Deze jonge Eindhovense band mag vandaag de tent ‘De Mist’ inwijden met zijn vette Desert Fuzz sound. Het drietal bestaat vandaag een jaar en dat feestje wil de band ook graag vieren. In het begin van de set komen al feesthoedjes tevoorschijn en worden er zakjes chips in het publiek gegooid. Verder is er niks kinderachtig aan de show; er wordt een stevige en strakke drie kwartier muziek neergezet. De bassist start veel nummers met een fuzzy, Thee Oh Sees-achtige baslijn waarna al snel het geweld van de drummer en gitarist volgen. Doordat de de bassist en de gitarist afwisselend de leadzang voor hun rekening nemen blijft de mix van fuzzrock en stoner interessant. Deze band gaat zeker meer van zich laten horen de komende tijd. (CZ)
Misty Fields is inmiddels uitgegroeid tot een begrip in de regio. Wat begon als een huwelijksfeest in de tuin is uitgegroeid tot een driedaags festival dat staat als een huis door de vele vrijwilligers uit Asten en omgeving. Na de succesvolle vrijdag met o.a. Metz en Equal Ediots mag ook het programma op zaterdag er zijn. Naast de 3voor12/Eindhoven dj-set doet het team ook verslag van de zaterdag.
The Ballet Bombs
Niko
Niko presenteert zich graag als slick en sleazy en dat lukt meteen met het funky openingsnummer, waar alleen “Oh Yeah” en “All right” wordt gezongen. Het gegrap gaat verder tussen de nummers door en in de komische teksten van de zanger. Met one-liners als “de volgende is ook zelf geschreven” en “we gaan nu over op al onze hits” trekt de band het publiek steeds dichter bij zich. De band speelt veel ballad-achtige nummers waardoor liedjes als ‘Good Ol’ Boy’ er extra uit springen. De mellow catchy pop doet denken aan Rolling Coastal Blackout Fever en King Tuff en werkt goed in het gezellige bos van Misty Fields. (CZ)
Tekst gaat verder onder de foto.
Lewsberg
Het Rotterdamse Lewsberg is een excentriek groepje muzikanten. Althans, excentriek in al zijn banaliteit. Zanger en gitarist Arie van Vliet, die oogt als een stijlvolle hockeyvader, oreert zijn teksten met een schaamteloos Rotterdams accent, begeleidt door Velvet Underground-achtige, rustig schurende gitaarpartijen. Wanneer Van Vliet even niet hoeft te zingen of spelen, kan er geen knikkend hoofd of tappend voetje vanaf. Nee, hij blijft beleefd naar het publiek staren. De rest van de band jakkert met stoïcijnse blikken door. En het is een heerlijk aangezicht.
Muzikaal gezien is het even vermakelijk. De nummers, afkomstig van het dit jaar verschenen debuutalbum, bestaan uit een verzameling repetitieve gitaarlijnen die ook aan een modernere act als Ought doet denken. Het gitaargepingel duurt rustig voort zonder dat het gaat vervelen. Heel even komt het echt los, wanneer gitarist Michiel Klein tijdens afsluiter ‘Terrible’ een bak herrie uit zijn gitaar knalt. Indrukwekkend hoe zo’n set toch, zonder extra concentratie, drie kwartier interessant kan blijven. (SA)
Komodo
Het begint steeds drukker te worden in het bos als Komodo aantreedt. De psychedelische rock-’n-roll-formatie gaat dit jaar hard. De groep heeft veel shows, doet het goed in het buitenland en heeft dit jaar een contract getekend bij Sony Music. Er zit een werelds tintje en herkenbaarheid in de muziek waardoor het publiek al snel mee gaat dansen. Ook de hit ‘Bengali Crown’ zorgt voor een feestje aan het begin van de avond. De herkenbaarheid maakt het helaas toch ook wat gewoontjes en veel van hetzelfde. De showelementen houden het interessant genoeg om te blijven kijken, maar helaas doen de nummers dit minder. Komodo speelt een goed uitgekiende en strakke show, maar een hoogtepunt ontbreekt. (CZ)
Tekst gaat verder onder de foto.
Moaning
De show van het Amerikaanse Moaning kent een ongelukkige start. Tijdens openingstrack ‘Does This Work For You?’, wanneer de tent langzaam begint vol te lopen, lijkt er iets fout te gaan: een groepje bezoekers besluit het gebied voor het podium te terroriseren en massaal hun rug naar het podium toe te keren. Tot grote irritatie van de band, uiteraard, en geef ze eens ongelijk. Drummer Andrew MacKelvie en bassist Pascal Stevenson proberen er niet op te letten, maar zanger en gitarist Sean Solomon raakt enigszins gedemotiveerd en gaat van zingen over op mompelen. De ongemakkelijkheid is in de tent te voelen. En laat het ook nog eens de laatste show van hun Europese tour zijn.
Na enkele nummers besluit een horde fans om de frontlinie van de tent de annexeren, waarna de band hun dankbaarheid betuigt. Langzaamaan komt de show weer op gang: gitaren vliegen de lucht in en Solomon gooit zijn keelgat weer open. De eerdere frustratie heeft een positief effect op de boze post-punk van deze Amerikanen. Het gitaarspel is scherp en het drumwerk is ijzersterk. Het laatste gedeelte van de set, met nummers als ‘Don’t Go’, ‘Misheard’ en ‘Somewhere In There’ komt dus toch goed tot zijn recht. We kunnen de band met een gerust hart terug naar LA sturen. (SA)
YAK
Bij YAK weet men al dat het een rock-’n-roll show gaat worden. Dat lieten ze vorig jaar ook al zien tijdens hun DDW Music optreden in het Stroomhuis. De band begint met ‘Harbour The Feeling’, een krachtige opener die de tent op Misty Fields meteen omdoopt tot een zweterig café. Het trio heeft deze show een saxofonist meegenomen die verrassend de nummers een extra fuzzy laag geeft. Het harde geluid – wat al de hele dag net iets te veel is in de tent – vergt veel van het publiek, maar toch dringen veel mensen naar voren om deze stevige en heftige show ten volle mee te maken. (CZ)
Korfbal
Korfbal sluit de dag af in de tent. Met de ‘Hitkrant'-EP en de vele shows die de band al heeft gedaan is Korfbal uitgegroeid tot een grote favoriet in Nederland. De jongens, die ook in o.a. Price en The Homesick spelen, willen niet aan een verwachtingspatroon voldoen en experimenteren constant met nieuwe nummers. De stijl lijkt zich steeds te ontwikkelen en is vergelijkbaar met Frankie Broyles, die ook in de band Omni speelt. Live weet Korfbal altijd een goede show neer te zetten en ook deze nacht doen ze dat. Na ‘Dull’ verrast de band met een cover van Pink Floyd’s ‘Lucifer Sam’, waar normaal gesproken ‘Scully’ volgt. Een dikke fuzzy versie neemt het publiek mee en laat duidelijk horen dat de groep wil experimenteren. Na het laatste nummer komt Korfbal gelukkig terug voor een toegift, die voor het publiek eindeloos had mogen duren. (CZ)