Na de hele dag bijkomen van de eerste dag van Sniester, zijn de meeste van ons weer klaar voor dag twee. We kijken uit naar Haggard Cat, The Toy Dolls en alles wat daartussen zit. En verbazen ons over Guitar Wolf.

Sniesterroute: De alles-erop route

Alsof je beamend hebt geantwoord bij de dönerboer nadat die vroeg "alles erop?". Deze route heeft een beetje van alle sausjes die Sniester in de aanbieding heeft. Een vleugje wereldmuziek, memes, hardcore-punk en zelfs ska. Bij sommige Sniesterroutes loop je allicht het risico dat de muziek in elkaar over begint te lopen. Hier is dat op geen enkele manier aan de orde.

De eerste band van de route, Avalanche Kaito, behoeft wat uitleg. Alleen is die lastig, want dit drietal omschrijft zichzelf als ‘pure data with punk attitude and ancestral griot expression’. God mag weten wat dat inhoudt, en het beluisteren van het oeuvre van de band maakt ook niet meteen veel duidelijk. Dat roept de vraag op: wat is hier live van te verwachten?

We moesten even kijken of we wel bij de juiste act waren. Op het podium staan twee tamelijk gangbaar uitziende muzikanten. Pas als het derde bandlid zich al luid vocaliserend undercover vanuit het publiek bij de band voegt, valt het kwartje; dit is inderdaad Avalanche Kaito.

Wat volgt is een act waarbij alles uit de kast wordt gehaald. Luide Afrikaanse zang (onderwijl trommelend), een drummer die al drummend een fluit bespeelt, een lead gitarist die op een vreemd (aan eng grenzende) indringende manier oogcontact maakt met de mensen die vooraan staan, noem het maar op.

Deze act laat zich moeilijk in woorden omschrijven. We wisselen tussen harde rock, een soort langzame powerrock en bijna country/blues-achtige riffjes, en soms gewoon rare geluiden die waarschijnlijk niet binnen bestaande genres passen, met overal overheen die Afrikaanse zang. Soms vragen we ons af of we voor de gek worden gehouden, en soms klinkt het gewoon heel lekker.

Real Farmer stond eigenlijk niet op deze route gepland, maar er zat een aardig gat in de planning en dus banjeren we richting de September. Bij aanvang kleurt de band aardig binnen de lijntjes voor een punkband en is er in de zaal sprake van een soort constant komen en gaan als een soort publiek van Theseus. Da's jammer, want af en toe zit er best een lekker nummer bij. Real Farmer is een prima act om een beetje bij te komen. Daarnaast komt de band er zelf ook steeds beter in, waardoor ze uiteindelijk best een prima set neerzetten.

Pulled Apart By Horses

Pulled Apart By Horses

Door naar het Koorenhuis, waar dit jaar aardig wat acts staan. Daarnaast is dit de eerste grotere zaal op deze route, waardoor we ietwat meer het concert-gevoel van weleer krijgen. Pulled Apart by Horses staat hier vanavond, en dat belooft wat. “Deze act moeten we hebben, die gast kotst op het podium”, drukte een gewaardeerd redactielid ons op het hart. Spoiler alert: er is weinig tot niet gekotst op het podium tijdens deze act, maar het had ons niet verbaasd als dat was gebeurd.

Vanaf de eerste seconde zetten de heren van de band lekkere agressieve hardcore punk neer. Er wordt wild gesprongen, zowel in de zaal als op de planken. Mocht je hier niet aanwezig zijn geweest maar voor andere acts hebben gekozen en je daarbij afvragen waar de energie was: die heeft Pulled Apart by Horses gestolen.

Na slechts twee nummers gaat het shirt van de drummer al uit en ontstaat de eerste moshpit van de avond. Belangrijk detail: in de zaal van het Koorenhuis heb je het hier dus al snel over de halve zaal. De muziek, de show, de energie: alles klopt. Met toch lichte tegenzin moeten we dit pareltje verlaten om wat ska in onze oorballen te gaan gieten.

Mark Foggo

Op het centrale podium van de Grote Markt staan vanavond Mark Foggo’s Skasters. Dat de meningen verdeeld zijn wat betreft ska weten we. Discussies aangaande ska daargelaten, Mark Foggo's Skaster is een gezellig gezelschap van gevorderde leeftijd, en die leeftijdslijn is deels door te trekken naar het publiek. Hier en daar staan ouderen op picknicktafels te springen, en dat is het al waard om te zien.

