Een volgelopen Vera is al aardig opgewarmd door het Nederlandse duo G.O.D. Na een kort intermezzo van een niet aangekondigde extra support act, komt de immer vriendelijke doch nonchalante Andrew Fearn, de man achter de beats van Sleaford Mods, met zijn laptopje het podium oplopen. Gevolgd door de charismatische frontman Jason Williams.

Het is een onwaarschijnlijk succesverhaal. Twee veertigers uit (of all places) Nottingham, die de afgelopen jaren in het Verenigd Koninkrijk zonder gitaren zaal na zaal op zijn kop spelen en daarbij en passant de punk een nieuw jasje weten te geven. Sleaford Mods is een fenomeen.

Punk? Ja, want wie Jason Williams tekeer hoort gaan op het podium kan bijna niet anders dan de vergelijking trekken met de grote vertolkers van dit genre. Mannen als Johnny Lydon (Sex Pistols) en Mark E Smith (The Fall) die vitriool spuiten tot een kunst hebben verheven. Jason Williams past thuis in dit rijtje.

Achter hem staat Andrew Fearn zorgeloos aan een biertje te lurken. Het werk is thuis gedaan in de studio waar hij zijn beats en riffs in elkaar zet. Op het podium hoeft hij – slechts gewapend met een zwaar bestickerde laptop – alleen de tracks in te starten. Al na twee nummers ontstaat er een moshpit en wordt het even onvriendelijk, maar Williams sust de boel: “We come here to spread love”.

Sleaford Mods

Sleaford Mods

Toch zou je dat niet zeggen als je de zeldzame urgentie in de teksten hoort, die allesbehalve liefjes zijn. Maar hey, er mag natuurlijk gefeest worden. Dat gebeurt dan ook volop in een set die wordt gedomineerd door nummers van de net verschenen plaat English Tapas. Daarna volgt nog een afgedwongen toegift waarin de temperatuur met crowdpleaser Jobseeker nog één keer naar het kookpunt stijgt.

Dan is de koek op. Dit concert zou zomaar eens hoge ogen kunnen gaan gooien in Vera’s concert van het jaar-poll.

Sleaford Mods

Sleaford Mods

Sleaford Mods

Sleaford Mods