Wie voor de liefde naar Amerika verhuist, wordt bestempeld als een ‘qualified alien’. ‘Niet bepaald een warme term’, vindt de 31-jarige folkzangeres Germaine van der Sanden. ‘Na tien jaar in Amsterdam was ik nu opeens gestript van mijn identiteit’, vertelt ze via Zoom vanuit Topanga, het Californische dorpje tussen de bergen en de woestijn. ‘Ergens was het een verademing om opeens naakt te zijn, mezelf opnieuw te kunnen uitvinden en iets op te bouwen rondom deze gemeenschap van muzikanten. Ja, het was fantastisch, maar ik kon in het eerste jaar hier in Amerika ook geen geld verdienen, dat mocht niet onder mijn verblijfsvergunning. Ik was een buitenstaander, ik moest tien stappen terug zetten en mijn plek weer vinden.’
Daarover zingt ze op het liedje ‘Always Affection’ op haar debuutalbum Midnight Game, een freaky liedje met een puls van klaterende zwaarden, ijle zangloops en afstandelijke zang die wel wat aan Laurie Anderson doet denken. Als ‘qualified alien’ landt ze in het land van belofte, een berg vol papierwerk mee om te bewijzen dat ze naar binnen mag.
Voor de duidelijkheid: de liefde waarvoor ze naar Amerika vertrok, dat is Buck Meek. Gitarist van Big Thief, zonder twijfel de belangrijkste folkrock/americana-band van dit decennium. Een band die met U.F.O.F. (2019), Two Hands (2019) en Dragon New Warm Mountain I Believe In You (2022) drie geniale albums afleverde die stuk voor stuk in de jaarlijstjes belandden. Bij 3voor12, en ook bij veel andere muziekmedia. Je zou zelfs kunnen zeggen: de meest invloedrijke toonzetter in het genre sinds Wilco. Germaine ontmoette Buck een paar jaar geleden in Amsterdam, toevallig eigenlijk, via een vriendin. ‘We hebben elkaar één keer ontmoet, en toen heeft hij daarna een jaar lang hele lange, lieve brieven naar me geschreven’, vertelt ze verlegen. ‘Ik ben in eerste instantie naar Amerika verhuisd zodat Buck en ik bij elkaar konden zijn.’
Wat een wonderlijk verhaal: op een dag niet zo gek lang geleden postte de iconische Amerikaanse folkrockband Big Thief liefdevol over de eerste single van de Nederlandse folkzangeres Germaine Dunes, terwijl die in haar geboorteland nog volstrekt onbekend is. Als ‘qualified alien’ vertrok Germaine voor de liefde naar Amerika, en zo belandde ze in de meest bruisende folkscene ter wereld. Het leidde tot haar wonderschone debuutalbum Midnight Game.
Een carrière in de ruimtevaart
Daarvoor had Germaine al zo’n beetje drie volle levens geleefd, waar buitenaards leven ook al een rol speelde. ‘Of liever gezegd: astro-biologie.’ Ooit wilde ze kunstenaar worden, en ze studeerde blauwe maandagen aan de Design Academy in Eindhoven en de Rietveld Academie in Amsterdam. Lachend: ‘Maar ik werd niet goed van alle conceptuele praat.’ Vervolgens stortte ze zich op de studie Archeologie, deed ze archeologische ontdekkingen in het Sri Lankaanse dorpje Tissamaharama en studeerde ze af op thema’s als klimaatverandering. Via het extra vak Planeetkunde werd ze gescout door de European Space Agency in Noordwijk. ‘Opeens was ik in de ruimtevaart terechtgekomen. Ik kon een traineeship doen, en heb een korte tijd een positie gehad bij het CERN in Zwitserland, het European Organization for Nuclear Research. Op de Mattehorn-gletsjer heb ik op 3900 meter hoogte metingen naar straling gedaan. En vervolgens ben ik in Amsterdam gaan werken bij de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO). Het was allemaal supercool, en eigenlijk heel atypisch in de wetenschap: de meeste wetenschappers zijn heel diep in één vakgebied gedoken, maar ik werkte altijd interdisciplinair. ’
Muziek maakte ze altijd al, stiekem, thuis, als uitlaatklep. ‘Ik heb wel wat kleine shows gespeeld in Amsterdam, maar had vooral het gevoel dat ik op mijn eigen eilandje zat, en het niet met veel mensen kon delen.’ En een bijzondere interesse in geluid had ze ook. Haar vader bouwt in zijn vrije tijd hi-fi stereo equipment, zij groeide dus op tussen de vacuüm buizen, poweramps, speakers en transistoren. ‘Dan luisterden we wat voor effect verschillende transistors op het geluid hadden, en vroeg hij mijn mening en voorkeur.’
