In deze serie laten wij de kennis achter de toonbank spreken. Dit is er eentje uit het archief. Letterlijk, want Arend van Maaren (54), eigenaar van Velvet Breda, is met het label ‘paradijsvogel’ te vinden in het stadsarchief van Breda. Terecht? ‘Het zal wel’ grinnikt Arend. Het interesseert hem niet zo veel. Het is de muziek waar het bij hem om gaat sinds het moment dat hij als tienjarig jochie werd getriggerd door de klanken van de Beatles, de Stones, Neil Young en de Creedence Clearwater Revival.

Als Arend thuiskomt na een dag werken in Velvet, loopt hij naar zijn platenkasten. Langs de muur van zesduizend cd’s en een minstens zo indrukwekkende muur van platen, laat Arend zijn vingers glijden, waarna zijn wijsvinger er bij eentje blijft hangen. Hij plaatst het vinyl op een van zijn Technics platenspelers en na een klik van de knop, een kraakje van de naald, klinken er klanken uit de speakers. De platenspelers gebruikt hij ook voor zijn andere hobby: deejayen. Iets waar hij mee begon als veertienjarige voor een jongerensoos in Oosterhout. Hij herhaalt zijn platenritueel een paar keer. “Ben je thuis, ben je nog platenwinkeltje aan spelen”, hoort hij door zijn rechteroor. Het is zijn vriendin wie hem om aandacht vraagt.

Druppels langs de muur

Maandagmorgen heeft hij wel andere zorgen, wanneer hij zijn winkel binnenstapt: het water druipt langs de muren, door de posters, richting de cd-bakken. “Die lekkage is al een paar jaar. Elke keer moet ik weer de huisbaas bellen als het lekt en dan komen de monteurs weer. Dan is het drie maanden goed en gaat het weer ergens anders mis”, zegt hij terwijl hij met een theedoek de schade probeert te voorkomen, de borden buitenzet en de cd-speler aanzwengelt. Platenzaakeigenaar is de uitkomst van Arends carrière, niet zijn eigenlijke plan. Op de havo verzorgde hij de muziek in de pauzes en werd de schoolkrant aangevuld met zijn albumrecensies. Hij schreef zich dus in voor de journalistieke school in Utrecht, maar werd tot twee keer toe uitgeloot.

Toen hij bij de derde poging werd ingeloot, vond hij het wel goed geweest. Na het halen van zijn havodiploma, besloot hij voor een vwo-diploma te gaan, om het nog een jaar op te rekken. Met ook die diploma op zak, moest hij aan zijn dienstplicht voldoen. Het was inmiddels 1987, Arend was drieëntwintig, was werkzaam bij de Bullit in Breda en had ‘zijn draai gevonden’. “Soms heb ik nog een beetje spijt dat ik niet voor journalistiek koos. Maar ach: het gaat zoals het gaat.”

Die draai vond hij niet alleen in de Bullit, maar ook bij de Zsa Zsa Dansclub, een club die veel Bredanaars zullen kennen onder de naam Exq’s, waar hij vanaf 1989 de platen draaide. “Dat ging best aardig. Ik ben nooit echt een goede mixer geweest, maar ik kon het wel een aardig potje op de beat mixen. Dat heb ik een jaar gedaan. Toen wilde de eigenaar club verkopen. Een kennis en ik zagen er wel wat in en we hebben het samen overgenomen.” Het laatste dansje was gedaan, toen de overlast van de nabijgelegen coffeeshop ernstige proporties aannam. “De lui die daar op afkwamen vielen nogal eens vrouwen lastig op onze vloer en toen ik een keer met een mes ben bedreigd, was het klaar”

Met het einde van Zsa Zsa, zette hij zijn deejaywerk voort bij de Para, de voorloper van poppodium Mezz en café Up-Stairs in Oosterhout. New-Wave liep over in de new-beat en de new-beat over in de house. Na acht jaar muzikale en persoonlijke evolutie en het aanbreken van het jaar 1999, kwam het moment dat hij de zaak waar hij inmiddels een volledig decennium werkzaam was, kon overnemen. Bullit Breda werd verkocht door eigenaar Guus en de eigenaren van de Velvet Rotterdam en Velvet Leiden wilden het graag overnemen, maar wel onder één voorwaarde: Guus en Arend moesten de tent blijven runnen. Toen Arend vernam dat hij eventueel mede-eigenaar kon worden, zei hij: “Dat doe ik wel. Met hulp van een suikeroom werd dat mogelijk.” Na vijf jaar werd Arend volledig eigenaar.

