Als een spontane toevoeging aan het programma mag Chris Simmons uit Brighton als eerste de flink volgelopen Lola opwarmen. Gisteravond stond hij nog in een uitverkochte Oosterpoort als het voorprogramma van Passenger. Omdat hij toch in de buurt was wilde hij nog wel een avondje spelen. Zijn afkomst verraad hij niet alleen met zijn accent, maar ook met het beroemde piekhaar waar de eeuwig ruziënde gebroeders Gallagher in de jaren negentig furore mee maakten.
Simmons bedient zich van hetzelfde folk-recept waar zijn collega’s Passenger en Gavin James ook wel raad mee weten. Zijn warme, wat hese stem is aangenaam om naar te luisteren, en met een uithaal hier en daar houdt hij het in het eerste nummer nog wel spannend. Wanneer hij als tweede nummer een cover van Wonderwall inzet gaan de wenkbrauwen wel even omhoog. Oasis is dus niet alleen een invloed bij de kapper, maar ook muzikaal. Als je dit tot in den treure gecoverde nummer wil spelen moet je wel van héle goede huize komen en Simmons maakt het hier niet waar.
Het wordt na een paar nummers ook allemaal wat te jolig. Een liedje over het leven als roodharige in het Verenigd Koninkrijk (erg zwaar, want meisjes swipen je naar links als ze je haarkleur zien op je Tinderfoto) wordt al snel erg melig. Gelukkig is het laatste nummer, over zijn jong overleden broer, van alle flauwigheid gestript en een mooie ode aan zijn familie. Chris Simmons speelt het rolletje van singer-songwriter nét even iets te serieus.