Nummer vier op de kandidatenlijst van de VVD Jan Pronk is een muziekliefhebber. In 2016 stond hij nog op het Malieveld te genieten van favoriet Bruce Springsteen. “Dat was echt het tofste concert dat ik ooit heb meegemaakt.” Het zou een droom van hem zijn om Paul McCartney daar nog eens te zien. “Ik ben 32, maar een enorme Beatles-fan.” In dit gesprek hebben we het echter over Haagse muziek. Wat zijn de plannen van de VVD voor de Haagse popmuziek?

“Ik ben groot fan van de Golden Earring en Barry Hay.” Jan Pronk kent zijn Haagse klassiekers. “Zijn laatste liedje vind ik tof, ‘Be My Baby’, een cover van The Ronettes. Er is een heel leuk filmpje op YouTube waarin hij dat speelt bij Voetbal Inside. Vroeger, toen ik op de middelbare school zat, hield ik ook wel van Kane. Als ik die plaatjes nu hoor, vind ik dat nog altijd leuk. De Règâhs vind ik gaaf, maar wie niet? En de Kraaien.”

Voor we de rest van de avond praten over Haagse bands is het tijd om het over politiek te hebben. Wat heeft de VVD de afgelopen vier jaar betekend voor de Haagse popmuziek? “Het college, waar wij inzitten, heeft een popnota uitgebracht met een integrale visie op de toekomst van pop en andere muziek in Den Haag. Belangrijk is ook de komst van het Spuiforum met een grote zaal van 2500 man. Er is afgesproken dat daar ook popconcerten geprogrammeerd gaan worden. Dat is prachtig.”

VVD en popmuziek?
Laten we eerlijk zijn: bij de VVD denkt men doorgaans niet meteen aan popmuziek. “Misschien denken mensen bij ons eerder aan een veilige en bereikbare stad, of aan een stad waar voldoende koopwoningen zijn, maar ik zou zeggen dat cultuur ook goed is voor het vestigingsklimaat. Het zorgt ervoor dat mensen in hun vrije tijd kunnen ontspannen. Popmuziek is daar een belangrijk onderdeel van. Het hoort bij de identiteit van Den Haag. We waren in de jaren ‘60, ‘70 rockhoofdstad van Europa. Dat is cultureel erfgoed en dat moet je omarmen. Dus: popmuziek is belangrijk voor Den Haag.”

"Misschien denken mensen bij ons eerder aan een veilige en bereikbare stad, maar ik zou zeggen dat cultuur ook goed is voor het vestigingsklimaat."

Podiumaanbod
“Een goede spreiding van podia is belangrijk. Een goede doorstroming waar talent zich kan ontwikkelen van klein naar midden naar grote podia ook.” Toch is het volgens Pronk niet alleen de taak van de politiek om dat te faciliteren. “Je kunt infrastructuur subsidiëren, maar de mensen die er optreden moeten proberen om hun eigen broek op te houden. Ook de instellingen moeten een sluitende begroting hebben en durven commercieel te kijken.”

We nemen de sluiting van Supermarkt als voorbeeld. Die konden het financieel niet bolwerken. “Dat is problematisch. Als er vanuit het publiek niet echt vraag is naar zo’n middenpodium, dan is het lastig om dat overeind te houden.” Pronk stelt voor om in de stad te kijken naar bestaande mogelijkheden. “Ikzelf kom nog wel eens bij de Nieuwe Regentes. Ik vind dat die het fantastisch doen. Er werken honderd vrijwilligers en een hele kleine kernstaf. Zij hebben een zaal waar 400 man in past. Ik weet niet of popmuziek in hun programmering past, maar ik denk dat het heel belangrijk is dat de cultuurankers met de centrale podia overleggen over hoe ze kunnen zorgen dat hun capaciteit zo optimaal mogelijk benut wordt. Dus voordat we nieuwe podia gaan bouwen, zou ik eerst kijken naar wat de bestaande mogelijkheden zijn.”

Jan Pronk (vvd)

Geluidsnormen
Het is inmiddels een bekend punt: de geluidsnormen. “We pleitten in 2014 al voor een geluidssysteem, dat kan redelijk eenvoudig en goedkoop. Daarmee kan je constant monitoren hoe het met de geluidsoverlast zit. Om te voorkomen dat er bij een melding van een boze buurvrouw direct hele hoge boetes worden uitgedeeld zou ik zeggen: als je permanent monitort heb je een veel beter beeld van hoe het echt zit met die geluidsoverlast.”

De VVD ziet dat het probleem meerdere kanten heeft. “Enerzijds heb je de landelijke wetgeving over geluidsoverlast. Die moet je uiteraard volgen. Wij zijn de partij die vindt dat je regels moet handhaven. Aan de andere kant willen we ook dat de stad bruist en dat er ruimte is voor mooie optredens.”

