Het is moeilijk om je nog voor te stellen, maar een jaar geleden tijdens Amsterdam Dance Event was de nacht nog taboe. Er werd gefeest, er werd gedanst (en hoe!), maar om middernacht moesten we allemaal naar huis. En een maand later ging er opnieuw een streep door al het feestgedruis. Van alle horeca kregen de nachtclubs de zwaarste klap. Hoe staat het - nu Amsterdam zich opmaakt voor een volwaardige ADE - met het nachtleven?

Om maar meteen met een positieve noot te beginnen: ze zijn er nog, bijna alle lichtjes van het Amsterdamse nachtleven branden nog. Op een reguliere zaterdagavond kun je in de hoofdstad op minstens tien plekken terecht. De blauwgele circustent van Thuishaven staat fier, in het doolhof van RADION kun je nog altijd verdwalen, het ondergrondse Shelter trekt nog evenveel Britten als altijd. Er is genoeg bijgekomen: Lofi host coole dj's in een tof, industrieel pand, Paradiso heeft een nieuwe club in het voormalige Tolhuistuin. Kortom: het nachtleven is terug. Maar elke club heeft zijn eigen issues in het onvoorspelbare klimaat dat het nachtleven geworden is.

Twee clubs gingen kopje onder

Twee belangrijke clubs overleefden de laatste twee jaar niet: De School en Marktkantine verdwenen van de landkaart. Alleen had hun sluiting niet primair met de pandemie te maken. Allereerst De School, onder liefhebbers bekend als de meest progressieve nachtclub van Nederland. In juli 2020 ging die broeiplek roemloos ten onder, zonder grootse sluiting, zoals voorgangers Club 11 en Trouw die kregen. Het was zelfs nog erger dan roemloos: De School sloot met een flinke kras op zijn blazoen. De club kreeg in de nasleep van de Black Lives Matter demonstratie op De Dam te maken met kritiek over hun gebrek aan inclusiviteit, terwijl het juist zo’n progressief imago genoot. De kritiek? Het personeel was te wit, het deurbeleid racistisch. Dat geldt niet exclusief voor De School, maar de directie van de club kon de kritiek niet goed weerleggen en besloot de handdoek in de ring te gooien. De School keerde onlangs terug, maar daarover later meer.

Niet ver van De School, net iets dichter bij het centrum, lag ook club Marktkantine, aan de Jan van Galenstraat. Net als veel clubs zat de Marktkantine in een tijdelijk locatie, en tijdens de pandemie tikte de tijd genadeloos weg. Op 1 juli, drie maanden na de heropening, liep het huurcontract af. Eigenaar Eelko Anceaux probeerde nog uitstel te krijgen om nog een laatste halfjaar te vlammen, maar dat zat er niet in. ‘Het zat eraan te komen, toch valt het erg rauw op ons dak,’ vertelde Anceaux aan Het Parool. ‘Afgelopen twee jaar zijn we 100 weken gesloten geweest vanwege corona. We zijn net weer open. Over drie maanden moeten stoppen zou een ramp zijn. We willen onszelf, maar ook Amsterdam de kans geven feestelijk afscheid te nemen.’ Het mocht niet baten, de Marktkantine is inmiddels dicht. Het team achter de club hoopt nog steeds een nieuwe plek te vinden, maar volgens Eelko Anceaux is dat tot nu toe nog niet gelukt.

Garage Noord in de lockdown van 2020

Ruimtegebrek in de stad

Dat past binnen de belangrijkste trend waar het Amsterdamse nachtleven mee te maken heeft, ziet ook nachtburgemeester Ramon de Lima. ’Het is op dit moment fijn dat we überhaupt weer de clubs in kunnen. Ik zie het Amsterdamse nachtleven ook weer op volle toeren draaien. Maar we hebben te maken met een aantal problemen die ook al voor corona speelden. Het belangrijkste en meest nijpend is ruimtegebrek. Clubs worden steeds meer buiten de randen van de stad geduwd. Plekken waar nachtcultuur terecht kan zijn heel erg schaars, tot op het punt dat ik me zorgen begin te maken of er nog wel genoeg ruimte is om nieuwe nachtcultuur te laten ontwikkelen.’

Volgens De Lima heeft dat alles te maken met de verandering van de stad. Er komen steeds meer mensen naar Amsterdam, die zoeken naar woon- en werkruimte. ‘Amsterdam groeit ontzettend snel, mensen willen zich hier graag vestigen. Plekken waar iets kan ontstaan worden heel snel ontwikkeld tot woongebied. Tien jaar geleden was er nog veel meer ruimte in de stad, er was veel meer leegstand. Clubs konden daardoor veel makkelijker een nieuwe plek vinden. Nu is die ruimte er eigenlijk alleen nog in Noord, en dus zie je daar de laatste jaren nieuwe plekken ontstaan, met onder meer Garage Noord en het Skatecafé, en een kleine locatie als Schietclub. Als die straks ook weg moeten ontstaat een kaalslag.’

