Het sfeertje is gelijk lekker. Mooi weer, niet te warm, gebakken kibbelingdampen uit de visstand van Simonis, T-shirts en andere merch, Plein Podium links, gazonnetjes rechts met kinderwagens naast bier en wiet, daarachter het Carrousel podium en daar weer links van, binnenin Musicon, de concertzaal. Natuurlijk trappen we af op het grote Plein Podium; zonder twijfel de plek van de headliners, al is dat ook in opbouwende volgorde met Vive la Fête als afsluiter. Als opener, uit het Haagse: Bottled Waves.
De rockgeluiden die verstopt zitten in de fles van Bottled Waves spreiden zich uit over het Musicon festivalterrein. Prima start van een zomerse zaterdag. Zoals de leadzanger terecht benadrukt: “Het is super mooi weer, we hebben geluk”. Als bezoeker smeer je zonnebrand, houd je de oordoppen bij de hand en zorg je er voor dat je gehydrateerd blijft. Het viertal is een relatief nieuwe band en heeft in april hun eerste volwaardige EP The flood uitgebracht. Dankzij Ready To Play (R2P) staan ze vandaag op Kaderock. De nummers die voorbij komen voelen aan als stevige rock met een dromerige ondertoon. Het nummer ‘The flood’ steekt hier met kop boven uit. In deze track is er duidelijk samenhang te horen tussen de gitaargeluiden en drum dat varieert van hard naar zacht. De band lijkt nog wel wat zoekende naar hun eigen sound, maar daar zou zeker verandering in kunnen komen gezien de potentie die er zeker is.
Dit jaar vieren we Veteranendag op de 27e editie van Kaderock. Het festival sprong op de festivalkalender van begin juni naar eind juni waar het grote gat lag dat Parkpop achterliet. Ook dit jaar moesten we de vrijdag aan ons voorbij laten gaan. Maar de zaterdag van Kaderock pakken we met een vol team op, want wat is er veel fijns en divers te zien! In en rondom Musicon aan de Soestdijksekade is er voor ieder wat wils vandaag: Terzij de Horde, Mula B, Fata Boom, Blaudzun en Vive La Fête zijn zomaar wat namen.
Zijn we bij de live performance van Amy Winehouse op het Glastonbury festival in 2008? Nee. We staan op Kaderock in Den Haag in het jaar 2024. Winehouse bracht slechts twee albums uit en werd wereldberoemd. Amy is niet meer, maar vandaag kruipt Denise van Dorst met haar tribute band Celebrating Amy in de huid van de jazz legende. Celebrating Amy geldt als dé Nederlandse Amy Winehouse tribute band. Met ‘Stronger than me’, ‘My tears dry on their own’ en ‘Just friends’ gaan we terug in de tijd. Amy wijdde deze emotionele nummers aan de liefde van haar leven Blake met wie de zangeres een tijd samen was. Denise van Dorst heeft lef. Om Winehouse te evenaren is veel nodig. De band gooit daarvoor alles in de strijd. De stem van Denise is niet alleen identiek, ook de algehele performance is moeilijk te onderscheiden van het origineel. Denise maakt een quasi verstrooide indruk en maakt opmerkingen over drank zoals: “This is definitely no water in my cup” en “Where is my beer, I am not kiddin”. Gek genoeg herinnert het de bezoeker er continu aan waarom we niet meer naar de echte Amy Winehouse kunnen luisteren. De jazz zangeres stierf aan een overdosis alcohol in 2011. Celebrating Amy heeft alles in zich om de originele sound van Amy voort te zetten. De rol van Amy is Denise op het lijf geschreven.
De MC op het podium stelt dat COCO COCAINE lieve meisjes lijken, maar niet zijn. Ze komen op in een krap zittend bikini-bovenstukje, tattoos, zwarte kapiteinspet en om de nek een hangslot met bijpassende ketting. Een bruut, met zwart gaffeltape, vastgeplakte speelpop in roze geblokt jurkje, is hier de figuurlijke middelvinger in het gezicht van onschuld. COCO COCAINE is in alles op eigen voorwaarden. Zo is ook het idee dat je een EP uitbrengt en dan gaat toeren voor een jaartje overboord: als je kwam voor de slechts een jaar jonge EP Party Pool te luisteren, dan ben je te laat. COCO COCAINE drijft niet comfortabel met een floaty op het verleden. “Na Party Pool wilden we herrie gaan maken”. Alsof Party Pool een softrock plaat was.
