Rond kwart voor acht arriveert de band op de Grote Markt. Frontman Nik van den Berg steekt nog even een peuk op, terwijl hij tegen zijn auto aanleunt. Er lijkt nauwelijks spanning op de schouders van de bassist/zanger te liggen. Niet gek, gezien de vele vlieguren die de band heeft afgelegd sinds die eerste show in de Zwarte Ruiter. Het feit dat er nu een nieuwe EP wordt gepresenteerd maakt ook niet uit. Waar er in 2016 nog geteerd werd op materiaal dat door Nik zelf geschreven was tijdens een wereldreis, en waarvoor de zanger toen een deel van de betere muzikanten uit Den Haag vroeg, is er nu de mogelijkheid om te putten uit vier EP's en is ieder bandlid nu volwaardig betrokken bij het schrijfproces. Het gaat wel goedkomen, lijkt de zanger uit te stralen.
In 2016 stond Niko ook in de Zwarte Ruiter, toen tijdens Crossing Border. Het was nieuw, spannend en vooral die band waar die gasten van F, Taymir en Soul Sister Dance Revolution inzaten. Nu, drie jaar verder, is Niko niks meer van dat. Alle vergelijkingen met vorige acts kunnen overboord. Niko is nu de underdog waar iedereen van houdt.
Om 21:30 zou de band moeten beginnen. Maar rond dat tijdstip staan alle bandleden nog voor de deur van de Ruiter. Elke gast krijgt een hand, iedereen wordt begroet. Er lijkt nog steeds geen sprake van enige stress. In het interview dat wij laatst met de band hadden werd uitgesproken dat de band ook veel ruimte voor nonchalance overhoudt in de muziek. Niet alles hoeft perfect te zijn, niet elke noot moet mooi. Deze nonchalance blijkt de grootste kracht van de band.
Als de band begint met spelen is dat direct merkbaar. 'Joyous Days' van de eerste EP wordt ingezet. Niets nieuws en eerlijk gezegd ook niet de opener die je zou verwachten. Maar de band nailed het wel. De sfeer staat, mensen dansen en de Zwarte Ruiter (die van zichzelf al bekend staat om hitterecords te breken) verandert in een sauna. We zijn begonnen.
Na de opener komt het eerste nummer van de nieuwe EP Melk voorbij. Het nummer 'Nine Out Of Ten' was al uit als single, en zorgt voor herkenning, zeker als 'Good Old Boy' daarna wordt ingezet. Nik van den Berg draagt een Bernie Sanders shirt met de tekst: "Let's Eat The Rich", een boodschap die band steeds meer lijkt uit te dragen in woord en daad. De teksten van de songs zijn licht cynisch en geven een kritische mening over de huidige samenleving en uitspraken van de band geven ook het gevoel dat er nagedacht wordt over waar we in godsnaam mee bezig zijn. Maar dan een boodschap zonder te belerend te zijn. Neem 'The End Of Time' een nummer dat lijkt te gaan over, u raadt het al, het einde van de wereld, en hoe de band dat het liefst met zijn of haar geliefde wil beleven. Echter blijkt het op het eind te gaan om een film met redelijk goede kritieken op IMDB. De band probeert je niet te dwingen, en tussendoor worden onwillekeurig maatschappelijke thema's aangesneden.
Maar genoeg over politiek. Het gaat immers om de muziek. Niko is meester in het klungelig overkomen en tegelijkertijd alles precies zo te doen als van te voren bedacht. De energie is vuig, niet elke noot is even zuiver, niet elke partij klopt en toch is het uitermate doeltreffend. Om er een voetbal-analogie bij te pakken; Niko is als zo'n spits die niet kan voetballen maar uitermate efficiënt is. Denk aan een Filippo Inzaghi, een Miroslav Klose of, om het in Den Haag te houden, een Dmitri Bulykin. Gitaristen Thomas van der Want en Bas Prins zijn als de Tweedledee and Tweedledum van de Alice die Nik van den Berg is. Ze ogen knullig maar tegelijkertijd stralen ze ontzettend veel speelplezier uit en stelen ze met elke gitaarpartij de show. Drummer Richie Bleijenberg staat al tijden bekend om zijn uiterst goede drumwerk, maar het lijkt alsof er vanavond nog extra jeu in zit.
De gehele show hangt er een goede vibe in de zaal maar een aantal kleine momenten springen er toch uit als hoogtepunt. Allereerst het moment dat Nik het nummer 'Splendor' aan zijn, aanwezige, moeder opdraagt. De tattoeage op zijn schouder spelt 'Moeke', wat vooral lijkt als een parodie, maar dit moment is oprecht en vertederend.
Ook de cover van ELO's 'Don't Bring Me Down' die Thomas van der Want zingt, behoort tot een van de tofste momenten van de avond. Het spelplezier lijkt op dit moment bij de band misschien wel het grootst. Elk bandlid zingt de "Oehoehoetjes" mee, de tong van Bas Prins is plagerig uitgestoken naar het publiek en de glimlach op Nik's gezicht verraadt oprechte blijdschap.
Tot slot is de break in ballad 'Space And Time' ook het uitlichten waard. Van heel klein in twee drumslagen naar kei-kneiterhard gaan. Eerst lijkt iedereen zich kapot te schrikken, maar het is een sterke. Een anders vooral mooi nummer wordt op deze manier vertaald naar een moment dat niet slechts gebruikt wordt om even bier te gaan halen.
Dan hebben we het nog niet gehad over de beste song uit de bundel van de band. 'Myself' opener van de nieuwe EP, en al een tijdje uit als single, is een van de spannendste Haagse rock n' rollsongs van het jaar. De message-in-a-bottle-esque gitaarriff, het catchy refrein en met name de stuwende energie die de song uitdraagt. Het lied, dat aan het eind van de set gestopt zit, zorgt voor een een nieuw niveau van energie in de Zwarte Ruiter. Niet voor niets dat Paard deze single dit jaar op een 7-inch singletje uitbracht.
Na afsluiter 'The Hilarious Partylife Of Tommy' is het klaar. Nik drukt ons nog op het hart dat het enige dat hij van ons vraagt is dat we de nieuwe EP gaan streamen. Ondertussen heeft de zanger stickers in het publiek gestrooid en het publiek gratis bier beloofd in het Paardcafé. Niko verovert langzaamaan alle indie-harten van Nederland zonder de perfecte indie-schoonzonen te zijn. Niko is deunderdog. De underdog waar stiekem iedereen van houdt.