Left of the Dial, vernoemd naar een nummer van The Replacements, is een Rotterdams showcasefestival voor postpunk, noiserock, indiebands en allerlei aanverwante acts. Het komt uit de koker van Rotown en vindt plaats op zeventien locaties door de hele stad: grimmige clubs, magische kerken en sommige bands spelen zelfs op een varende (!) boot. Het festival streeft ernaar om alsmaar groter te worden, zodat nog veel meer bands in een vroeg stadium welverdiende belangstelling krijgen. Left of the Dial is misschien wel het meest gastvrije festival ooit. Dat wordt in elk geval vaak zat door de bands geroepen. Dat enthousiasme maakt elke show een beetje specialer.
Terwijl het grote dansfeest in de hoofdstad losbarst, rent de gitaarconnaisseur door Rotterdam. Afgelopen weekend was het weer tijd voor showcasefestival Left of the Dial, waar allerlei coole, opkomende indie-, (noise)rock- en (post)punkbands zich konden bewijzen. Het was onmogelijk om alle 135 bands te zien, iedereen heeft wel een paar fantastische shows moeten missen. De 40 minuten lange preek van Meryl Streek, bijvoorbeeld, of de sympathieke indiepopshow van Naive Set, de mooie americana van Big Warm Bed, het eindeloze experimenteren van The Orchestra (for now): het is onbeperkt ontdekken in Rotterdam, ieder jaar weer. Hier de tien ontdekkingen die ons het meest bijbleven.
Parsnip
Voor fans van: The Lemon Twigs, uitgevoerd door hele blije vrouwen
Het nummer: ‘The Light’
De plek: Perron groot
Het spelplezier spat er vanaf bij deze Australische vrouwen. Dat kan ook bijna niet anders met al die super springerige popliedjes. Liedjes die klinken alsof ze net zo goed uit de jaren zestig als uit de jaren 2020 zouden kunnen komen. Meermaals doet het denken aan The Kinks, en de lieve harmonieën hebben wel wat weg van The Beatles. Frontwoman Paris Richens, die tijdens het zingen lekker ingenieuze baslijnen speelt, heeft niet voor niks het kapsel van Paul McCartney. Er is geen moment dat de bandleden niet lachen. Spelen ze geen muziek, dan giechelen ze samen op het podium. Eigenlijk is het jammer dat deze vrolijke vrouwen in zo’n donkere Perronzaal staan. Gelukkig zetten ze er een bijna lichtgevende energie tegenover.
Famous
‘Wees blij dat je erbij bent, dit is mijn eerste show in vier jaar zonder dat ik ga vapen’, zegt Jack Merrett. De zanger, bedenker en tekstschrijver van Famous ziet eruit als een hele normale en lieve man. Een enorm contrast met de gitarist naast hem, die alle prijzen voor boos kijken zou kunnen winnen. Na twee tracks is het al duidelijk dat dit één van de shows van het weekend is. Er klinkt een soort post-noise zonder bassist, met elektronische toevoegingen en een toetsenist. Famous verwierf al wat bekendheid in de Windmill-scene door hun all over the place-muziek. Dat is hier niet anders. Liedjes klinken soms ineens als een soort apocalyptische folk. Ook gooien ze er gerust een gevoelige pianoballade tussendoor. Altijd met een zeurende stem, pratend, schreeuwend en mompelend. Wat een ongrijpbare band, en wat een ongrijpbare show. Jack neemt een trekje van zijn vape. Heeft ‘ie wel verdiend.
Sam Akpro
Voor fans van: zowel het eerdere als het latere werk van King Krule
Het nummer: ‘Death By Entertainment’
De plek: V2_
De avant-gardistische indie van Londenaar Sam Akpro gaat werkelijk alle kanten op. De eerste helft van zijn set bestaat voornamelijk uit dromerige en psychedelische indierock. Tussendoor een keer een fuzzrock-uitschieter, of een funky liedje dat doet denken aan Jamiroquai. Sam blijft rustig en indringend voor zich uit staren, ook als het tempo in het tweede deel van de show flink omhooggaat. Vanaf dat moment klinken Nirvana-achtige grunge en punky tracks vol bravoure, om uiteindelijk af te sluiten met een shoegaze-track. De hele band schreeuwt het refrein mee, er klinkt een muur van geluid en de toetsenist druipt van het zweet. Sam Akpro niet, die blijft altijd koel en kalm.
Deary
De prijs voor liefste stem van het festival gaat naar Rebecca Cockram, de zangeres van Deary. In een magistrale Paradijskerk voelt de muziek van de Londense droompopband als een welkome pauze tussen al dat gitaargeweld. Het zittende publiek in de kerkbanken kijkt stilletjes toe bij de gevoelige, Beach House-achtige liedjes. En wanneer blijkt dat Deary ook graag wat luidere shoegazetracks speelt, heeft de gitaarliefhebber eigenlijk niks meer te klagen. De prachtige kunst op de muren, die enorme gouden kroonluchter boven de band, de stem die extra mooi lijkt te echoën in de kerk: Deary is de juiste band op de juiste plaats.