De nummers zijn zo nieuw dat ze, nog, geen naam hebben. De gitaar is weg en toch zijn deze beats een logische electro-techcore evolutie van nummers als ‘breastpump’ en ‘gilfcore’: sonische lappendekens met goede ronde en welgeplaatste beats, waardoor wordt heen gezongen zonder couplet of refrein. Denk aan nummers van de jonge Patti Smith en dito PJ Harvey die zinnen uitbrullen, of juist fluisteren, met dronende gitaar of bas. Vervang bas en gitaar met moderne mixtafels en electrobeats, en je hebt het idee.Tenminste, bij de laatste twee nummers gaat het plots vol op het gabberorgel, is er meer begin, midden en eind. Ondanks de goede beats, komt het publiek pas bij die laatste nummers goed los en dan vooral doordat zangeres Kate voor het eerste VOOR de mixtafels staat. Dat werk essentieel beter dan twee meiden, hoe enthousiast ook, die achter tafels staan. Er is een reden dat we dat frontvrouw noemen.
Het is verrassend rustig als de eerste tonen van Mula B over het plein naast Musicon schallen. Het contrast met de Grote Zaal van PAARD een aantal weken terug en de tentstage op Best Kept Secret had haast niet groter kunnen zijn. Het Kaderockpubliek is ook niet helemaal gemaakt voor rappers, dat bleek vorig jaar al toen de ijzersterke show van MOVNT OLYMPVS op een heel karige opkomst kon rekenen. Niets van dit lijkt Mula B te beletten, Moes klapt er vanaf zijn eerste vocalen keihard bovenop en lijkt lak te hebben aan alle vragende blikken van het tamme publiek. Vanzelfsprekend kunnen we dit verwachten van de artiest die met zijn gelauwerde album Narcopop afgelopen jaar de Edison in de categorie hiphop binnensleepte. Noem het klasse of routine, maar Mula Moes weet precies hoe je een goede show geeft. Dan maakt het niet uit dat het verhaaltje over de vriend die een liedje in zijn hoofd had dat ging van: “ping, ping” en dat hij dat liedje toen had gevonden (‘King Of The Bongo’ van Manu Chao) en gesampled in ‘JNTP’, inmiddels zo vaak herhaald is dat iedereen het wel kent. Een meer oprecht verhaal is dat de rapper in de buurt op school zat en Kaderock goed kende, een soort terugkeer naar vertrouwde grond. Halverwege de set, zo rond ‘Allang Niet Meer Van Jou’ (normaal met Goldband, maar Mula haalt de noten van Milo zonder problemen ook zelf), slaat de sfeer om. Het stugge publiek begint langzaamaan toch meer in de zone te geraken en op het eind staat het plein helemaal in de fik. Mula B had geen gemakkelijke missie, maar volbracht deze wel met verve.
Waar het bij Mula B betrekkelijk rustig was, lost Maria Iskariot de belofte van een volle zaal wel in. De Vlaamse punkband mag al een tijdje op een aardige buzz rekenen en tourde onder andere al in het voorprogramma van Hang Youth en won de Humo Rock Rally in België, verder releaset de band op Burning Fik, dus ook in Nederland slaat de Nederlandstalige punk aan. Dat is met een reden, want het is echt heel erg goed. Los van de sterke couplet-refrein-couplet-refrein songs van het viertal, is de performance ook heel goed. Front en leadvocalist Helena Gazaerck klimt in een van de pilaren in het midden van de zaal en er wordt flink gemosht door het, sowieso graag moshende, Kaderockpubliek. Ook het herhalen van de zin ‘Dat Vind Ik Lekker’ dat daarna gretig door het publiek gescandeerd wordt, is nog een bevestiging van de klasse van de band en hoe dat door het publiek wordt opgepakt. Een puike prestatie van een van de heetste punkbands van het moment.