Garage Noord en Skatecafé groeiden al voor corona uit tot geliefde plekken. Skatecafé zit ergens tussen serieuze club en hangplek, een vrolijk zooitje ongeregeld. Coole initiatieven als Patta en online radiostation Echobox vinden er hun weg, lokale labels zoals Magnetron Music (o.a. Fatima Yamaha) en dat van Young Marco spelen er een thuiswedstrijd, maar er wordt net zo goed een opblaasglijbaan opgetrokken midden in de clubzaal. Een stukje serieuzer is Garage Noord, de piepkleine DIY-club één deur verderop, gericht op de niche rafelranden van de clubmuziek. Des te opmerkelijk dat de eigenaren nu een nieuwe club beginnen, twee keer zo groot als Garage Noord, in het centrum van de stad (door inmenging van gebiedsontwikkelaar N.V. Zeedijk). Alhoewel die club totaal anders wordt, bezweert programmeur Bram Owusu. ‘We gaan geen ‘moeilijke’ muziek in het centrum neerzetten. Wat wel? Van reggaeton tot dancehall en hiphop, van hyperpop tot amapiano en afropop. Dat Garage Noord zoveel niche muziek programmeerde kwam door onze smaak. Maar in het centrum heb je een verantwoordelijkheid om voor iederéén een plek te zijn.’

Kanaal40

Ruimte om te experimenteren

Toegankelijkheid, daar is behoefte aan, denkt nachtburgemeester Ramon de Lima. ‘Ook voor bezoekers wordt de drempel in het nachtleven steeds hoger, stelt hij. ‘Het nachtleven is ontzettend duur. Je betaalt al snel twintig euro voor een ticket, dan heb je nog geld nodig voor een kluisje, voor je drankjes. Je knippert met je ogen en bent tachtig euro verder. Daarom zie je veel bezoekers zich verplaatsen naar de underground, waar een clubavond gratis of op donatiebasis is. Het is een taak van de gemeente om die ruimte te bieden. Aan de makerskant is er behoefte aan toegang tot ruimte om te kunnen experimenteren.’

Dat gebeurt ook wel, mondjesmaat. Ook deze ADE poppen er weer nieuwe plekken op, vaak kleinschalig, soms wat groter. Yellow House en The Other Side zijn nieuw. Bars als Pamela (van dj Carlos Valdes) en Murmur zijn low profile dj-spots. En dan is er nog de Schietclub in Noord, een plek die voor het eerst gebruikt werd als after party voor Dekmantel Festival afgelopen zomer. Tijdens ADE is er onder meer een feestje van Antal en Hunee’s boekingskantoor Sonnet en een van Dekmantel met een geheime line-up. En dat terwijl de Schietclub super klein is (150 man op de dansvloer, nog eens 100 passen er in de bar ernaast). ‘We hebben tot nu toe veel afgehouden’, vertelt Marlon Arfman van de Schietclub. Schietclub blijft expres een beetje onder de radar, vertelt hij, maar natuurlijk wil hij wel een klein inkijkje geven in de mysterieuze locatie. ‘Online zijn we nauwelijks zichtbaar, we publiceren ons programma alleen via Whatsapp, tickets kosten 5 euro.’

Zo ontstaat een kleine kring betrokken mensen, vrienden van vrienden, zeg maar, die het nachtcafé weet te vinden. Sommigen om te dansen, anderen willen er gewoon hangen, actief zijn in de nacht, hun eerste uren maken als dj. Arfman was in het verleden betrokken bij club Claire op het Rembrandtplein, en via via kwam hij bij een verlaten pand van de schietvereniging uit. ‘De eerste keer dat we er kwamen was de schietclub nog in gebruik. Alleen op woensdag en donderdag, met allemaal oude mannetjes aan de bar. Het was een heel gedoe om binnen te komen, met dubbele deuren. Logisch, want er lagen pistolen binnen.’ De bar van de Schietclub ademt de jaren tachtig, en dat houden ze graag in tact. Het geeft een saloon-achtige vibe. ‘We hebben een nachtvergunning gekregen tot september volgend jaar. Dit wordt dus normaal gesproken onze enige ADE’, zegt Arfman. ‘Dus we gaan er wat moois van maken.’

De illegale raves dreunen indoors door

En dan is er nog de in coronatijd opgebloeide illegale ravescene. Zeker tijdens het einde van de pandemie schoten kleine, illegale feestjes als paddenstoelen uit de grond, en hun aanwezigheid is nu nog voelbaar in het Amsterdamse nachtleven. Dat beaamt ook Isabelle Ho Kang You, zelf rave-organisator en werkzaam bij RADION. ‘RADION had altijd al nauwe contacten met de illegale scene. Sinds de pandemie zijn die zo nauw, dat het na de pandemie voor veel rave-organisaties een logische stap was om zich bij RADION te huisvesten als legaal feest.’ 

