Terugkijkend op 2017 waren er voldoende hoogtepunten: zo was er het geweldig intense concert van David Eugene Edwards met zijn band Wovenhand in De Oosterpoort. Ook uit Groningen was er genoeg moois: Joost Dijkema brak dit jaar definitief door met een geweldige plaat en een paar prima concerten en op de valreep speelde The Baby Salad downstage in Vera het spreekwoordelijke dak eraf. Last but not least was er de terugkeer van Eddie Spaghetti met zijn Supersuckers. De man overwon een dodelijke ziekte en stond weer op het podium. Gelukkig maar. Daartegenover stond de dood van Fred Cole van Dead Moon, die eerder dit jaar nog wel één keer terugkeerde in Vera voor een ontroerend mooi concert.
Het is alweer de laatste week van het jaar en dus is het de hoogste tijd om terug te kijken. Er was weer genoeg te beleven op muzikaal gebied, maar wat waren de hoogtepunten van 2017? Een aantal schrijvers van 3voor12 groningen blikt terug.
Harold Zijp
Hadassa Oostindiër
Het afgelopen jaar heb ik veel verschillende acts voorbij zien komen. Eén ervan staat voor mij met stip op nummer één: het optreden van Orange Skyline in een uitverkocht Vera. Een tikkie over the top in een glitterjasje, maar in het geheel klopte het. De heren weten hoe ze het publiek moeten bedienen en zetten echt een sterke performance neer. Dit gecombineerd met goed in elkaar zittende funky synthpopnummers, met hier en daar een knipoog naar basloopjes en riffjes van Daft Punk, maakte het een compleet optreden. Met in de maanden na Vera een radioperformance bij Giel Beelen op Veronica en een optreden bij 3FM Serious Request, is de band nu op weg om een groter publiek voor zich te winnen.
Saskia Evers
Liedjes maken die nog deprimerender zijn dan het nieuws, zodat mensen zowaar nóg zwaarmoediger naar huis gaan dan ze kwamen. Dat was het doel van de Britse singer-songwriter Tom McRae toen hij in september De Oosterpoort aandeed. Nummers als End Of The World News (Dose Me Up), Bloodless en Boy With The Bubblegun geven inderdaad weinig hoop voor deze wereld, maar het was vooral de stem van McRae in combinatie met de dramatische muzikale klanken die tot tranen roerden en diep in je ziel sneden. Vrolijk was het optreden wellicht niet, maar het was wel adembenemend mooi. Zo mooi dat ik De Oosterpoort stiekem tóch met een geluksgevoel verliet.
Jan van der Meulen
Om maar even met een smakeloos cliché te beginnen: 2017 was een jaar vol hoogtepunten op muziekgebied. Wij mogen in het Noorden met z’n allen toch maar dankbaar zijn dat er altijd weer zo’n sloot topartiesten speciaal voor ons boertjes helemaal naar de periferie zeult. Dus bij deze: bedankt!
Toch staken er twee shows bovenuit dit jaar, beide in Simplon, beide in mei. Beide voor mij ook de vleesgeworden nostalgie trouwens. Ten eerste was daar Big Daddy Kane: eentje uit de reeks van ouwe hiphop-helden die Homebase met enige regelmaat naar de zaal haalt. De oude meester werd in zijn hoogtijdagen al door mede-rapsterren geroemd om zijn fabelachtige techniek en podiumprésènce. Anno 2017 springt Kane er met deze zaken nog altijd uit. Hij is steengoed en straalt op 48-jarige leeftijd ook gewoon nog meer energie uit dan menig jonkie. Het publiek ging terecht uit de collectieve plaat: de old school hiphop uit het New York van de jaren negentig bleek nog springlevend. Terwijl we ons aan dit relikwie uit die tijd vergaapten was het heel eventjes of waren we er zelf bij.
Over relikwieën gesproken: diezelfde maand maakte Hausmagger zijn opwachting aan het Boterdiep. Met frontman Theo Wesselo, als helft van het duo Rembo en Rembo een grote jeugdheld van mij, aan het roer. De opkomst was aan de lage kant. Ik ging er met een leuke groep vrienden heen en we vormden zo ongeveer een kwart van de aanwezigen. Het bleek de sfeer echter niet te deren. Wesselo is sowieso een vrij onorthodox figuur, maar een optreden dat steeds onderbroken wordt om moppen te vertellen, zakjes chips in het publiek te gooien en gore opmerkingen tegen de eerste rij te maken, dat zie je nergens.
Yorick Altena
In het jaar 2017 heb ik weer heel wat mooie, memorabele acts voorbij zien komen. Zo was ik bij optredens van Lee ‘Scratch’ Perry en UK Subs, beide te classificeren als levende legendes (of fossielen). Ook Hausmagger heb ik mee mogen maken: knettergek, hilarisch, maar tegelijkertijd briljant.
De beste show die ik dit jaar mocht aanschouwen vond echter al vroeg in het jaar plaats, tijdens een met sneeuw overgoten avondje Eurosonic. Het uit België afkomstige trio Brutus, onder strenge leiding van zangeres/drummer Stefanie Mannaerts, mocht aantreden in De Etage en produceerde daar een bak lawaai die me de rest van het jaar is bijgebleven. Alle volumeknoppen op stand 11, en rammen maar. Ik wist werkelijk niet dat er zoveel geluid in zo’n klein zaaltje past.
Ernst Jeuring
Sinds 1998 fietste ik wekelijks van mijn huis naar Het Viadukt: door de Nieuwe Ebbingestraat, Oude Ebbingestraat, Grote Markt, Gelkingestraat, stukkie Zuiderdiep, Rademarkt, Verlengde Oosterweg en ten slotte de H.L. Wichersstraat. Was het niet om te repeteren met een bandje dat op niet meer dan de loftuitingen van mijn moeder kon rekenen, dan was het wel om bandjes te kijken. Op 18 maart reed ik de route voor het laatst. Opgejut door de sloopkogel liet de repetitie- en concertruimte voor de laatste maal zien dat het met de bandjescultuur in Groningen wel snor zit. Tien puike bandjes knalden het asfalt boven het podium naar beneden, en verrichtten op die manier het nodige voorbereidende werk voor de slopers. Een zeer geslaagde avond, al is het verdwijnen van deze mooie concertzaal vanzelfsprekend geen hoogtepunt te noemen.
Tijdens TakeRoot werd ik bovenmodaal aangenaam verrast door Eilen Jewell, de frêle Amerikaanse die met haar ijzersterke band ambachtelijke rock-n-roll voorschotelt. Ik had niet eerder van haar gehoord (foei), maar zal haar niet snel vergeten. Wát goed. Na afloop natuurlijk meteen een LP (Sea Of Tears) gekocht en als een bakvis in de rij gestaan om het album door haar te laten signeren. "Love & Luck" wenste ze me toe, de schat.