Vijftien jaar lang was hij keihard aan het rennen. Als gevierd hiphop-dj, als organisator van Encore, als drijvende kracht van Jamrock. Hij was in 'robotmodus' beland en ging behoorlijk hard op zijn bek. Dus gooide hij in de afgelopen periode alles om. Op Lowlands viert Wesley Texel zijn wedergeboorte. Niet als Waxfiend, maar als Wes Lee. 'Ik kom steeds dichter bij mezelf. In mijn muziek en daarbuiten.'

Janken op Wildeburg

Laatst gebeurde het opeens. Er welde een traan op in de ooghoek van Wesley Texel (39). En toen nog een. En nog een! ‘Ik was aan het janken na mijn set’, zegt hij verbaasd, ‘dat had ik nog nooit gehad in de bijna twintig jaar dat ik nu draai!’ Het overkwam hem op de zondag van Wildeburg. Dat dancefestival in de Flevopolder is something else, het jakkert non-stop dag en nacht door, zo’n beetje als enige festival van Nederland. Er stonden daar ongetwijfeld wat mensen voor zijn neus die al 40 uur wakker waren, ravers die zo krokant waren als een klontje, dansers wier poriën voor de volle honderd procent open stonden voor diepgaande dansmuziek.

Waar die tranen toch opeens vandaan kwamen? ‘Er zijn tracks binnen het Afrikaanse elektronische spectrum waarvan ik al jaren dacht: óóit wil ik die tracks kunnen draaien, en dat mensen het snappen. Tracks die best wel diep zijn, spiritueel ook. Dat lukte op Wildeburg. Ik begon met amapiano en wilde steeds dieper en harder richting de afrotech en gqom. Er was een punt in mijn set dat ik twee kanten op kon. Ik kon met mijn hoofd gaan draaien of met mijn gevoel. Ik kon mijn eigen track gaan draaien, de eerste track die ik OOIT heb gedropt. Of ik kon voelen waar ik werkelijk naartoe wou, waar het publiek naartoe wou, schijt hebben aan mijn eigen track en mezelf durven te expressen. Ik koos voor dat laatste, en dat werd keihard gewaardeerd. De liefde die ik voelde van het publiek was overwhelming. Ik had nog nooit zoiets meegemaakt, dat raakte me wel.’

En dat terwijl je zou zeggen dat–ie alles wel had meegemaakt. Al bijna twintig jaar zet Texel in Nederland de toon als feestorganisator en als (de geweldige!) dj Waxfiend. Hij is een van de drijvende krachten achter het dancehall- en reggaefeest Jamrock in Paradiso. Hij organiseert en draait al jaren hiphop-clubfeest Encore in de Melkweg. Hij maakte mixtapes met Kempi, met Ronnie Flex, met The Opposites. Hij is een man die niet graag op de voorgrond treedt – daar is-ie te verlegen en bescheiden voor –, maar wel degelijk van groot belang is geweest voor de blauwdruk van Nederlandse hiphop. En hij is een man die een nieuwe sound echt kan BRENGEN, die alles op alles zet om genres in Nederland te breken.

Wesley Texel alias Waxfiend alias Wes Lee

Grote ego's, grote chaos en een fucking grote schuld

In de afgelopen jaren is Wesley Texel zichzelf opnieuw aan het uitvinden: hij is tegenwoordig programmeur van de nieuwe Paradiso-club Parallel, organiseert de futuristische Afrocentrische clubavond Ziongate, hij produceert zelf voor het eerst muziek, hij programmeert een gedeelte van het Lowlands-nachtprogramma en debuteert zelf prime time op zaterdagnacht in de X-Ray zijn nieuwe artiestennaam, simpelweg Wes Lee. ‘Ik wil gewoon niet meer faken, ik wil meer bij mezelf blijven’, zegt hij erover.

Zijn gig in de X-Ray is een nieuw begin, en een eindpunt van een proces waar hij al tijden doorheen gaat. Zo was er een eerste ayahuasca-trip in 2014. ‘Toen ontdekte ik voor mezelf dat muziek heilig is. Hoe ik toen muziek ervaarde? Dat ging dieper dan óóit. En die trip was een manier om me over mijn social anxiety heen te zetten. Een beetje, in ieder geval.’ Nog zo’n besefmoment: de keer dat hij Ciara boekte in The Sand. Totaal fiasco was dat. ‘Elke keer dat ik tegen mijn gevoel inging omdat ik dacht dat het me money zou gaan opleveren? Het ging elke keer mis. Het universum bleef me die les keer op keer vertellen.’

Een eyeopener was ook Encore Festival 2017 op de NDSM-Werf, dat hij organiseerde. ‘Het was écht een goed jaar. We hadden 15.000 bezoekers en Migos waren de headliners. Hoe tof dat ook was…. we waren teveel doorgeslagen in het boeken van grote headliners. Migos wilden de héle backstage clear hebben. Tory Lanez, Stefflon Don, iedereen moest opdonderen omdat de hele backstage van Migos moest zijn. De andere artiesten wilden in de frontrow staan maar die stond al vol, dus meisjes werden verdrukt, mannen ook, ze vielen half flauw. Ik en mijn partner stonden zelf security te spelen. Dat vond ik fucking lastig om mee te dealen. Een grote fucking chaos omdat één act zo’n groot ego had.’