Voor de VVD is de keuze helder. “We kiezen voor reuring maar niet ten koste van de burger. Een bewoner moet zonder overlast kunnen wonen, ook als dat boven een kroeg is. Een kroeg moet zich houden aan geluidsnormen en als die worden overschreden moet zo’n kroeg kijken of ze kunnen isoleren zodat ze misschien wat vaker geluid kunnen produceren.”

Uiteindelijk is er altijd een nog betere oplossing. ”We moeten niet meteen in zo’n kramp schieten waarin degene die overlast heeft van die meldingen doet en degene die de overlast veroorzaakt meteen de media opzoekt. Ga gewoon met elkaar praten, dan kom je er negen van de tien keer wel uit.”

Andere stromingen
We kennen Den Haag als rockstad, maar er gebeurt natuurlijk veel meer, bijvoorbeeld op het gebied van dance, hiphop en wereldmuziek. Moet de politiek daar meer aandacht aan besteden? “De aandacht die het verdient wordt volgens mij vooral bepaald door wat mensen willen horen. Ik ben eigenlijk wel blij dat ik als volksvertegenwoordiger in spe niet hoef te gaan over de programmering. Dat kunnen we beter aan de instellingen overlaten. Ik weet dat dance in de PIP de ruimte krijgt. Verder zijn er in de wijken de nodige initiatieven om bijvoorbeeld urban muziek aan bod te laten komen.”

Volgens Pronk ligt er wat diversiteit betreft vooral een rol voor de cultuurankers. “De cultuurankers hebben als doelstelling dat ze van, voor en met de buurt hun programmering vaststellen. Ze organiseren activiteiten voor buurtbewoners en moeten proberen aan de vraag te voldoen. Zeker in wijken waar minder interesse is in popmuziek past de programmering van zo’n cultuuranker zich automatisch aan. Dus als het goed is wordt het aanbod diverser naar mate de samenstelling van zo’n wijk diverser wordt. Dat lijkt me een opdracht voor de cultuurankers. Daar heeft de politiek niet direct een rol in.”

"Ik ben eigenlijk wel blij dat ik als volksvertegenwoordiger in spe niet hoef te gaan over de programmering."

Popopleiding
Wat betreft een popopleiding in Den Haag kijkt de VVD liever buiten de stadsgrenzen. “In het onderwijs worden opleidingen getoetst aan de landelijke doelmatigheidstoets. Dat betekent dat wordt gekeken naar hoe opleidingen gespreid zijn. In Rotterdam en Amsterdam zijn al popopleidingen. Het lijkt me niet per se nodig dat Den Haag zich daartussen wurmt. Ik zou zeker wat dit betreft een soort randstadblik willen hebben: zijn er voldoende voorzieningen? Die zijn er.”

Financiering
Wordt er genoeg geld uitgegeven aan popmuziek? “Ik denk het wel. Er wordt behoorlijk veel geld vrijgemaakt in de begroting van de gemeente. Als ik het even zo snel optelde, gaat er zo’n €3,5 miljoen per jaar naar popmuziek.” Van Pronk mag dat bedrag hetzelfde blijven. “Er wordt enorm geïnvesteerd in de infrastructuur, kijk naar wat er met het Spuiforum gebeurt, dus ja. Ik denk dat wij wat dat betreft op de goede weg zijn.”

“Wij financieren niet de artiest maar zetten in op het creëren van een omgeving waarin mensen zichzelf kunnen ontwikkelen. Grote artiesten kunnen doorbreken en hun eigen inkomsten genereren, maar de kleine artiest kan niet altijd fulltime muzikant zijn. Wat wel heel belangrijk is, is dat we jong talent de mogelijkheid geven om fulltime muzikant te worden. Je moet je kunnen ontwikkelen, je moet je kunnen ontplooien. Of je dan een hele goede muzikant of loodgieter wordt, maakt me verder niet uit. Maar als jij het heel leuk vindt om muziek te maken, moet je je daarin kunnen ontwikkelen. Dan moet je een infrastructuur hebben die het mogelijk maakt om uiteindelijk op eigen kracht door te breken. Er hoeft niet voor alles naar de overheid gekeken te worden.”

Een ding veranderen?
“Ik hoop dat wij in overleg met een organisatie als Mojo weer toffe artiesten naar het Malieveld kunnen halen. Ik heb nog niets gehoord over wat eraan zit te komen, maar ik zou zeggen dat er na Coldplay en Springsteen toch een knaller bovenop zou moeten komen, bijvoorbeeld Paul McCartney. Ik vind het Malieveld bij uitstek geschikt om zulke dingen te organiseren. Het trekt heel veel mensen naar de stad, laat mensen kennismaken met Den Haag, heeft een enorme spinoff aan hotelovernachtingen en uitgaven aan de horeca. Het geeft een boost aan de stad. Mensen spreken er jaren later nog over. Ik bedoel, iedereen is onder de indruk van de 3,5 uur van Bruce Springsteen en van het O O Den Haag van Chris Martin. En de Golden Earring moet er zeker een keer optreden.”