We hebben het al vaker gezegd: the blues never dies. Dit was zaterdag 29 april maar weer te zien aan de mooie opkomst bij de Rhythm & Blues Night 2017 in de Oosterpoort. Het grootste bluesevenement van Groningen trok dit jaar weer volle zalen met opvallend veel jong publiek dat haar weg tussen de baarden en paardestaarten wist te vinden. Terecht, want de blues is pure muziek. De blues slaat een brug tussen generaties en geslachten en is een taal die iedereen spreekt. Noem ons melancholisch of aanstellerig maar wij genieten daarvan en van de aanwezige artiesten, want we werden weer verwend dit jaar.

The Reverend Shawn Amos

Wie een blik op het programma van vanavond werpt zal de opvallende naam van The Reverend Shawn Amos niet ontgaan. Amos, zoon van een Amerikaanse chocoladekoekjestycoon, nam zijn voorvoegsel niet uit religieuze overwegingen aan maar brengt ermee een hommage aan blues- en gospeldominees van weleer zoals Reverend Gary Davis. In paars pak gehuld en getooid met het karakteristieke witte hoedje ziet Amos er net zo opvallend uit als zijn naam klinkt. Zijn muziek is echter traditioneler van aard. Terwijl The Reverend met zijn harmonica over de ritmes scheurt pompt de band klassiek gecomponeerde doch modern klinkende bluesknallers uit hun instrumenten, samen een sound creërend die perfect tot wasdom komt in een swingende cover van Sonny Boy Williamson’s Good Morning Little Schoolgirl. Die harmonica blijkt echter niet het enige wapen in Amos’ arsenaal, want ook de stem waarover hij beschikt mag er zijn. Van fluisterend zacht tot bulderend als een duivelsuitdrijver, de dominee grijpt iedereen in het publiek bij de kladden en dwingt ze te luisteren naar wat hij te zeggen heeft. Zelfs als Amos buiten de microfoon om zingt overstijgt zijn stemgeluid de versterkers nog. Dat de stroom van de gitarist halverwege uitvalt zou de show voor vele artiesten dan ook verpesten, maar niet voor The Reverend. Hij neemt de solo gewoon op de harmonica over en preekt zich er daarna handig uit: “We’re so hot we even blew the power out.” Amen.

Pokey Lafarge

Alles rondom Pokey Lafarge, geboren als Andrew Heissler, doet denken aan vervlogen tijden. Denk bijvoorbeeld aan de film O Brother, Where Art Thou? De zanger heeft hetzelfde hoge, vibrerende stemgeluid als wat je terughoort op oude 78 rpm singles met oude gospel, jazz of blues. Lafarge betreedt het podium als een keurige jongen, netjes gekleed en zijn haren strak in de plooi. De gitarist neemt vanavond een zeskoppige band mee, die samen voor een heel vol geluid zorgen. De nummers van Lafarge zijn aanstekelijk, vrolijk en nodigen uit tot voorzichtig dansen, wat voorin de zaal al gauw gebeurt. De zanger heeft altijd beweerd dat hij geen oude muziek maakt maar muziek die nooit uit is gestorven en vanavond bewijst hij zijn gelijk. Een uur lang is de grote zaal van de Oosterpoort gevuld met een enthousiast publiek, hangend aan de lippen van meneer Lafarge. De groep vindt zeker het wiel niet opnieuw uit, maar steekt de muziek in een jasje waarmee het nog mooi een aantal jaren mee kan.

Devon Allman Band

Allman, waar hebben we die naam eerder gehoord? Juist, Devon Allman is de zoon van Gregg, oprichter van de legendarische Allman Brothers Band. Wat meteen opvalt is dat Devon helemaal niet over zijn vader en de van daaruit verkregen inspiratie begint te zwetsen en ook qua sound is hij weinig aan de oude Allman verschuldigd. Weg zijn de uiterst herkenbare majeurloopjes van de Allman Brothers. Wat Devon laat horen is meer op klassieke leest geschoeide mineurblues. Het lijkt er dan ook niet op dat de jonge Allman op de vergelijking met zijn vader zit te wachten maar goed, dan moet hij zijn band deze naam maar niet laten dragen. Devon doet in elk geval zijn best om er vanuit zijn eigen kwaliteiten een mooie show van te maken. Een kundig gitarist is hij zeker en de enkele majeurloopjes die toch in zijn spel sluipen zorgen voor leuke momentjes van herkenning. Wat echter ontbreekt is een echt sterk nummer. Allman speelt toch vooral lange solo’s over vrij standaard bluesbeats, een onvergetelijk refrein blijft uit. Dit, gecombineerd met het dus ontbreken van dat unieke Allman-gitaarspel (als de slaggitarist een solo mag spelen klinkt deze niet veel anders dan die van Allman zelf) maakt dat deze show herinnerd zal worden als prima, maar weinig bijzonder.

