Bij de verschillende sportdisciplines tijdens MadNes is het letterlijk vallen en opstaan. De ene skater of BMX'er klettert af en toe nog harder dan de ander op zijn of haar snuit op een ramp. Bij de optredens lijken de bezoekers het surfen ook niet los te kunnen laten want elke gelegenheid om te crowdsurfen wordt er wel iets of iemand op de handen gegooid. Lees het dagverslag met een selectie van de muzikale belevenissen op deze tweede dag van MadNes.
Starfish
Helemaal uit Castricum staan daar de vrolijke jongens van Starfish. De bandleden verraden qua uiterlijk eigenlijk al een beetje wat er gaat komen: surf, reggae, ska en punk. Ze trappen af met een eigen gemaakte versie van Bang Bang van Nancy Sinatra. Het nummer gaat over in hun eigen nummer Dangerzone. De verschijning van de jongens blijkt een juiste voorspelling, want al snel is de tent gevuld met relaxte reggae melodieën. Gitarist Thomas Wobben perst er veel mooie solo’s uit, die jammer genoeg overstemd worden door de allesdoordringende basgitaar. Gedurende de rest van de show blijft de bas te luid, maar zorgt wel voor een constant ritme waar het publiek op kan bewegen. De band laat vakkundig pauzes vallen, waardoor er naar een climax toegewerkt wordt en zodra dit gebeurt gaat het publiek los. Ook hier moeten we op een gegeven moment door de knieën om volgens op te springen en los te gaan, een handig trucje om de energie erin te houden. Om de band af te doen als een simpel ska bandje is wat kort door de bocht, de nummers zijn behoorlijk divers en de energie is continu hoog. Drummer Elmar trekt een vrijwilliger uit het publiek die met het laatste nummer mee mag spelen op de tamboerijn, die gelukkig, niet uitversterkt is. (SdG)
Hackensaw Boys
Tijd voor een band uit Charlottesville(USA). Een plek die vorig jaar veel in het nieuws is geweest door een extreem rechtse alt-right demonstratie. Gelukkig gebeurt er in de staat Virginia meer dan dat. Het is namelijk ook de plek waar ongeveer twintig jaar geleden de Hackensaw boys zijn ontstaan. Zanger David Sickman is de vaste factor in de band, waar de rest van de bandleden inwisselbaar blijken te zijn. Het typische blue-grass geluid wordt vanavond versterkt door de violist en banjospeler Jimmy Stelling. Zanger David Sickman heeft een helder stemgeluid en is met recht de spil van de band. Drummer Bryan Gorby doet zijn ding op zijn gemodificeerde drumstel(charismo), wat bestaat uit een bassdrum en wat blikjes. Hier en daar doet de muziek denken aan Mumford and Sons, maar die zijn waarschijnlijk zelf geïnspireerd door de Hackensaw Boys. Er zijn wel vergelijkbare bands die misschien beroemder zijn, maar deze act blinkt uit in authenticiteit. Nergens worden er trucjes uitgehaald met het geluid, de sound is daardoor puur en komt recht uit het hart. (SdG)
Altin Gün
De soundcheck loopt aardig uit bij Altin Gün, en dat heeft zo zijn voordelen. Want het geluid is kristalhelder wanneer deze Amsterdams/Turkse band aantreedt. De groep staat bekend om hun psychedelische muziek geïnspireerd door Turkse folk, rock en disco uit de jaren 60 en 70. Een intrigerend mengsel, dat een hallucinante atmosfeer teweegbrengt in de BaroNes. Geen feestelijke fanfare of simplistische ska, maar juist de nadruk op indrukwekkend musiceren met subtiel opgebouwde passages en multidimensionale gitaarlijnen. Dit dankzij een dynamische band met een gezamenlijke chemie, mooi afgemaakt door het gebruik van percussie en de saz. Maar de grootste troef is de strak ingekapselde ritmesectie, geslagen en gepingeld door percussionist Gin Groeneveld, drummer Nic Mauskovic en bassist Jasper Verhulst. Die grooves bieden een interessante tegenhanger voor de dromerige gitaarmelodieën en synths, veelzijdig en onnavolgbaar. De band bereikt daarmee stukje bij beetje het punt van muzikale euforie, waarbij de climax magistraal opstijgt, opzwepend en euforisch. Zonder meer een dampend optreden dat bol staat van muzikale kleuren, als een op hol geslagen caleidoscoop op het oog in een wazige gemoedstoestand. (MS)
Primo
In de namiddag staat de Rits aardig vol wanneer Primo opkomt. In een koeienbroek en met een microfoon in de aanslag probeert Primo de mensen te overtuigen met zijn Nederlandse hiphop “gedichten”. Over het algemeen zijn deze teksten niet echt goed te verstaan, maar nummers met titels als ze kan niet dansen vallen wel op. Primo maakt voornamelijk gebruik van samples en hoewel dat niet altijd de siuatie hoeft te zijn missen er bij deze wel echt wat muzikanten om de boel spannender te maken. Het geheel wordt wat saai en mist diepgang. Bij het tweede nummer zet hij dan ook het verkeerde bandje aan. Hij lijkt zich er wat gemakkelijk van af te maken zonder de instrumenten en de oppervlakkige teksten. Wanneer er een gangster-rap track wordt aangezet met de titel ‘Ik Wil Kip’ is de toon van de ietwat ongepaste set wel duidelijk. (SdG)
Pinheadz