Over de muziek zelf: denk aan ska en dan ben je er eigenijk wel. Een grote band, een aantal waarvan met blaasinstrumenten, en hier en daar een fedora. Dit soort shows vormen nogal een contrast met de andere acts die je op Sniester overal tegenkomt, maar zo nu en dan een vrolijke band tussen al de woede door is best leuk. 

Vooraan wordt wild geskankt (dat is een dansvorm), en dat werkt aanstekelijk. Een paar minuten later staat ongeveer de gehele Grote Markt te springen op de muziek. Complimenten voor de programmering, want deze band precies hier centraal plaatsen werpt echt z'n vruchten af. Op Sniester, een festival dat vooral draait om alternatieve muziek, kan een band als Mark Foggo's Skasters niet ontbreken. Ska is niet dood!

Joe and the Shitboys

Joe and the Shitboys

De zaal van het Koorenhuis is opvallend leeg als Joe & the Shitboys van start gaan. Het lijkt erop dat deze band nog niet heel veel bekendheid heeft in Nederland. Voor Joe (of is het een van z'n shitboys?) maakt dat niet uit. Gekleed in een kort sportbroekje rent hij door het publiek, om ze te vragen of ook zij Shitboys zijn. Het hele optreden is doordrenkt met een gezonde dosis publieksparticipatie. Deze act is een soort combinatie tussen comedyshow en muziek. Dat moet je maar net kunnen waarderen, en we zien ook een aanzienlijk aantal ouderen in het publiek die geen krimp geven wanneer de frontman de zaal inrent en hen op de wang zoent tijdens ‘Personal Space Invader’.

Vlak daarna wordt het nummer 'If You Wanna Be a Cuck, I'll Be Your Bull' ingezet. Voor de duidelijkheid: Joe & the Shitboys hebben vrij absurdistische liedjes en teksten. Als je een goede tolerantie hebt voor bands met een hoog meme-gehalte, dan is dit je band. De hele act bestaat uit lekker harde garagerock. Ergens doen ze denken aan een Faeröer versie van Hang Youth, met luide maatschappelijk relevante teksten en nummers die soms amper een minuut duren. Na het laatste nummer knuffelt de frontman mog met wat publieksleden om ze te bedanken, wat best aandoenlijk is. Dit was het waard om tot het einde bij te wonen.
 

Dan ineens is daar de eindhalte. We moeten terug richting de September, want daar staat Great Joy. Om terug te komen op ska en hoe niet dood het is: er zit een vleugje van in sommige nummers van Great Joy. Er is opvallend weinig informatie te vinden over dit Amsterdamse bandje. Zelf omschrijven ze zich als dance-party punk. Deels is dat te horen tijdens hun Sniester-show, maar het eerste deel van de show is opvallend mellow, en niet extreem dansbaar.

Je zou je kunnen afvragen waarom dit bandje zo laat is ingeroosterd; een deel van het publiek valt nog nèt niet in slaap zo laat op de avond. Daarnaast werkt de techniek niet altijd mee, waardoor de show soms net te lang stilstaat. Zonde, want Great Joy zet een hartstikke leuke act neer. Er zit een lekkere variatie in, en voor een indiepunk bandje klinkt het na de eerste probleempjes aardig gelikt.

 

Sniester 2022

Knotsgekke route

Kattenkwaad is op Sniester geen bijzonderheid. Datzelfde geldt voor bizarre taferelen en gewoonweg gekke momenten. Eigenlijk is dit een hele makkelijke route als je erover nadenkt, we doen een poging de bands op te zoeken die net iets wilder en vager zijn dan het gros van de affiche. We manoeuvreren van Japanse gitaargekkies naar Britse fun-punkers en alles daar tussenin.

Haggard Cat

“How you doing” schreeuwt Matt Reynolds op een bemoedigende toon. Nog geen minuut later en Haggard Cat is officeel de vlammende start van Sniester op zaterdag. Dit duo, bestaande uit ex-Heckleden, warmen The Grey Space op met een vurige mix van heavy metal en hardcore punk. Het is knap hoeveel lage tonen een enkele gitarist kan produceren. Een gevoel van extase dwarrelt als een walm over ons heen. Dat is niet alleen te danken aan de tomeloze energie waarmee de set het publiek in wordt gevuurd, maar is tevens het resultaat van de euforie bij drummer Tom Marsh. Die knuffelt een fotograaf in het publiek en kan niet geloven dat hij op Sniester is aangekomen. Later bekent Tom dat hij verloofd is met de fotograaf. Waarop Matt Reynolds reageert: 'I have no life moments to share with you'. Een dwaas en mokersvet optreden.

