ bijt ze het publiek toe in het eerste nummer. Ze klinkt een stuk ongepolijster dan op haar album Ivory Castanets, en hamert haar akkoorden alsof ze in een grungeband speelt. Het zittende publiek laat het gedwee over zich heen komen.
De springerige soul van de uit Atlanta afkomstige Mattiel en haar band, werkt aanvankelijk heel aanstekelijk. Een goede keuze om haar in de foyer te laten spelen, want hier blijf je best even voor staan. Maar na een paar nummers valt al gauw op dat Mattiel alleen heel hard uit volle borst zingt en dat haar band weliswaar superstrak speelt, maar uitsluitend in de hoogste versnelling. Het gebrek aan dynamiek doet haar show geen goed. En ook zou het geen kwaad doen als Mattiel tenminste één keer zou lachen. Maar dat zit er echt niet in vanavond. Gauw dus naar de volgende act.
Father John Misty is de derde en laatste act in de Grote Zaal. Met veel pathos, danspasjes en een hagelwit pak zingt eerwaarde John Misty onder meer nummers van zijn bejubelde albums God’s Favourite Customer en voorganger Pure Comedy. Het publiek eet uit zijn hand en zijn trouwste discipelen vooraan, laten zich met overgave zegenen door de rijk gearrangeerde songs. Dat het theater van Father John Misty met gevoel voor ironie moet worden aanschouwd, maakt hij nog eens duidelijk als hij zich na een aantal nummers tot het TakeRoot publiek richt en zegt: “Americana music, that’s music made by Americans that only Europeans listen to!” Voor écht Amerikaanse muziek, zou de organisatie volgend jaar Post Malone naar de Oosterpoort moeten halen, luidt het wijze advies van Father John. We zullen zien.
Terwijl Father John Misty in de grote zaal speelt is er in de Kleine Zaal van de drukke Oosterpoort een feestje aan de gang: American Aquarium is terug in de stad. Zanger BJ Barham weet het nog goed: “Een paar jaar geleden openden we TakeRoot voor pakweg 50 man.” Nu staan ze in een volle Kleine Zaal en speelt de band uit Raleigh, North Carolina de pannen van het dak met pakkende country die zowel in de eerste als vierde versnelling imponeert.
Met lichte tegenzin begeven we ons daarom voortijdig naar de krochten van de Oosterpoort omdat je er niet te laat bij moet zijn vandaag: Anthony D’Amato toont zich gelukkig een uitstekend gastheer en met zijn vlotte babbel en lekker klinkende liedjes pakt hij de zaal in no-time in. Zelfs community singing is geen enkel probleem.
De uit Nieuw Zeeland afkomstige Marlon Williams mag TakeRoot afsluiten in de Kleine Zaal. Als je de stemmen van Roy Orbison, Chris Isaak en de man die vroeger Antony Hegarty heette door de blender zou halen, komt daar ongeveer de stem van Marlon Williams uit. Spatzuiver, mierzoet en met veel gevoel voor drama zingt hij zijn naar pop neigende liedjes. Voor bezoekers die houden van een rauwer randje, is dat wel erg gepolijst. Zij spoeden zich naar Sarah Shook….
Een beetje tegenvallend is die afsluiter in de Kleine Zaal. We hadden ons van tevoren verheugd op Sarah Shook & the Disarmers, maar op de één of andere manier slaat de vonk echter niet over. Het kan ook zijn dat er al teveel moois is geweest.
Concluderend: John Moreland was het absolute hoogtepunt van TakeRoot 2018, terwijl American Aquarium, Garrett T Capps, Trampled By Turtles en Shaky Graves een mooi feestje bouwden. Neko Case bewees haar reputatie en Marlon Williams was dé verrassing.