11 uur 's ochtends, 22 januari. De volledige Nederlandse muziekindustrie pakt bekaf en met extreme katers de trein terug vanuit Noorderslag. Daar loopt zo'n beetje de halve 3voor12-redactie (gebroken, verlangend naar BED) de nummer 2 van het festival Pitou tegen het lijf, die met een voldane glimlach en grijs gezicht vrolijk vertelt wat ze die nacht allemaal heeft uitgespookt. 'Het was een nacht om te vieren...,' glimt Pitou anderhalve maand later in een café in het Amsterdamse Centrum. '... dus heb ik de hele nacht gevierd! Er was een afterparty voor de artiesten, S10 draaide en ik heb de hele nacht gefeest. Om zeven uur 's ochtends wilde ik terug naar het hotel. "Eh, hoe moet ik eigenlijk terugkomen?" Het leek wel een sprookje: opeens stond er een mega pendelbus met een chauffeur met een hoed en een veer erin. "Stap maar in!" Zat ik daar, m'n eentje, als laatste in de pendelbus van de afterparty.’ Grinnik.
Op het podium zagen we een totaal andere Pitou dan de wat ingetogener folkzangeres die in 2018 op Noorderslag stond: zonder gitaar, ja, maar ook expressiever en theatraler, feller uithalend met haar stem én haar armgebaren. En zo de bloemetjes buiten zetten? Dat had ze niet zo snel gedaan. 'Terwijl ik die relkant áltijd heb gehad,' grinnikt ze vrolijk. 'Er was zelfs een term voor: Rambo Pitou. Maar toen vond ik dat privé, in muziek nam ik alles heel serieus. Ook uit angst: "Mijn muziek boort grote thema's aan, ik moet op het podium vasthouden aan het beeld van de zwaarmoedige folkie". Heel gek, omdat dat eigenlijk helemaal niet is wie ik ben. Nu is dat veel meer gebalanceerd: de losse, vrije versie van mezelf komt meer naar buiten.'
Dat hoor je ook op haar eindelijk verschenen debuutalbum Big Tear: nog steeds hoor je subtiele folkliedjes die een klassiek verleden verraden, nog steeds gaan er emoties van een ongekende diepte in schuil. Maar er schijnt meer licht doorheen, meer levenslust. 'I'm here to be more like an animal,' zingt ze op 'Animal' terwijl de drumroffeltjes aanzwellen. Zelfs in een regen van tranen leer je zwemmen, zingt ze strijdlustig in 'Big Tear'. En op 'Dancer' komt alles samen, knikt Pitou. Daarin zingt ze: 'Deer in the headlights / but dancing underneath'. 'Ik heb geen resting bitch face maar een soort resting sad face,' grinnikt ze. 'Mensen vragen vaak: "Gaat het? Is er iets aan de hand?" Terwijl ik me dan juist super krachtig voel. Super frustrerend, maar ook echt grappig. Daarna zing ik: 'I see the audience's a gimmick / They're all in it with me / And as the curtains rise I finally feel the fire'. Vroeger voelde ik een soort tweedeling met het publiek, ik had het idee dat ik iets van mezelf moest beschermen. Dat ben ik nu aan het loslaten: ik hoef niet zoveel muren op te werpen, ik durf nu écht contact te maken en plezier te hebben!'