Sommige bands maken muziek om vette platen te produceren, andere puur voor de liveshow. Dat laatste geldt voor Guitar Wolf. Gitarist Seiji en bassist Gotz lijken zo uit een film gestapt – ironisch, want de rockers hebben daadwerkelijk in B-films gespeeld - met hun stereotype hardrocklook. Er is nauwelijks tijd om echt muziek te maken met de idiote opvolging van hardrocktaferelen. Bij alle uitingen zit een extra laag effort in. Doet de micstand het niet? Dan maar in je mond. Rondjes draaien! Yes, dat is rock ’n roll. Vooral als je daarna alle kabels kwijt bent. Crowdsurfen? Zeker. Doelloos door het publiek rennen? Uiteraard. Het is duidelijk dat de stagehand overuren draait. En dan komt de vraag van één miljoen: “wat is de grootste berg hier?” Lastig, gelukkig weet een sniesterganger na een paar minuten het antwoord op te lepelen. “300 meter!” schreeuwt Seiji door de microfoon, die het bijna uitproest. Zo trok het publiek op het laatste moment nog even een UNO-kaart richting de bandleden. Zo hebben we allemaal gelachen tijdens de onverstaanbare en overdreven hardrockshow van Guitar Wolf.

Guitar Wolf

Baardvader

Even bijkomen van de idioterie van Guitar Wolf, bij The Picturebooks, die het vooral moeten hebben van een hoog-gehalte aan oeh, ah’s en yeah’s in de refreintjes. De recensent van deze route krijgt er kromme teentjes van. En dan banen we ons een weg naar de uitgang als nummer ‘Zero Fucks Given’ wordt ingezet. Even verderop in de Rootz speelt een stevige lokale act. Baardvader maakt stoner voor lange baarden en zwiepende haren. De heren lokken de aanwezigheid van vuisten-in-de-lucht uit door puik te spelen met dynamiek. Hierdoor is er ruimte voor de zware momenten en aandacht voor de rustige stukken. We horen loodzware melodieën die je in kop blijven hangen en uit volle barst kan meeblèren. Dit trio is een waar festijn voor iedereen die naast pit ook de nodige opzwepende kick in hun kopje stoner roeren.

Om de hoek speelt oneman act badtime, de vleermuis van deze Sniestereditie. Waar normaal een eeuwige kippengeur hangt, is de sfeer in de Hoender & Hop nu overheerst door een new wave beat en een melancholisch gestemde gitaar. Een gordijn van nostalgische synths en illustere gitaartonen omhelst het dansende publiek. Een aardige tussenstop voordat we richting headliner The Toy Dolls vertrekken.

Voor wie 40 jaar Toy Dolls over het hoofd is gevlogen, dit is het geheim; aanstekelijke, kundige, en gemakkelijke meezingpunksongs. Met zoveel scheuten Lambrusco dat ze als de vaandeldragers gezien worden binnen de fun-punk. En dat staat na veertig jaar nog steeds als een huis, zowel show- als muziektechnisch. Gezien deze show een jubileum betreft horen we materiaal vanuit het gehele oeuvre: waaronder ‘Fiery Jack’, ‘Bitten By a Bed Bug!’ en ‘She Goes to Finos’. Alles is loeistrak, met één uitzondering, de skit bij ‘Spiders in the Dressing Room’ waar drummer Duncan de bassdrum mist bij het doodtrappen van een spin. Dat gaat na veertig jaar oefenen nog steeds fout grapt Olga. Het is bewonderenswaardig hoe gemakkelijk alle riffs, solo’s en licks worden gespeeld terwijl de maffe Engelse grollen uithalen zonder een noot te missen. En dat kan iedereen beamen die weleens de live uitvoering van ‘Toccata in D Minor’ heeft gezien, die ook vanavond weer de revue passeert.

Bassist Tommy Goober moonwalkt zowat over het podium en synct tussendoor met Olga om allerlei dansjes uit te voeren. De skits tussendoor zijn supersullig en hebben maar één doel: je krijgt het maar naar je zin. Zo wordt ‘The Lambrusco Kid’ geïntroduceerd met ‘I’m feeling rather thirsty’, waarna Olga tot drie keer toe een fles weigert voor een nog grotere fles. De juiste fles blijkt een enorm confettikanon. Natuurlijk. Het effect van zoveel lol is dat zeker de helft van publiek springt, hopt en moshpit. Een geniale afsluiter van Sniester, waar Toy Dolls bewijzen dat je best lollig kan zijn zonder in te leveren op muzikaliteit.