Een week later ging Texel langs bij dancefestival Loveland, en het contrast met zijn eigen festival was schrijnend. ‘Ik zag hoe headliner Black Coffee binnen kwam lopen, heel rustig. Hij groet Loveland-baas Marnix, ze schudden een hand, lachen wat. Terwijl hij in zijn wereld net zo groot is als Migos! Ik hou van wat ik doe, ik hou van clubs, festivals, momenten creëren voor publiek. De culture naar mensen toe brengen. Maar als ik dit nog jaren doe?… Dan wil ik het doen zoals Marnix dat met Black Coffee deed en niet zoals ik bij Migos security stond te spelen.’

Dat voelde hij vooral een jaar later op datzelfde Encore Festival. ‘Naarmate het festivalseizoen naderde, zagen we dat de kaartverkoop niet liep zoals we hoopten dat hij zou lopen. Er hing voor ons een donkere grijze wolk over de zomer heen. Het was een optelsom van hoe mainstream hiphop was geworden, hoeveel money erin omgaat, dat het bijna alleen maar daarom gaat, een hele sterke concurrent in het Zuiden waar we niet tegenop konden boksen. En in de droogste zomer van de eeuw, precies de week van ons festival de hele week aan het regenen was terwijl we best wel last minute publiek hadden. We hadden duizenden bezoekers minder, hielden tonnen aan schuld over die we moesten gaan afbetalen. Het was een grote klap. Veel evenementenorganisaties hebben elk weekend een festival, ze spreiden hun risico over zes maanden. Wij niet, we werkten een heel jaar naar één weekend toe. Als Piet Paulusma dan besluit: yo, het gaat regenen… Dat is focked op. Dan kun je anderhalf jaar gaan afbetalen en komen ze de tv van je muur rukken. Ik zag laatst een documentaire over hoe festivals wereldwijd worden opgeslokt door giganten en kleine nichefestivals uitsterven. Het was best confronterend om te zien, en te beseffen waar in dat spel wij stonden.’

(tekst gaat verder na de video)

Op Bali op zoek naar zichzelf

Kortom: het was tijd om een stap terug te nemen. Te ‘rekalibreren’. ‘Te kijken waar ik dan wel naartoe wilde gaan. Als je vijftien jaar aan het rennen bent, is het goed om een stap terug te doen. Een periode van mijn leven ging het draaien met Jamrock ook best goed. Ik vloog voor boekingen naar Las Vegas, Japan, Atlanta. Maar. Mensen noemden me Robot-Wax, ik ging in een robotmode. Ik heb fucking veel dope shit meegemaakt, maar ik heb het ook níét meegemaakt. Ik genoot nergens meer van, ik was alleen maar aan het rennen.’

Dus wat deed-ie? Hij veegde zijn agenda helemaal leeg, verhuurde zijn appartement in Amsterdam en stapte met zijn toenmalige vriendin in het vliegtuig naar Bali. Een sabbatical, een harde reset. ‘Mijn werk voor Encore – de organisatie van de clubnachten, de marketing – kon ik digitaal voortzetten dankzij het team dat we hadden opgebouwd in Amsterdam. Ik was opeens een digital nomad met een laptop in een hippe croissantbar. Ja man, best wel lekker, hoor.’

Ondertussen ging hij op zoek naar zichzelf. Zo las hij The Artist’s Way van Julia Cameron, een boek dat creatieve blokkades probeert op te heffen met een programma van twaalf weken, waarbij je iedere ochtend 750 woorden schrijft. ‘Nog steeds schrijf ik elke ochtend. Het is een soort dagboek, ook om te zorgen dat ik minder in mijn hoofd zit.’ Hij ging dagelijks mediteren. ‘Toen realiseerde ik dat ik meer behoefte heb aan diepgang in connecties met mensen om me heen.’ En hij leerde weer op een andere manier naar muziek gaan luisteren. ‘Nu eens níét voor de club. Ik hoefde niet meer elke week de releases te checken: “Wat kan ik dit weekend gaan draaien?” Dat was fucking bevrijdend. En in dat alles was ik dankbaar dat ik mezelf de tijd gunde. Ik had kapot veel schulden om af te betalen, maar ik was in staat om dat te doen vanaf Bali. Daar was ik dankbaar voor.’

Wesley Texel alias Waxfiend alias Wes Lee

De weg naar elektronische muziek

Ergens in dat proces raakte hij ook steeds meer bevangen van house, afrohouse, afrotech, gqom, amapiano, terwijl hij jarenlang het gevoel had dat de dancewereld niet per se zijn wereld was. ‘Grappig eigenlijk: toen ik in groep 7 zat heb ik een fase van anderhalf jaar gehad dat ik zwaar in de hardcore zat. Mijn ouders werden helemaal gek van die teringshit. En oudere neven en nichten vertelden me: die gabbers zijn skinheads, ze houden niet van black people. Voor het overgrote deel klopte dat natuurlijk niet, de meeste gabbers waren helemaal oké, maar er werd bij mij wel een zaadje geplant. Dit is niet voor mij.’

