Joris, Pat, welk cijfer geven jullie het nachtleven van 2020?
Joris: “We hebben twee goede maanden gehad voordat we dicht gingen, dus dan kom je op een 1,5 - misschien 2. Daar moeten we het maar mee doen.”
Pat: “De strijdkracht moet ook beloond worden, op dat gebied is het een ruim voldoende. Maar het nachtleven zelf, daar ben ik het met Joris eens: 1,5.”
Geen hoge cijfers. Logisch, er was sinds maart ook helemaal niks te doen. Inmiddels zijn we maanden verder en is er nog altijd niets open, is dat reden tot zorg?
Pat opent het vuur: “Er wordt niet eens over het nachtleven gepraat, dat is nog wel het meest zorgelijke! De deuren gaan niet open, dus er wordt geen geld verdiend. En zonder geld blijven er steeds meer deuren dicht.”
De Nachtburgemeester vervolgt zijn betoog: “Het lijkt er soms een beetje op dat het moedwillig klein gehouden wordt, zodat er nog minder aanbod is als het nachtleven weer terugkomt. En zo gaat het de illegaliteit in, of komen er mensen op de proppen met geld dat niet eerlijk verdiend is. Als gemeente zou je dat onder controle moeten willen houden. Ik zou het ook fijn vinden als er meer Haagse bedrijven betrokken worden bij het uitrollen van plannen van de gemeente. Nu worden daar vaak bedrijven uit andere steden voor benaderd en dat kost altijd extra geld. Dat is zonde.”
Joris vult aan: “Het was een makkelijke bijkomstigheid om niets over het nachtleven te zeggen, dat kwam iets te goed uit. Maar we hebben zelf ook niet een brug geslagen voor het nachtleven. Bij wie erover gaan wordt het nog steeds gezien als uit de hand gelopen studentenfeestjes. Ik snap dat beleidsmakers niet twee dagen per week in een club staan, maar er is wel onbegrip. Op poppodia is goed grip, nachtclubs niet, dat is te spannend.”