Toen ik een jaar of 15 was, ontmoette ik Bram. Een smalle jongen met sluik blond haar en een T-shirt van Foo Fighters. Hij was een ongelooflijke muziekfanaat, dankzij hem leerde ik ‘echte rock’ kennen. Scheurende gitaren, keiharde drumpartijen en een frontman die de longen en emotie uit zijn lijf schreeuwde. Ik vond het prachtig. In die tijd luisterde ik erg veel muziek. Het verspreidde zich als een olievlek van rock naar indiepop, Nederlandstalige en alternatieve muziek. In die tijd begon ik een playlist op Spotify bij te houden van alle nummers die me aanspraken. Laatst bekeek ik die lijst weer en er viel me iets op. Van alle 1200 nummers, op een handjevol na, is de uitvoerende artiest een man.
Sinds 2020 maak ik met mijn goede vriendin Mariam onder de naam ‘Boter bij de Vis’ muziek. We bedenken, schrijven, arrangeren, spelen, produceren en releasen de nummers zelf. Iemand hoorde onze nieuwe single en geloofde niet dat wij met z’n tweeën de beats zelf hadden gemaakt. Onze mastering engineer vertelde ons iets over dynamische EQ en ging ervan uit dat we geen idee hadden waar hij het over had, terwijl we hier in de productie vaak mee te maken hebben.
Een vriend van de radio stelde ons in een interview alleen vragen over zingen, hij ging ervan uit dat we enkel de nummers ingezongen hadden en dat de instrumenten inspelen en het produceren door anderen gedaan was. Op veel momenten denken mensen dat mijn partner – die man is en ook muzikant – heel betrokken is bij het bedenken en produceren van de nummers. Een kennis zei dat ik hem ‘toch wel meer credit zou moeten geven’.