ARP Frique & Family bouwt een feestje op het Carrousel podium. Het is meteen duidelijk dat de Rotterdamse multi-instrumentalist Niels Nieuborg zijn inspiratie uit alle windstreken van de wereld haalt. De muzikale invloeden uit Suriname, Jamaica, Kaap Verdië, Ghana en Nigeria zijn goed hoorbaar. De band start het eerste nummer met slechts drie leden. Een toetsenist, drummer en gitarist. Later strompelt Niels het podium op met krukken en gips om zijn voet, vergezeld door de Haagse zangeres Mariseya die Ghanese roots heeft. De bandleider legt uit dat hij normaal het hele podium over stuitert, maar dat we het vanmiddag met een zittende artiest moeten doen. Dat blijkt geen probleem te zijn. De energie spat van het podium af. Het nummer ‘Nyam Ye’ swingt en bruist. Het optreden zou kunnen omschreven worden als experimentele disco met een vleugje soul, maar het is veel meer dan dat. Reggae, afrobeat en funaná zijn allemaal terug te horen tijdens de avontuurlijke jazz performance. Eerder werd hun eerste single ‘Nos magia’ genomineerd voor Track of the Year 2017 bij Gilles Peterson’s Worldwide Awards en kreeg airplay op BBC radio 6 Music, BBC Radio 1 en NTS. Voor de bezoeker die van live jazz, avontuur en buitenlandse invloeden houdt is het optreden van ARP Frique & Family een fantastische ervaring die je niet snel zult vergeten.
Het plein staat vol met alle leeftijden. Ook veel ouders met kinderen, op schouders aan de hand, met grote oorbescherming op. Ook veel oudere Musicon-rockers voor wie gehoorbescherming verspeelde moeite is. Prima vibe dus. Blaudzun komt op: applaus! Poeh, dat knalt dan best gelijk van het Plein podium. Ronkende stadionrock die aan The Waterboys en Son Mieux tegelijk doet denken. Het zit hem in de galm met bijpassende performance Waarmee ze zelfs de achterste rij zouden meenemen als die aan de andere kant van de kade zou staan. Een vol omarmend geluid met dito energie. De ronk zit al wel op de plaat, maar live gaat Bludzun er op en erover. Blaudzun heeft hier, vandaag, bij Kaderock, zijn depressie afgeschud. Als een coming out, maar dan out of the dark blaast hij into the light.
Bij Mula B leek dit best een groot podium. Bij de zeven koppige Blaudzun-band lijkt het te krap. Niet zonodig vanwege het aantal mensen, maar vanwege de powerperformance van elk bandlid, inclusief de koperblazer (trompet, sax…). Dat is een compliment voor Blaudzun. Leadzanger Johannnes weet goed het publiek mee te krijgen door in plaats van afgezaagde clichés erin the gooien (Kaderooooock hoe gaat het!!!) echt de interactie aan te gaan. Eerst moeten de zonnebrillen af, opdat hij ons in even in de ogen kan kijken. Dat niet klef laten zijn: bonuspunten. Wat later kondigt hij aan dat muziekkenners wel weten wanneer ze moeten springen bij het volgende nummer. Vragend kijken mensen naar elkaar terwijl Blaudzun inzet waarvan het referein begint met een luid Up! Halverwege 'Hey Now' maant Johannes ons door de knieën te zakken om bij het woord Up!, waar het nummer bol van staat, als een raket omhoog te schieten. We doen het, tot aan de achterste rij. Afsluitend 'Promises of no man's land' gaan de handen van het publiek in de lucht, wordt gesprongen, er gaat een strik om: klaar! blaudzun heeft de kade ingepakt met goede muziek en een klasse show. Wow!