Dat gevoel kreeg hij weer bevestigd toen hij jaren later voor het eerst naar dancefestivals ging. ‘Daar voelde ik me niet direct welkom, nee.’ Hij werd er te vaak herinnerd aan het feit dat hij er anders uitzag dan de andere bezoekers, terwijl hij zich juist aan iedereen verbonden wilde voelen. Dan kreeg-ie weer naar zijn hoofd geslingerd: ‘Ey, fakka, verkoop je sos?’ ‘En niet een keer, hè? Maar tien keer op een avond. Vrienden van me werden zóóóó vaak zo aangesproken dat ze op een gegeven moment zelfs dachten: ja, naast dat ene pilletje voor mezelf kan ik er nog zes meenemen, dan verdien ik mijn festivalticket terug.’

Tja, dat drugsgebruik op housefeesten, dat was sowieso een ingewikkeld onderwerp voor de jongere Wesley. ‘Ik ben met een rigide beeld van drugsgebruik opgegroeid, waarschijnlijk zullen veel people of colour dat herkennen. Ik heb neven in Ganzenhoef gezien met naalden, dat is wel even schrikken. In mijn Jamrock-dagen waren er mensen om me heen die dealden, maar niemand gebruikte. Nee, want dan ben je een junkie. Drugs zijn gevaarlijk. Later pas zag ik dat veel mensen het weten te doseren, dat het ze iets kan brengen in het leven, dat het fucking healing kan zijn en dat je een bepaalde connectie met jezelf kunt aangaan, de connecties met anderen om je heen nog hechter kunt maken.’

(tekst gaat verder na de foto)

'We hebben als mens geleerd om heel veel dingen opgekropt te houden'

Nog zo’n belangrijke eyeopener: ‘House music is van origine black music. Dat is de muziek die me het meest aanspreekt, die me dieper raakt, housemuziek waarin de roots te horen zijn. Soms heel subtiel, soms meer op de voorgrond. Het was een openbaring dat ik erachter kwam dat deze muziek voornamelijk door zwarte mensen uit de LGBTQ-community van Chicago werd gemaakt. Wauw. Nou, dat was jarenlang niet te zien op dancefestivals.’

Nu die roots steeds vaker worden erkend en gevierd, wordt het voor veel mensen gemakkelijker om zich op dance-evenementen thuis te voelen. Maar… ‘…representatie op het podium is vaker in orde dan achter de schermen bij de organisatie en in het publiek. Misschien moeten we daar eens aan gaan werken in alle lagen van de organisatie. Want je organiseert evenementen toch uiteindelijk altijd vooral voor mensen die op jezelf lijken. En dit is niet alleen een ethische kwestie, hè? Je wil toch ook een zo groot mogelijke gemêleerde groep mensen aanspreken? Dan moet je de taal spreken. Dan moet je weten waar dat publiek behoefte aan heeft.’

Stap voor stap verkent hij nu de elektronische wereld. Hij was voor het eerst als bezoeker op DGTL omdat hij grote held Moodymann aan het werk wilde zien. Hij draaide op Lente Kabinet. Hij was laatst in de Berlijnse technotempel Berghain. ‘Een andere planeet waar iedereen zich vrij voelt om te doen wat–ie wil. Ik was er tijdens de Pride-week. Wow.’ Hij staat komend weekend op een prachtslot in de X-Ray. En hij was voor het eerst op Milkshake, waar hij met een indrukwekkende choker om z’n nek optrad. Want ja, ook sensualiteit werd een steeds belangrijker thema in zijn muziek. ‘Ik begin wel te beseffen dat dat is wat dancehall en mijn type house aan elkaar verbindt: het sensuele aspect erin. In de ritmes, in de percussie, maar ook in wat er gebeurt in het laag, wat je op een andere manier raakt. Dat vond ik zo dope aan de Jamrock-tijden, en ik was daar echt een toeschouwer. Wat er op die feesten allemaal gebeurt?! Mensen schuren, mensen springen van ladders af en zo into halve droogneukshit. Dat vond ik geweldig, maar ik durfde er zelf niet aan mee te doen, ik was veel te shy. We hebben als mens geleerd om heel veel dingen opgekropt te houden, ik vind het mooi als mensen leren loslaten en gewoon zíjn. Sensualiteit is daar een belangrijk aspect van, ook in de nacht, en het kan ook bijdragen in de manier waarop je naar jezelf kijkt in het alledaagse leven. Ik leer dat zelf nu langzamerhand ook iets beter, en heb het geluk dat ik een mooie geweldige vrouw heb gevonden die me daarin helpt, die me de vrijheid gunt dat voor mezelf te ontdekken. Zo kom ik steeds dichter bij mezelf. In mijn muziek en daarbuiten.’

Wes Lee draait zaterdagnacht van 00.45 tot 02.00 in de X-Ray op Lowlands. Dit najaar verschijnt zijn eerste EP.