De Ik-heb-hier-eigenlijk-een-te-grote-kater-voor-route

Wat is eigenlijk meer Sniester dan dag twee van het festival met een enorme kater te beginnen? Inderdaad. Niets. Deze redacteur gaat vanavond in ieder geval aan de cola en hoopt het einde van de avond te halen. 

Woededebaas

Met een bonkend hoofd starten we - met ons colaatje - in September bij Woededebaas. De band, die we eerder kenden als Lukewarm Ocean, speelt de eerste show onder deze naam. De Hagenezen starten het optreden met: "We geven geen tering om voetbal, maar wel om ADO". De toon is gezet.

De eerste helft van het optreden is in het Engels, de tweede helft in het Haags. Commentaar bij de eerste helft: tering, wat staat die muziek hard! Of ligt dat aan de hoofdpijn? De gitaar van Paul komt wat minder goed door dan die van Mike, waardoor het samenspel soms wat wegvalt. De nummers worden wat rommelig en niet zonder fouten gespeeld. Het lijkt erop dat de band al een tijd niet op het podium heeft gestaan. Gedurende het optreden komt de band er echter steeds meer in.

Zonder rust of fluitsignaal gaan we door naar de tweede helft die bestaat uit Haagse levensliederen in rauwe punkrock vorm. Interessant. Aan het accent van zanger Mike zal het zeker niet legguh (Is leggen ook Haags of alleen Rotterdams?). De band komt wat meer los en Mike beklimt van alles, want hij is niet bang. Er is nog wel wat werk aan de winkel om het concept strakker te krijgen maar het begin is er.

We lopen even langs Tousch en Guitar Wolf. Wat er bij die laatste band allemaal gebeurt, lees je hierboven ergens. Medelijden met de stagehand hebben we wel, want die kwam handen en voeten tekort om de chaotische Japanners in goede banen te leiden. Maar wat een energie. Ok, terug naar de eigen route. We vertrekken we naar The Grey Space.

In de kelder, de juiste plek voor deze act, speelt Onmens, een Belgisch experimenteel elektronisch duo. Live speelt de een gitaar, de ander zingt/rapt over de backingtrack. Qua stijl gaat het richting de hardere elektronica, drum and bass en volgens de omschrijving ook gabbernoise. De meningen over dit duo verschillen nogal van ‘dit is vet’ naar ‘dit is verschrikkelijk’. Bezoekers blijven om al hun energie eruit te dansen of gaan na een nummer weer weg. Het is een prestatie om zo snel iets op te roepen. Bij deze redacteur roept Onmens vooral hoofdpijn op.

Onmens

Snel door naar de Zwarte Ruiter voor de psychedelische spacerock van Temple Fang, met wat oud-leden van Death AlleyWat is het geluid hier mooi afgesteld en wat is de sound van de band goed zeg! Heerlijk om even met je ogen dicht weg te spacen na het gebeuk in de kelder. Het café staat behoorlijk vol, dus veel zien we niet, maar gelukkig kunnen we grotendeels meekijken op een scherm van iemand die bijna het hele optreden filmt. Na een kwartier kondigt de band het laatste nummer aan. Huh?! Geen zorgen, want ‘het nummer duurt vrij lang’ kondigt de band aan. Wat er in het half uur daarna gebeurt, is een groot intens psychedelisch hoogtepunt dat voorbij vliegt. Alles zit er in: riffs, solo’s, rustmomenten, opbouw, meer solo’s, riffs. We worden er helemaal ingezogen. Duidelijk kwalitatief beste band van deze route, zonder twijfel.

Temple Fang

Door naar buurcafé September waar we nog even kunnen zitten en weer op aarde kunnen landen, voordat de enthousiaste jonge honden van de Meltheads beginnen. De Belgen schijnen de podia in Antwerpen redelijk onveilig te hebben gemaakt met hun puntige garagerock, dus we zijn benieuwd. Vanaf het begin vliegt de band er vol in, de energie en het plezier spatten er vanaf. De wat androgyne frontman is tijdens het optreden overal te vinden, zowel op als naast en voor het podium. Tussendoor vertelt de band bij een coffeeshop te zijn geweest. Wat moet je ook anders in Nederland.