Getooid met een keytar staat front Joris van Epistulum op het podium in de zaal. De melodische deathmetalband maakt de laatste tijd furore in Leiden en omstreken. Dat is ook te horen als de muzikant het publiek met een (hopelijk geveinsd) moddervet Leids accent toespreekt. Mede door de draagbare synthesizer en de vele gitaarlicks is de eerste associatie die bij het publiek opkomt er een met Dragonforce (je weet wel, die band met dat onmogelijke nummer in Ultimate Guitar), maar waar Dragonforce grossiert in muzikale leegte, lijkt dat bij Epistulum wat minder te zijn. Maar heel zeker zal het publiek dat nooit weten, want het geluid is gigantisch knudde. Een dikke brij aan decibels zonder enige nuance wordt als ware het een bakstenen muur op het publiek afgeschoten. Murw geslagen staat de zaal toe te kijken en te hopen op wat meer duidelijkheid en wellicht een glimp van wat de band zo populair maakt. Een van die glimpjes is de ritmesectie, want in die brij wordt geen beat gemist en lijkt alles keigoed op elkaar ingespeeld. Eeuwig zonde dat het niet overeind blijft, maar door deze ondoordringbare wand van bassen en een verdwaalde synth-hook is niet heen te werken.
We zagen de queer electro-hiphop van Fata Boom een jaar geleden op Hipfest voor het eerst live. Met een imponerende set kregen ze in drag met alien roze zilvere outfits het Kerkplein op Scheveningen los: dan heb je iets in je mars. Sindsdien is er live een drummer toegevoegd om bas & keys zowel als de drum & beats meer tot hun recht te laten komen. Ook de outfits zijn wat minder afschrikkend voor de kleintjes onder ons. Maar deze Fata Boom'ers blijven paradijsvogels. Een genot voor oog en oor. Zowel de Russische hoed met beenwarmers van tweede vocalist Jack, zowel als de fishnet body, Dr. Martens met megadikke zolen afgebiest met een silver rokje van MC Ammo K. Met een basgitarist en live drums, naast de beats, ontstaat een kracht die zowel diepte geeft aan de drums als pulserende passie.
Met ‘Crown’ van het nieuwe album ESC wordt er sterk geopend. Toch staat men met een wat afwachtende houding te kijken: dit is echt iets anders zogezegd. De mensen die de band niet kennen, zijn bij het derde nummer ook aan boord: ‘Double rum cola', de Fata Boom topper met de lekkere bollywood vibes die we bij wel meer Fata Boom nummers terug horen. En toch, het publiek lijkt wat loom de band een heeeee hooo inzet en met armen gaat zwaaien bij Fäsjøn. De eerste vijf rijen staan te springen om niet meer te stoppen. De drummer gooit zijn man-bun los en laat de lange haren wapperen: zijn inner lion is los. ‘D.D.D. (Drop down deep)’ wordt ingezet en we kijken niet meer om: jong en oud zakken door de benen en zingen de hooks uit volle borst mee.
Als mensen eerst met hun ogen knipperen, om datzelfde publiek dan ongegeneerd los te krijgen: dan ben je gewoon een goede artiest. De rest is smaak, daar valt over te twisten, maar vanavond even niet met dit enthousiaste publiek. Als wij dan toch wel een klein kritiekje erin mogen gooien; het geluid had beter gekund om voorbij de eerste rijen ook enthousiast waren geworden.
Om tien over zes vindt de organisatie het genoeg geweest. Dwars door het laatste nummer van Fata Boom op het Carrouselpodium heen, worden De Kraaien aangekondigd. En terecht, want het hele festival is uitgerukt naar het hoofdpodium. Vive La Fête en Blaudzun mogen dan wel de officiële headliners zijn van vandaag; het Haagse publiek komt voor De Kraaien. Vanaf het eerste nummer wordt er meegedanst en gezongen. Binnen no time staat het hele plein vogelgeluiden te maken op het nummer ‘Korte Metten’. Van de ruige Kraaien die ooit begonnen in donkere kelders met strippers op het podium is weinig meer over. Deze show is gelikt en zit strak in elkaar. Er wordt zelfs een kind in kraaienshirt het podium op gehaald. "Kleine goudvink ben je". Ter compensatie word direct daarna ‘Lik Aan Mijn Ballen’ ingezet en krijgt het publiek wodka uit de fles tijdens ‘Wodka Chickie’. Toch nog een beetje ruig.