Na een afwezigheid van 8 jaar is het tijd voor de terugkeer van de trots van Ameland: Pinheadz. 10 jaar lang maakten deze knakkers menig podium onveilig, dus het is een uiterst heuglijk, goddelijk mooi moment om ze bij hun thuiswedstrijd te aanschouwen. En hoe, want vanaf het begin gaat het gas erop. Confetti, witte overalls en puntmutsen worden veelvuldig uitgedeeld, binnen de kortste keren resulterend in totale chaos... De geruchten van een hardrockhoek hebben de ronde gedaan, met een massaal uitpuilend hok als gevolg. Het lijkt zelfs nog een tandje harder te gaan, Nederpunk van het messcherpe soort, snijdend op het bot met lekker uitgewerkte riffjes en pakkende ritmes. Dit verpakt in traditioneel bondige nummers,uitpuilend van de energie, gebotvierd op het publiek. Het publiek beantwoordt door te crowdsurfen alsof het een lieve lust is. De eindeloos kolkende moshpit zorgt er zelfs voor dat de bassist zijn surfskills al spelende laat zien. Kortom: een legendarisch punkpartijtje met peper in de reet, waar de energie de bunker uit sijpelde, op zoek naar elk mogelijk gastlichaam. (MS)
Kouwemakkers
Inmiddels is de kilte van de wind buiten het altijd gezellige Buurtcafé aardig voelbaar, met het inmiddels afgekoelde zweet afkomstig van het Pinheadz optreden. Verrassend genoeg juist een goed moment voor een cooling down. Want na die uitputtingsslag van Pinheadz, voelt Kouwemakkers met presentator Johan Schoterman als een vredige brakheid van een nachtje stevig doorpakken. Daarmee bedoelende: chillend in bed met koffie en Netflix, stoïcijns genieten maar geen ledemaat bewegend. Dat Johan nog een stem heeft, bewijst hij met zijn gebrul, weerklinkend over heerlijk vadsige rock’n’roll. Meer intiem en ontspannen dan bij Pinheadz, maar dat is voor nu heel fijn. De aanwezigen kunnen de hardrockende meezingers dan ook prima bekoren. Die cooling down wordt weldra opgevolgd door het uit bmx-ers bestaande Fuck Fuck Fuck, een illustere band die de rockbunker opnieuw finaal afbreekt. En dan ook echt, met een frontman hangend aan de Miss WetNes kooi, een oneindige moshpit en zelfs nog een knap beschonken waaghals die vanaf het hoogte puntje van de kooi de sprong waagt, gelukkig opgevangen door een stel kleerkasten van rockers. Veel meer woorden zijn niet nodig, maar daden, en Fuck, Fuck, Fuck is dan ook een prettig gestoorde afsluiter die het Buurtcafé verward en vermurwd achterlaat. Nog beplakt met andermans zweet, doemt er dan ook de realisatie bij menig toeschouwer op: Satan’s Buurtcafé heeft zich op legendarische wijze op de kaart gezet. Volgend jaar dus maar een groter honk, want het puilde uit. (MS)
Tatarian Diskotek
New Wave duo Tatarian Diskotek, bestaande uit Jip Frank en Luc Janssens, is met twee man extra naar het eiland gekomen. Extra mankracht die op het podium goed van pas komt. De ambient klinkende synths en stuwende bas worden aangevuld met blazers en drums. Een vrolijke trombone vuurt het publiek aan terwijl de vingervlugge toetsenist tussendoor doodleuk een trompet ter hand neemt om een potje mee te blazen. De MadNes-gangers bezweren de kou door zich in de festivaltent op te warmen met malle dansjes. De eendere donkerpaarse shirtjes van de bandleden mogen wel worden omgeruild voor iets flitsenders. Het duo bekend weinig podiumervaring te hebben, wat geen verrassing is. De New Wavers lijken nog wat zoekende naar een geschikte live-formule. Ze zijn iets te geconcentreerd op hun spel om zelf echt van het optreden te kunnen genieten. Het inmiddels opgewarmde publiek doet dat overduidelijk wel. (VM)
The Stiff Joints
Het feest barst echt los wanneer wederom een Engelse ska-brass band het podium van de Barones onveilig maakt. Dit keer is het The Stiff Joints Vanaf de eerste tien tellen gaat het publiek helemaal los. De bandleden lijken zelf ook al genoten te hebben van het festival, want geheel nuchter ogen ze niet. Dit doet niet af van het muziekspel: het geheel zit goed in elkaar en de timing van de blazers is top. Wanneer ze Nirvana’s Lithium spelen gaat het dak er af. Weinig vernieuwend klinkt het niet, maar zo’n ska-band is altijd een gegarandeerd succes op een festival als MadNes. De ritmesectie valt wat weg door het geweld van de blazers, waardoor de climax in sommige gevallen wat wegblijft. De heren zetten een sterke en solide show neer en weten vooral met herkenbare covers als I Want To Break Free het publiek omver te blazen. Van begin tot eind is er een en al beweging in de Barones. (SdG)
Los Paja Brava
Buiten is het zaterdagnacht stervenskoud. Maar in de Hoempert is een heet feest gaande waar de festivalgangers zich het zweet in de bilnaad dansen. Het uitbundige collectief Los Paja Brava zet de grote festivaltent in lichterlaaie. Dat het MadNes-weekend op wat minder zonnestralen kon rekenen dan gehoopt, maakt ineens niet meer uit. Deze muzikanten dragen de zon in hun hart met zich mee. Hun onweerstaanbare cocktail van Chileense cumbia, rock en ska tovert nog een glimlach om de mond van de grootste cynicus. Met een keur aan instrumenten waaronder blazers, viool, accordeon en een niet te stoppen exotische ritmesectie trekken ze alles uit de kast. Probeer je voeten dan maar eens stil te houden. Een onmogelijke opgave.