Als de dames het podium betreden blijkt dat zij helemaal volgens het boekje gekleed zijn. Anna Fleuri Wolters tapet haar gitaarband voor de zekerheid nog even vast, de bassiste heeft een flinke dos rood geverfd haar, er zijn meerdere tattoo's zichtbaar en de drie stralen uit dat het een avondje zonder al te veel poespas gaat worden. “Inpluggen en knallen met die zooi” lijkt de blik van Julia Bekker dan ook te zeggen als ze achter het drumstel kruipt. De andere twee sluiten zich daar helemaal bij aan en zetten na een vlugge blik naar elkaar en het publiek het eerste nummer in.
Op muzikaal vlak houdt de band het voornamelijk hard en kort zoals het hoort bij punkmuziek. Veel gitaar en stevige drums zijn sleutelwoorden in zijn composities. Hoewel de nummers staan als een huis en strak worden uitgevoerd ligt er toch gevaar op de loer. De muziek wordt snel eentonig en het onderscheid tussen het ene en het andere nummer wordt steeds vager naarmate de avond vordert. De enige variatie zit hem in de teksten, zo wordt er bijvoorbeeld een nummer in het Duits gezongen en wisselen Wolters en Bekker elkaar in het nummer Run Away op een toffe manier af, wat zorgt voor een opleving. Maar de teksten worden met te weinig kracht gezongen waardoor het verdrinkt in het gitaar- en drumgeweld.