De scene rondom Big Thief
Toen ze voor Buck Meek naar Amerika verhuisde, durfde Germaine hem eigenlijk niet te vertellen over haar eigen muziek. Want ja, het kan ook behoorlijk intimiderend zijn om als thuisknutselaar opeens met zo’n talentvolle, succesvolle muzikant samen te wonen. ‘Eerlijk gezegd was ik superverlegen. Ik heb de eerste twee jaar dat gedeelte weggedrukt. Maar dat ging niet langer meer, ik had de muziek nodig, dus moest daar een punt van maken. Het leuke is: hij heeft me heel erg aangemoedigd, een veilige plek voor me gecreëerd om muziek te maken.’
En zo belandde ze in de bruisende, wonderlijke folkscene rondom Big Thief. Ze kon ’stage lopen’ bij Blake Mills, de toonaangevende producer die in de afgelopen jaren werkte met Bob Dylan, Andrew Bird, Fiona Apple, Perfume Genius. ‘Ik wilde graag meer over engineering leren. Het was heel leerzaam om naast hem te zitten zonder al teveel te zeggen, en gewoon te zien hoe hij aan het werk ging.’
En terwijl Buck Meek twee weken aan zijn eigen nieuwe album werkte in de prestigieuze Sonic Ranch-studio in Texas, kon zij daar ook een slaapkamertje krijgen. ‘En die was ook gewoon akoestisch geweldig. Het was een luxe en een privilege: ik kon allerlei gear lenen en meenemen naar de bungalow. Terwijl Buck in de studio aan het werk was, zat ik hele dagen in mijn eentje te puzzelen. Ik kon urenlang zoeken naar precies het goede gitaargeluid, kijken wat het effect van verschillende microfoons was. En tussendoor konden we muziek aan elkaar laten horen.’ Sterker nog: zo leerde Germaine ook allerlei andere muzikanten kennen, gasten die werkten met Twain, The Low Anthem, Anaïs Mitchell en Cass McCombs. Namen die je oren doen klapperen als je ook maar een klein beetje thuis bent in het genre. En Buck speelt en zingt ook op veel van de liedjes van Germaine mee. ‘Het is superleuk om in deze community te zitten. Op de oppervlakte is er geen competitie en het voelt gek genoeg nu heel normaal om hier te zijn.’
Leercurve
Zo ontstond uiteindelijk het deze week verschenen debuutalbum Midnight Game. Een introspectief album dat wel doet denken aan de golf ‘freakfolk’-artiesten uit de jaren zestig en zeventig, aan zangeressen als Vashti Bunyan, Karen Dalton en Linda Perhacs, maar haar ijle stem heeft qua timbre ook wel wat weg van Big Thief-zangeres Adrianne Lenker. Een razend mooie plaat, maar Germaine zelf blijft er nogal verlegen onder, durft het album nog nauwelijks te promoten. Een voorzichtige giechel: ‘Ik heb maar twee posts gedaan, ja. Het is voor mij echt een grote leercurve: hoe ga ik hiermee om?
Dus hoe nu verder? 'Ik zou de wetenschap wel weer in willen, maar kan niet wachten om weer een nieuwe plaat te maken en wil ook graag als producer aan de slag. Oh ja, en Buck en ik gaan in het najaar samen door Europa op tour. Voor het eerst. Dan speel ik in zijn voorprogramma. Waarschijnlijk komen we ook naar Amsterdam.’