De Kraaien brengen het festival naar een nieuw energiek hoogtepunt. Als de band afsluit met hun kraker ‘Ik Vind Je Lekker’, staat het hele plein te hakken. En het moet gezegd worden: wij kunnen wel genieten van de nette dames met rode lippenstift naast ons die ‘Lik Aan Mijn Ballen’ luid meezingen.
Volle bak, zoals eigenlijk alle bands op het binnenpodium wel op enthousiasme kunnen rekenen. Wellicht omdat we lang hebben moeten wachten om de half Haagse The Klittens weer eens in de Hofstad te zien. We gunnen Amsterdam en zelf het Verenigd Koninkrijk ook hun portie Klittens, maar moeten we dan echt zo lang droog staan? Katja, de gitarist met de grijze gitaar, trad nota bene voor het eerst op hier in Musicon, met een cover van Black Sabbath. Zeker stoer!
The Klittens laten er geen geen gras over groeien en gooien als eerste de recente, catchy, single ‘Universal Experience’ erin. Deze klinkt in de zaal wat vlakker dan op de plaat. Gebrek aan nuance in het geluid is wel een dingetje vandaag, als je bands als deze en Epistulum op het podium hebt. Die vlakheid blijft. Nu is vlakheid, een Susan Vega achtige Nico vibe, neergezet door zangeres Yaël Dekker, kenmerkend voor hun sound. Maar het werkt zo goed omdat dit omringt wordt door stevige drums van Laurie, contraloopjes van Katja, riffs van Winnie die als tweede stem dan weer ironisch, dan weer bijna schreeuwend aanvult op de zang van Yaël.
Als we, pijn als het ons als fans doet, heel eerlijk zijn, moeten we zeggen dat, behalve Winnie, de rest van de band wel wat aan hun podiumpresentie kan doen. Zo gauw je op een podium staat, wordt het show. Dat missen we vandaag een beetje. Tuurlijk leunt een song als ‘Canned air’ op een strakke diepe baspartij, maar om dan als zangeres halverwege door de knieën te gaan zitten met het hoofd gebogen; dat werkt niet echt lekker. Zeker niet als Winnie daarna laat zien dat je op 'Canned Air' ook uit je plaat kunt gaan door te stuiteren. Nou ja, de nummers zijn er niet minder om en als de band het ruigere 'Badlands' inzet, van een niet uitgebrachte cassette, is het gebrek aan nuance in de uitversterking niet meer storend. We genieten van wat we krijgen, nu we het eindelijk krijgen in Den Haag.
Tijd voor een beetje ‘recht door zee’-rock. We staan bij de Carrousel waar Speedmobile zijn aantreden maakt. Het drietal trapt energiek af en houdt die energie vol tot het einde van de set. En dat terwijl frontman Jeroen Haamers al opa is: “Wat opa doet op zaterdagavond? Tja, wat zal ik zeggen?” De band speelt nummers die doen denken aan Mötorhead, maar het voelt netter.
De band, ontstaan uit de groepen Peter Pan Speedrock en Batmobile, introduceert zichzelf als “Wij zijn Speedmobile en wij maken rock-'n-roll”. En niets is minder waar. Ondanks de piepende microfoon van bassist Bart Geevers, zet het drietal goede muziek neer. Toch merken we dat een deel van het publiek tegen het einde een beetje afhaakt. De nummers hebben allemaal ongeveer hetzelfde tempo en missen afwisseling. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Wel voor een aantal gelukkig. Vooraan het podium wordt een flinke moshpit ingezet en gaat het goed los.