Velvet Eindhoven

Een zaak opzetten, daar een eigenaar voor vinden en die eigenaar zelfstandig laten vliegen wanneer de zaak krachtig genoeg is, is een vergelijkbare methode waarmee Arend zelf de Velvet in Eindhoven heeft opgezet in 2016. De eigenaar vond hij in de vorm van Remco: “Hij zocht al een tijdje werk en we raakten aan de praat via een Facebook-groep. Hij had geen winkelervaring, maar wel heel veel muziekkennis. Dat moet gewoon lukken, dat gaan we gewoon proberen, dacht ik.” De locatie vond hij in een nieuw winkelcentrum: “Opeens zag ik dat er een ruimte werd aangeboden in Eindhoven die niet zo duur was, dus toen dacht ik dat het wel leuk was om daar het platenwinkeltje in te beginnen.” Januari dit jaar kon Remco uitvliegen: hij had geld kunnen lenen.

Die zaak is volgens de top-50 beste platenzaken, die door vinylliefhebberssite LP Vinyl ieder jaar wordt samengesteld, zelfs beter: Eindhovens Velvet staat op zeven, terwijl Bredaas Velvet het moet doen met een elfde plaats. “Die verkiezing moet je met een beetje korreltje zout nemen. Als jij veel mensen weet te ronselen die op jou stemmen, kom je zo hoog te staan.” Die bewering zal niet liggen aan een snobistische houding van Arend: ““Ik ben niet zo arrogant om te zeggen dat ik een  fantastische winkel heb. Ik vind mij ook echt niet de nummer-elf van Nederland hoor, gewoon een goede middenmoter.”

“Voor mijzelf en voor Breda is het een goede winkel. Breda is qua muziekvoorkeur een beetje standaard en juist daarom is dat voor mij prima: ik hou zelf ook niet van heel extreme dingen qua muziek.” Dat is ook terug te zien in de platen die de toonbank passeren: de klassiekers doen het goed. Toch zou Arend groter willen: een groter pand met een koffiebar, zijn ideeën die dwalen in zijn hoofd.

Arends top drie

“Heb je High Fidelity weleens gezien? Dat gaat over een platenzaakeigenaar in New York. Daar komt een situatie in voor dat de eigenaar van de zaak een band op zet, zegt dat hij drie platen gaat verkopen en dat dan ook doet. Dat effect heeft deze plaat ook.”

Arend klikt het doosje van Millie Jacksons Caught Up open. “Mag ik u storen”, vraagt een oudere man. “Ik wil graag weten wat je op hebt staan.” Arend lacht. Hij kan het cd’tje uit de trede halen: hij is verkocht. Een mooie reden om deze plaat op nummer drie te zetten.

Millie Jackson - Caught Up

“Dat is een plaat voor als ik een beetje relaxed ben. Het is een vrij rustige soulplaat en gaat alleen maar over relatieproblemen en echtscheidingen. Hoe daarover geschreven is, is fantastisch. Het eerste nummer van de plaat raakt ook persoonlijk: If Loving You is bad (I don’t Wanne Be Right). Zo’n geweldige titel! Ik luisterde ernaar op een moment dat ik verliefd was op iemand terwijl dat eigenlijk nog niet kon. Dat nummer is origineel van Luther Ingram, maar deze versie is echt het mooiste. Ze schreeuwt het uit als het ware. Prachtig gewoon.”

ABC - The Lexicon Of Love

“Dit is echt een jaren tachtig plaat uit mijn jeugd. Er staan super veel hits op. Toen Poisen Arrow, een van de eerste singles, uitkwam, was ik meteen gegrepen. Trevor Horn heeft dat geweldig geproduceerd en het klinkt dan ook als een klok. Het klinkt zo vol, zo goed en doet dat nog steeds: het klinkt niet gedateerd. Ik draai deze plaat echt als ik happy ben.”

Gorillaz - Demon Days

“In deze plaat zitten eigenlijk alle stijlen muziek in die je kan verzinnen. Er zit hip hop, rock, dance en wereldmuziek in. Deze combinatie spreekt mij echt het meest aan. Het is de reden waarom ik ook écht luister naar deze plaat: er zitten zoveel mooie details in. Ik vind de oprichter van Gorillaz, Damon Albarn, ook echt geweldig. Dat vond ik al toen hij alleen nog onderdeel was van Blur. Al vanaf het eerste album van deze band was mijn reactie: te gek dit! Dit is echt de ultieme plaat van hun discografie.”