Waar ooit mensen nachtenlang stonden te dansen, was tot voor kort alleen nog maar stof te vinden. Tot daar opeens, op de persconferentie van 18 juni, werd besloten dat de clubs weer open mochten. Al vanaf 26 juni, veel sneller dan verwacht. In principe was dat goed nieuws voor het nachtleven, dat al anderhalf jaar in coma lag, maar zo snel omschakelen vereiste veel van de clubs. Allereerst moesten er in allerijl feesten worden georganiseerd, dj's geboekt en tickets verkocht. En dan nog de barmannen, clubmanagers, geluidsmannen: al het personeel was weg, iedereen werkte ergens anders. Hoe vind je in een week tijd capabele nieuwe mensen? En zodra die er zijn, dan is het nog maar de vraag of alle oude apparatuur het nog doet.
Bij Perron in Rotterdam hadden ze alles gelukkig goed onderhouden. Althans, dat dachten ze. ‘De woensdag voor de heropening hebben we een “grote stresstest” doorlopen om alles even te controleren. De lichten, het geluid, de biertaps. Toen kwamen er toch nog veel dingen aan het licht, we hebben echt gigantisch hard moeten werken om alles op tijd af te krijgen’, zegt Aziz Yagoub van Perron. ‘Het waren lange dagen, maar dat vonden we niet erg.’
Het was zwoegen en zweten, maar uiteindelijk kon Perron de deuren die vrijdagnacht weer openen. Hoewel het Testen Voor Toegang-systeem gehackt was en niet iedereen daardoor naar binnen kon, was het een groot succes. ‘Mensen gingen buiten aftellen. Het was een soort oud en nieuw in het kwadraat. Iedereen was waanzinnig gelukkig.’