Aan het repertoire mag nog wel flink wat worden gesleuteld. Niet alle nummers zijn even sterk en een aantal ervan lijkt wel erg op elkaar. Wel een compliment voor de garage cover van ‘Chaise Longue’ van Wet Leg. Ondanks de kater kunnen we nu echt niet meer stil staan, het is te aanstekelijk. Aan het einde wil het moshende publiek nog meer, maar de tijd is om. De band stapt met een grote smile het podium af en het publiek verlaat met een glimlach September. Wij ook.

Meltheads

Wodan Boys

Dan de laatste act van deze route: Wodan Boys in de kleine zaal van het Paard. De Haagse band behoeft weinig introductie en het is druk als we de zaal inlopen. Bij opener ‘Joe’ is de toon van de standaard rock die de band produceert gezet. De rest van de nummers klinkt ongeveer hetzelfde, dus na drie nummers hebben we het wel gezien. Wodan Boys kan op een enthousiast publiek rekenen en dat is de band van harte gegund. Wij gaan naar huis om de kater weg te slapen.

Wodan Boys

'De niks begint op tijd'-route

We hebben vanavond een route van aaneensluitende acts op verschillende locaties en haasten ons van podium naar podium. Daar blijkt steeds dat de volgende band nog niet is begonnen en we wel gewoon tot het einde van de vorige band hadden kunnen blijven. Maar goed, zo gaat het nou eenmaal op festivals en we hebben nu het publiek kunnen bestuderen en tijd gehad voor drank-en plaspauzes voor de shows. Klaar voor de start, af!

Tousch

Het terras zit vol maar bij het podium is het nog rustig. Toch staan er al fans met zelfgemaakte kartonnen bordjes in hartjesvorm met 'Tousch' erop. De band begint wat later en de host van vanavond trapt dan eindelijk af: 'Zijn jullie nog een beetje aan vanavond? De volgende band blaast je kop eraf!'. 

Zangeres Natousch hebben we deze maand nog gesproken over de nieuwe EP en de release ervan in Meppel (wáár?). Vanavond is het derde keer dat de band op Sniester te vinden is. In haar oversized motorjack met rode bontkraag schudt Natousch haar haren los terwijl ze de tamboerijn bespeelt. Rauw met lief randje, net als haar songs. Deze band lijkt met elk optreden beter te worden. Natousch, Sebas en Danny kennen elkaar nog van de Herman Brood Academie. Drummer Isai Reiziger (van onder andere Taymir) sloot aan toen het drietal elkaar na een aantal jaar weer vond. Met ook weer een 90’s garage vibe moeten we af en toe denken aan de jongens van Bongloard, die gister op dezelfde plek stonden. 

Een leuke afwisseling is er wanneer de frontvrouw bijval in vocalen krijgt van één van de gitaristen. We missen het laatste nummer wegens het strakke schema, maar horen onderweg naar Paard het gejuich, dus Tousch was, zoals te verwachten, weer een succes.

We verwachtten binnen te lopen in een volle klamme Grote Zaal in Paard, maar niets is minder waar. We hadden nog even bij Tousch kunnen blijven. Om 20:45 huppelen Fynn Claus Grabke en Philipp Mirtschink van The Picturebooks het podium op. Wat dramatisch in hun bewegingen starten ze de set. Philipp bespeelt een van z'n floortoms met z'n handen en Flynn zingt en zwaait met zijn gitaar over het podium. Het duo, een soort hipster cowboys meets Vikings komt met hun country-achtige bluesrock als een rollende hooibaal (langzaam dus) op gang. Philipp houdt als Noorman op oorlogspad een goed roeitempo aan op de bekkenloze drums. De nummers passen perfect onder de serie Sons of Anarchy.

Don't Hurt No More’ en ‘I Need That Ooh’ blijven hangen. We moeten zelfs denken aan Tom Cruise in de musical Rock of Ages. Als een ware rockgod speelt Fynn gitaar met z'n tanden, gooit één arm in de lucht en vinkt nog wat andere cliché’s af. 

Terwijl zijn gitaar uit 1952 even moet worden gestemd, introduceert hij het volgende nummer: ‘Zero Fucks Given’. ‘Het is fijn om even niet na te denken over de shit die in de wereld gebeurt’. ‘Howling Wolf’ eindigt daarna wat abrupt en de gestileerde biker geeft toe dat hij het halve nummer vergat. Het tweetal besluit ‘m toch even af te maken, want “Germans and not finishing things don't go together” aldus de Duitse frontman.