 

Walter Trout

En dan de heer Walter Trout. De bluesgitarist speelde al met Canned Heat, John Lee Hooker en John Mayall, allen grootheden binnen het genre. Enkele seconden nadat Trout met zijn drie bandleden het podium heeft beklommen weet je ook waarom je zou willen samenwerken met de man: het is een echte gitaarvirtuoos. De eerste minuten van het optreden zijn een aaneenschakeling van razendsnelle riffs en inventieve solo's. Eigenlijk raast de gitarist zo het hele optreden door. Een eerbetoon aan B.B. King kan niet ontbreken in een show van Trout, hij was goed bevriend met de blueslegende en het nummer Say Goodbye To The Blues wordt aan hem opgedragen. Het optreden krijgt een emotioneel randje wanneer er een aantal nummers van het album Battle Scars wordt gespeeld. De gitarist schreef dit album nadat hij de dood in de ogen had gekeken door een leveraandoening. Na een levertransplantatie moest hij opnieuw leren praten, schrijven en gitaarspelen. Vanavond blijkt dat hem dit alledrie is gelukt. Ook zoon John Trout komt een duit in het zakje doen en hij heeft duidelijk het talent van zijn pa overgenomen. De twee vechten een heus gitaarduel uit, met als grote winnaar het publiek. Walter Trout heeft vanavond laten zien dat hij het nog steeds kan.

Walter Trout

Dan Patlansky

Meteen daarna, het publiek amper bekomen van Trout’s gitaargeweld, bestijgt in de foyer een andere virtuoos de planken. Dan Patlansky komt helemaal uit Zuid-Afrika en wordt daar een van ’s lands grootste gitaristen genoemd. Wanneer hij de snaren beroert wordt ook meteen duidelijk waarom: Patlansky speelt werkelijk de pannen van het dak. Zijn moddervette sound doet denken aan die van niemand minder dan Stevie Ray Vaughan. Het gebruik van een gepokte en gemazelde Stratocaster en Patlansky’s extreme vingervlugheid maken de gelijkenis alleen maar duidelijker. Het eerste halfuur is het dan ook vooral met open mond kijken naar wat je allemaal met een gitaar kunt doen moeiteloos tovert Patlansky de meest ingewikkelde loopjes en akkoorden in rap tempo uit de vingers. Zingen doet hij naar tevredenheid. Het is niet heel bijzonder, maar als je zo kunt spelen is dat niet erg. In de tweede helft van het optreden slaat de verbazing echter toch een beetje om in twijfel: waar gaat dit naartoe? Helaas moeten wij u het antwoord schuldig blijven. De Zuid-Afrikaan is ontegenzeggelijk een fenomenale gitarist, maar weet maar niet die denderende groove te pakken te krijgen waar Vaughan zo in uitblonk. Daarin zit hem het verschil tussen de grootste gitaarvirtuozen: een steengoede solo en een solo die voelt alsof je door een stoomtrein wordt overreden. Het verschil tussen Patlansky en de écht allergrootsten van de blues.

Nikki Hill

In de entreehal wacht dan nog Nikki Hill met haar vierkoppige band. Mevrouw Hill zelf valt meteen op door haar bijzondere verschijning, maar ook door haar eigenwijze en zelfverzekerde manier van optreden. Haar scherpe, snerpende stem snijdt als een mes door de zaal en dit combineert heerlijk met de groovende bluesrock van haar band. De riffs en algehele vibe van de muziek doen sterk denken aan de begindagen van The Black Crowes. Hoewel de frontvrouw veel aandacht opeist mag de band ook zeker niet vergeten worden. Muzikaal gezien loopt het allemaal lekker en dit kan voor een groot deel toegeschreven aan gitarist Matt Hill, echtgenoot van Nikki. Hij speelt strak, groovend en weet wanneer hij zich moet inhouden. Daarnaast werkt het enthousiasme waarmee hij de riffs uit zijn gitaar perst aanstekelijk. De band zet een piekfijne show neer, geleid door het echtpaar Hill.

Fink’s Sunday Night Blues Club

Fink’s Sunday Night Blues Club

Fink’s Sunday Night Blues Club

Little Hurricane

Little Hurricane

Joan Osborne

Joan Osborne

Avery*Sunshine

Barrelhouse

Dan Patlansky

King of the World + BP Horns

King of the World + BP Horns

Marcus King Band

Junior Mack