Kaderock verlegt haar grenzen en verkent het buitenaardse met Henge. De Britse rockband uit Manchester is net terug uit de ruimte en daalt af naar aarde speciaal voor dit jaarlijks terugkerend rockfestival. Wat zien we eigenlijk voor wezens op de stage? Gehuld in een zwart kleed met gouden randen en een lampenkap als hoed betreedt Zpor (echte naam: Matthew Witaker) het podium. De muzikant vraagt het aardse publiek: “Do you like an adventure”, gevolgd door: “Would you like to go on an adventure with us?”. De human beings op Kaderock dwalen ritmisch door het universum van Henge. In het nummer ‘Mushroom one’ wordt de luisteraar op het hart gedrukt om goed op te letten bij de volgende magic mushroom. Daar zou wel eens een “cryptic invitation” in kunnen zitten naar de outer space van de venusmannetjes van Henge. De handjes van de wezens van planeet aarde gaan de lucht in als Zpor daarop hint tijdens deze spacepop en raverock reis. Er zijn drums, synths en dansende aliens. De act voelt als een geweldige Disney World achtbaan waar je als kind in zat, maar nu ben je volwassen en op muziekreis. Net op het moment dat je denkt dat het de mannen allemaal om de lol te doen is, blijken ze toch nog een serieuze boodschap over te willen brengen in het lied ‘Demilitarise’. De staf van Zpor geeft extra gewicht aan het morele verhaal. De venusmannetjes verzoeken de aarde om geen wapens meer te fabriceren. Er wordt zelfs meegezongen. Waarop Zpor hoopvol klinkt: “You can become a peaceful species. We believe in you, you can do it”. Henge moest eens weten. Een paar uur eerder vlogen er nog gevechtsvliegtuigen over het festivalterrein om de oorlogsveteranen te eren. Maar dat lijkt voor nu helemaal niemand uit te maken.
Terwijl buiten Henge opstijgt naar het bovenaardse, boren Terzij de Horde binnen met een blackmetal boor steeds dieper naar het onderaardse. Met stip het hardste optreden op Kaderock. De Utrechtse blackmetallers zijn (zoals altijd) energiek en gedreven. Terzij de Horde – vernoemd naar een dichtregel van Hendrik Marsman – is een bijzondere band. Niet alleen is de muziek hypnotiserend intens vanwege de blastbeats; de band probeert tot zowel het hart als verstand van de luisteraar door te dringen. Of het nu gaat om de staat van planeet of de meditatieve binnenwereld van de luisteraar: de Utrechters schenken rijkelijk een eigen filosofische, activistische en idealistische saus over de mokerdikke en -strakke blackmetal. Zanger Joost Vervoort schreeuwt vanuit zijn tenen en geeft geheel authentiek gestalte aan zijn podiumpresentatie. Als een Romeins redenaar wijst hij geregeld dringend naar boven. Een kruising tussen een onheilsprofeet en Cicero. Zo ook vanavond. De noodzakelijkheid straalt ervan af. Het gaat niet goed met de wereld terwijl ze juist zo de moeite waard is. De overtuiging het tij te moeten keren raast door de zaal en beukt in tegen argeloze Kaderockers die zich vergapen aan zoveel geweld. Naast bekend werk speelt Terzij de Horde vanavond een nieuwe track: The All Consuming Work of the Soul’s Foreclosure. Een voorproefje van het nieuwe album. Welnu, dit smaakt naar meer. Veel meer.
Na de uptempo reis met Henge moet het publiek even bij komen. Leif de Leeuw band zet een relaxte sfeer in met americana en southern rock vibes. Dat de Rijswijkse Leif de Leeuw acht keer op rij bekroond is tot beste blues-rock gitarist van de Benelux kun je van heinde en verre horen. Strak gitaarspel alom. In het eerste nummer delft de zang het onderspit, maar dat wordt later goedgemaakt. We begeven ons onder cowboys, in seventies en countrysferen. Er wordt meerdere keren van gitaren gewisseld door Leif de Leeuw. Het snaarinstrument kent geen geheimen voor de artiest. Zo wordt er in ‘Gumboman’ fantastisch gitaarspel gespeeld samen met de bassist, drummer en orgel. De band bestaat uit maar liefst zes leden. Het laatste kwartier komt er een special gast zangeres bij waarvan je je afvraagt waarom die er niet vanaf het begin bij is geweest. De vrouwelijke artiest heeft een blues stem met ongekende power die de luisteraar kippenvel bezorgt, vooral als de muzikant uithaalt bij de tekst: ‘We are one’. Aan het eind vraagt de blues zangeres: “Are you ready to rock?”. Er wordt knallend afgesloten door de Leif de Leeuw band en de zangeres.