The Picturebooks

VOLLE. BAK. in Paard Kleine Zaal bij STAKE. De postrock metalband uit België heette Steak Number Eight maar gaat sinds 2018 door het leven als STAKE. Het publiek is er klaar voor en wil méér. Telefoons en kostbaarheden van headbangende mensen worden voor de veiligheid aan de paar mensen die níet mee in de pit verdwijnen gegeven.

De nieuwe plaat van STAKE komt bijna uit en het viertal test even wat nieuwe nummers, zoals 'Fuck My Anxiety'. Tussen het geschreeuw, de melodieuze samenzang, de fantastische riffs en beukende drums roept zanger Bent: 'Love jullie!' STAKE vindt het fijn dat er gedanst wordt en dat gebeurt ook. Als je beuken dansen noemt. De stampvolle zaal gaat door met losgaan in de strobe verlichting. Het eind zien we helaas niet omdat we door moeten naar de Grey Space. Dit was episch genieten.

Stake

Nagenietend van STAKE betreden we de kelder van the Grey Space. Hier staat MEMES op het programma, een postpunkduo uit Glasgow. De mannen staan klaar in witte overalls en lopen onrustig over het podium. 'Ey 'ey 'ey fucking ey!', ze zijn begonnen. Het is hard en snel en in de kleine kelder bereikt het geluid als een harde waas van energie onze oren. Lekker om te springen, maar we missen de nuances in de tonen een beetje. MEMES is een brutale jongensclub die lekker overal tegenaan schopt: 'Too many people in the bars. Too many bands, too many fucking managers.' 

De twee neven die gitaar, bas en zang verzorgen noemen zichzelf een 'laptop rock duo'. MEMES klinkt als een volledige band, maar de drums komen uit de computer. Ze vragen of we ze wat Nederlands kunnen leren en de eerste oerhaagse 'kankah' wordt naar ze toegegooid. Dat is geheel in stijl, want tussen de gitaren en drumsamples door klinkt er vooral veel 'fucking' in de lyrics. Er ontstaat een kleine pit en de zanger vraagt 'does anyone understand a word were saying?' Er wordt ja geknikt. 'Thank fuck!' De rest van het optreden schreeuwen de heren door over f*ing posers, en f*cking c*nts. Als de Sniesterkat opzoek gaat naar de uitgang is het ook voor ons tijd om door te gaan.

 

Wanneer je Pronk op je podium hebt staan "dut de Rock & Roll de rest!'. Echt, meer heb je niet nodig voor een avond ouderwets uit je plaat gaan, meebleren, bier smijten met van begin tot eind een he-le grote glimlach op je smoel. Op een bannertje in de hoek staat 'Alles Kaputt!' en dat gaat het zeker.

De oerhollandse rock & rollformatie uit het oosten van het land is een waardige afsluiter van onze zaterdagroute. We banen ons een weg naar het podium en springen rond in de zweetdruppels van Arjan, Gerben, Erwin, Dion, Sam en drummer Henk Jonkers (van o.a. Fatal Flowers en Hallo Venray).

Zanger Arjan Pronk is zijn stem kwijt, maar weet toch de teksten over bier, Lonneke met haar nachtjaponneke en mais ergens vandaan te persen. Zangeres Dion Legebeke zingt dat ze nog nooit 'hoast' heeft gehad. Aan het moordende tempo waarin de band de nummers de zaal inslingert, is dat niet te merken. In die zaal zijn trouwens alleen maar blije gezichten te zien. Sniester, wat was je weer mooi.

Pronk

Nu we toch even de aandacht hebben:

De redactie van 3voor12 Den Haag – hét online platform voor muziek uit Den Haag – breidt uit en is op zoek naar nieuw talent. Er is plek voor o.a (aspirant) journalisten, fotografen, interviewers, social media-redacteuren, planners, coördinatoren, filmers, radiomakers. Kortom: iedereen die vrijwillig een media-steentje bij wil dragen aan de Haagse muziekscene is welkom.

De eerste stappen van je (muziek-)journalistieke carrière zetten? Ervaring opdoen tijdens je studie? Altijd al willen schrijven voor een publiek? Op zoek naar een nieuwe uitdaging of hobby? Gewoon interesse? Stuur een mailtje naar vacature@3voor12denhaag.nl