Nils Frahm (40) groeide de afgelopen tien jaar uit tot een vaandeldrager van de neoklassieke muziek. Hij staat bekend om zijn intense liveshows, waarin hij met dikke zweetdruppels op zijn voorhoofd van instrument naar instrument banjert en in z’n eentje megagrote soundscapes laagje voor laagje opbouwt. Een muzikale mad genius op het podium, die zijn publiek – soms tot flauwvallen aan toe – totaal in vervoering brengt.
Sinds zijn doorbraak met het album Felt (2010) staan zijn piano-met-synthesizer-composities bovenaan Spotify-lijstjes met titels als Music For Concentration, Music For Studying of Music For Sleeping. Frahm is geen fan. Het lijkt alsof muziek tegenwoordig altijd iets nuttigs moet doen. Alsof muziek op zichzelf nog geen functie heeft. Met de titel van zijn nieuwe ambient plaat Music For Animals plaatst hij een speelse kanttekening bij deze functionele playlist-cultuur. Of nou ja, ambient… zo wil Frahm het zelf niet echt noemen. ‘Ik stopte gewoon wat minder dingen in de mix en maakte de tracks wat langer’.
Zeg dat wel. Music For Animals is een album dat je aandachtsspanne uitrekt tot ‘ie bijna knapt. Het is een lege, meditatieve plaat waarop eigenlijk bijzonder weinig gebeurt, maar die toch een sterke aantrekkingskracht heeft. Zelf vergelijkt Frahm de plaat met een waterval: in beweging, maar toch altijd hetzelfde. Je kunt rustig even weglopen zonder iets te missen. De tien tracks nemen samen ruim drie uur in beslag. Reken maar uit. En als je daar geen zin in hebt (of een rekensommetje al te lang vindt duren): de track ‘Briefly’ duurt 27 minuten. Wie zegt dat Duitsers geen humor hebben?