Een ruime twintig minuten na geplande aanvangstijd staan we nog steeds te wachten op The Blues Junkies. De soundcheck zit erop en er wordt geroepen om het optreden: “SPELEN!” Zo aan het einde van het festival, hebben mensen geen zin meer om te wachten. Bij aantreden van het drietal lijkt dat sentiment al snel verdwenen. Vanaf het eerste nummer wordt er gedanst, geheadbangd en meegezongen. In een propvolle concertzaal worden we getrakteerd op strak gitaarspel, lekkere baslijnen en een flinke dosis drums. Net wat nodig is om het publiek wakker te schudden. De nummers hebben precies genoeg afwisseling om interessant te blijven en genoeg herhaling om meezingen aan te moedigen. Een moshpit kan niet lang uitblijven en er komt zelfs een stagediver voorbij.
Na oprichting in 1999 is het drietal een tijd uit elkaar geweest. Na jaren van seks, drugs, rock ‘n roll en slaande ruzie staan The Blues Junkies nu weer samen op de planken. En dat ze na -naar eigen zeggen- één repetitie al zo lekker samenspelen, zegt wat ons betreft genoeg over de kwaliteit van deze muzikanten. We gaan enthousiast en opgeladen naar buiten om nog even te dansen op Vive La Fête.
Op het eerste oog verrassend dat een 25 jaar oude band vanuit de oude grabbeldoos afluitende headliner op Kaderock is. Maar weet dat deze zogenaamde grondleggers van de 'electroclash' nog steeds bewonderd worden door lokale bands als The Klittens als Coco Cocaine. Als Vive la Fête aftrapt met themanummer ‘Nuit Blanche’ is duidelijk dat ze niets aan zeggingskracht hebben ingeboet. Zangeres Els zingt ‘Nuit Blanche’ nu niet als een lolita , maar bijna schreeuwend klinkt: “je dis vive la fête” en het plein staat direct aan. Hier staat niet een band uit het schnabbelcircuit, maar een band die als ook als ze net begonnen was hier niet had misstaan. De zwevende synths, strakke maar vette bas, en gitarist Danny die veel hoge noten afwisselt met harde rockriffs. Els staat in body stocking met daarover wat het midden houdt tussen een korset en een jarretelgordel waarvan de bretels clips om haar heen zwengelen als het bananenrokje van Josephine Baker. Platinablonde haren staan in constante Hans Klok stand door ventilator voor haar. Ze is het ongekende middelpunt, hoezeer de muzikanten met Zorro maskers van schoensmeer (shout out naar Adam and the Ants) ook springen. Klittens, letten jullie op?
Voormalig Filosoof des Vaderlands Paul van Tongeren stelde ooit dat ironie de brug is tussen cynisme en geloof. Als die brug een band is, dan heet ie Vive la Fête: een cynische rip off van Visage, met Danny en Els vanaf dag een dermate idyosyncratisch dat het modieus over de top werd, de muziek waar instrumentaal laag of laag ligt met teksten die nergens over lijken te gaan maar juist commentaar zijn op vrouw zijn, de maatschappij en nog zowat. Al dat en meer. In het publiek pikt ieder z’n eigen laagje. Daar springen mensen, daar staan mensen het hele optreden al in trance heen en weer te wiegen, meer achteraan staan mensen intens te kijken alsof ze een filosofiecollege krijgen. En juist een aantal bezoekers van rond de twintig zingen mee uit volle borst en daar is er zelfs een bandshirt: dit een fête!
Op het eind worden de hits ingezet, ‘Maquillage’ en ‘Noir Desir’. Bijgevolg een welgemeend “We want more!”. En dat krijgen we. Één nummertje maar?! Maar we willen nog meer! Ook meer Kaderock! Nu ja, volgend jaar dan maar weer.