Ugly
Voor fans van: folkrock met aparte samenzang en heel veel pit
Het nummer: ‘Shepherd’s Carol’ of alle nieuwe nummers
De plek: De Doelen Up
Wel gedurfd, hoor: slechts twee liedjes spelen van die intrigerende folkrock-EP Twice Around the Sun, die vorig jaar verscheen, en verder alleen nieuw materiaal. Gelukkig weet de zeskoppige band uit Cambridge goed wat ze doen. Die nieuwe liedjes klinken namelijk fantastisch. Soms wat sneller en punkier dan het eerdere Ugly-materiaal, maar vaak ook juist wat gevoeliger. De aparte samenzang en experimentele aard van de band gaan niet verloren. Opvallend is hoe luid de akoestische gitaar van frontman Samuel Goater is afgesteld, en hoe hij met dat instrument voor de meest opvallende melodieën zorgt. De bandleden beloofden verwarring en chaos, maar uiteindelijk is de nieuwe muziek van Ugly vooral gewoon heel mooi.
Man / Woman / Chainsaw
Voor fans van: energieke en experimentele noiserock
Het nummer: ‘What Lucy Found There’
De plek: Arminius
Daar hebben we ‘m dan: de jaarlijkse gitarist die zijn snaren breekt. Ditmaal is het de Londense noiserockband met die opvallende naam: Man/Woman/Chainsaw. Let wel: noiserock met een viool. Niet eentje die je af en toe hoort krijsen op de achtergrond, maar eentje waar de rest van de muziek omheen is gebouwd. En die muziek? LUID. Eigenlijk zag je al van mijlenver aankomen dat er wel iets kapot zou gaan tijdens deze show. Zeker met dat enthousiasme van de band, al dat gedans en gespring op het podium. De tieners blijken ook nog eens goede freestylers. Wanneer de gitarist op zoek gaat naar een nieuwe gitaar, begint violiste Clio Starwood wat te jammen om de tijd te vullen. De rest van de band danst mee op het vioolgeluid, het publiek ook. Lief moment.
C Turtle
Loop een hoekje om en ineens beland je in de jaren negentig. In een bomvolle, flink verlichte arcadehal. Een paar mannen spelen race-spelletjes op de machines, terwijl verderop een jeugdige band staat te spelen: C Turtle. Het Londense vijftal maakt jaren negentig indie met een elektronisch bliep-bloep-twistje, een skater-aesthetic en een heel speelse dynamiek. Zanger/gitarist Cole Flynn Quirke, die de vocalen afwisselt met gitariste Mimi McVeigh, lijkt wel heel erg op Billy Joe Armstrong. Qua uiterlijk, qua kapsel en qua energie. Het werkt allemaal goed. Vooral wanneer de zangers om de beurt ‘Shake It Down’ zingen, krijgen ze het publiek snel mee. Logisch, want hoe kan je níét genieten van de energie? Het is lekker makkelijk, maar dat is juist het punt van de muziek. Het mag leuk zijn, speels, niet te serieus.
Flip Top Head
Voor fans van: Windmill-bands als Black Country, New Road
Het nummer: ‘Seventh Bell Number’
De plek: Arminius
De veelkoppige, experimentele bands schieten in Engeland als paddenstoelen uit de grond. Gelukkig is het podium in Arminius breed genoeg, want we kijken hier naar een zevental, met Flip Top Head als naam. De gitarist drinkt om 16:00 zijn wijn al rechtstreeks uit de fles, dus bij het publiek staan ze 1-0 voor. En dan is de muziek nog niet eens begonnen. Wanneer het wel begint, klinkt het als een mix tussen postpunk en experimentele folk met toevoegingen van saxofoonspel en dwarsfluit, een beetje in de geest van Black Country, New Road. Tuurlijk hebben ze ook meerdere vocalisten, die zelden harmonieus te werk gaan en vaak juist door elkaar heen lijken te praten. De muziek klinkt verzorgd, met weinig ongecontroleerde uitschieters. Dat is ook niet nodig, als je liedjes zo gelaagd en zorgvuldig in elkaar steken.
Automotion
Hij ziet er wel cool uit, Lennon Gallagher. Niet zo cool als zijn vader, maar toch: cool. Geblondeerde haren, een nonchalante blik, die rockster-allure zit in de genen. En rocken, dat is wat Automotion doet. Luid ook. Samen met schoolvriend Jesse Hitchman verzorgt Lennon het gitaargeluid, ook wisselen ze de vocalen af. De een nog monotoner dan de andere. Eigenlijk lijkt het alsof de gitaren juist spreken. Soms in compleet verschillende melodieën. De een verzorgt een gruizig leitmotiv, en de ander speelt er omheen. Hoge tonen, verrassende geluiden: ze zorgen ervoor dat de lange songs continu boeiend zijn. De apocalyptische post-rockliedjes blijven elkaar maar opvolgen, totdat de band ineens eindigt met een instrumentale danspunktrack. Uit het niets. Lekker: toch nog reden om even te moshen!
ladylike
We hebben het vaak over Londen, maar ook in Brighton weten ze wat van muziek maken. Vorig jaar al een aantal bands uit de Engelse kustplaats die opvielen (o.a. Porchlight, really big really clever), nu Flip Top Head en ladylike. De laatstgenoemde heeft slechts twee liedjes op streamingdiensten, maar genoeg achter de hand om veertig minuten vol te maken. De mix van folk, psychedelische rock en shoegaze is een interessante. Zeker met de toevoeging van de kwetsbare stem van Georgia Butler, een stem die doet denken aan die tip van vorig jaar: mary in the junkyard. Daar heeft de muziek sowieso wel iets van weg, al is ladylike niet zo chaotisch en kent de band minder luide uitschieters. In plaats daarvan is de muziek vooral rustig, dromerig en mysterieus. Hopelijk volgen er snel meer liedjes.