In het geval van RADION is dat een groot succes, zegt ze. ‘Neem de Reünie, dat was tijdens de lockdowns een veilige haven voor de queer community. Hun eerste indoor-evenement bij RADION verkochten ze binnen een dag uit, zonder de line-up bekend te maken.’ Daar heeft Ho Kang You ook een verklaring voor: ‘Veel jongeren hadden hun eerste rave-ervaring op een Reünie of Disturbia, tijdens een illegale. Dat schept een onwijze band. Dan is het logisch dat op het moment dat de clubs opengaan denken: we gaan naar de Reünie.’ Het is voor RADION een organische manier om een nieuwe generatie binnen te krijgen. En juist dat is voor veel club een enorme uitdaging, na twee jaar stilstand. Het was vrijwel onmogelijk om je community vast te houden, laat staan nieuwe jonge mensen te trekken.

Paradiso-Noord (nu Parallel) tijdens de lockdown van 2020

'Het is bijna niet meer rendabel om een evenement neer te zetten'

En dan zijn er nog de praktische omstandigheden, de issues van de hele horeca. Dat zegt ook Raaf Verhoef, programmeur van Parallel. Die club is sinds maart dit jaar gevestigd in de Tolhuistuin (ook al in Noord) en is een initiatief van Paradiso, dat daar al concerten programmeerde. Sinds de opening stuiten ze op allerlei knelpunten, zoals: een enorm personeelstekort.

Verhoef: ‘Wij hebben ADE nu rond, maar we kunnen niet zomaar iets bij boeken. Als één van ons ziek wordt hebben we een een probleem. We hebben al eens een avond moeten cancelen vanwege een zieke lichtman. Dat is heel zuur. Wij hebben bij Paradiso best wel wat mensen in dienst, werken niet extreem veel met freelancers. Andere partijen hebben nu te maken met een prijzenoorlog om de juiste technici te krijgen. Het is bijna niet meer rendabel om een evenement neer te zetten. Dan hebben we het over over vluchten en hotels, maar ook productie: LED huren, dat soort dingen. En ja, ook als de energieprijzen omhoog gaan moet je nog steeds je pand verwarmen.’

Kortom: Parallel krijgt zijn clubnachten op dit moment simpelweg niet rendabel, en zal zeker niet de enige club zijn die worstelt met de hoge kostenstijgingen. Raaf Verhoef: ‘Het is lastig om te evalueren waar het aan ligt, de situatie is zo uitzonderlijk na corona. Zijn het de prijsstijgingen? Is het gedrag van publiek veranderd sinds de pandemie? Ligt het aan de line-ups? We weten dat we in de opbouwfase zitten, we gingen er al niet vanuit dat we op dit moment heel rendabel zouden programmeren, maar dit maakt het lastiger. We hebben goede plannen en beginnen in het ritme te komen. We kunnen wat meer op de lange termijn werken in plaats van korte termijn artiesten te boeken om simpelweg open te kunnen. We beginnen de tijd in te halen en kunnen iets meer naar de toekomst kijken. Maar als we aan het einde van het jaar zien: de clubavonden lopen wel maar zijn niet rendabel, dan moet je gaan kijken: wat gaan we doen?’

De School onder de loep

Net zo lopen ze achter de feiten aan bij De School. De club heeft het zelfs zo druk dat er geen tijd was om ons te woord te staan voor dit stuk. Daardoor is het alleen maar gissen wat er precies aan de hand is. Wel zien we dat de club zijn line-ups slechts een week van tevoren publiceert, de line-ups een tikkeltje rommelig zijn en headliners missen die de programmering zwaarte geven. Het ADE-programma (volgende week!) is zelfs nog niet helemaal naar buiten. Zo is de terugkeer van de meest vooruitstrevende club van Amsterdam geen appeltje-eitje. En dat terwijl de verwachtingen enorm zijn. Een plek als De School wordt enorm gemist in de huidige clubscene. Het pand, de programmering, de vibe die eromheen hing: het maakte De School een plek van internationale allure, met een trouwer publiek dan iedere club in Amsterdam. Voor artiesten was De School een springplank en kwaliteitszegel, de beste line-ups van De School trokken duidelijke lijnen tussen lokale dj’s, headliners en spannende boekingen in de internationale lift. Dat het nieuwe (en veel diversere team) die verwachtingen nog niet vervult is best logisch. Zulke strakke programma's boek je máánden van tevoren, terwijl het nieuwe team nu de klok rond lijkt te werken om de programmering van over een paar wéken dicht te timmeren. De aanlooptijd naar de heropening was erg kort. Wat een stressvolle klus. Hopelijk ontstaat er binnenkort meer ademruimte. Eerst maar eens ADE overleven.