Het is al geweldig dat het Le Guess Who? überhaupt lukte om met de plotse lockdown het hele festivalprogramma om te kitten. Maar dan hebben we het nog niet eens gehad over de vele prachtige shows die dit weekend plaatsvonden op het stadsfestival in Utrecht. Dit zijn de 25 beste shows die we hebben gezien.

Al ruim tien jaar is Le Guess Who? een van de belangrijkste en meest verrassende ontdekfestivals van Nederland. De Utrechtse vierdaagse richt zich niet alleen op nieuwe namen, maar op werkelijk alle muziek die je normaal gesproken niet op een Nederlands festival tegenkomt. Het haalt levende legendes terug uit de vergetelheid, presenteert de meest fascinerende niet-Westerse muziek en boekt de experimentele smaakmakers uit elke muziekstroming die je kunt bedenken, van indie en hiphop tot klassiek en elektronica. 

Zijn eclectische programma dankt Le Guess Who? voor een deel aan de curatoren met wie het festival samenwerkt. John Dwyer van OSEES nam een deel van het programma voor zijn rekening om vervolgens de zondag af te sluiten met een geweldige not-so-seated-show van zijn garagerockband, Phil Elverum was tevens curator en naast de vaste curatoren sloeg Le Guess Who natuurlijk ook weer de handen ineen met allemaal andere externe partijen en labels, zoals het Oegandese platform Nyege Nyege en het Amsterdamse diggerslabel Knekelhuis.

En het mag gezegd worden: wat leverde Le Guess Who deze editie een ongelooflijke prestatie. Op vrijdag kreeg het de nieuwe coronamaatregelen te horen. Maar afblazen? Dat deed het festival niet. In plaats daarvan zigzagde het om de coronamaatregelen heen, door zaterdag het hele programma vooruit te schuiven, en zondag de shows seated te doen. Het leidde tot lange rijen en hier en daar een verstopping, maar we mogen vooral dankbaar zijn dat het kon doorgaan. 

Irreversible Entanglements

25. Alogte Oho & His Sounds of Joy

Alogte Oho is het afgelopen decennium uitgegroeid tot een van de belangrijkste muzikanten van Ghana. Hij maakt dansbare gospel uit de traditie van de Frafra (een volk uit het Noord-Oosten van Ghana) en zoals de naam van zijn zevenkoppige begeleidingsband al doet vermoeden predikt hij positiviteit. Ingetogen wordt het wanneer de band de instrumenten weglegt en enkel met wat percussie Alogte en de twee zangeressen aan zijn zijde begeleidt. We moeten vandaag natuurlijk zitten, maar met deze enthousiaste muzikanten is bij de pakken neerzitten er niet bij. Al willen we eigenlijk natuurlijk allemaal het liefste meedansen.

24. Irreversible Entanglements

Die vrouw op rechts die neurotisch teksten voordraagt? Dat is Camae Ayewa. Onder de naam Moor Mother is ze huisvriend van het festival, ze stond al regelmatig met haar ontregelende, avantgardistische noise en elektronica op het festival en was een paar jaar geleden zelfs gastcurator. Nu vouwt ze haar poëzie in gierende freejazz, zoals dat al sinds de jaren vijftig wordt gedaan. De saxofonist naast haar buldert toonladders op en af, de trompettist laat zijn instrument keihard krijsen, en de drummer roffelt zich een ongeluk. Het is werkelijk waar hysterische muziek. ‘You don’t even know what to do with it. You don’t even know how to feel’, declameert Ayewa temidden van al dat geweld. Het gaat vast over iets heel anders, maar je mag het ook gerust op dit optreden betrekken: het is intrigerend en prikkelend, een show die heel wat vraagtekens achterlaat.

23. Ana Roxanne

Zalvend zijn de mistwolkjes die Ana Roxanne optrekt met haar fonkelende pads, en zanglijnen vol reverb. De afgelopen jaren viel de Amerikaanse muzikante op met platen zoals Because of a Flower, een wonderschoon album dat menig ambientliefhebber door de gure winter van 2020 heeft getrokken. Ambient is natuurlijk eerder een genre dat je in de achtergrond luistert, maar hier staat ze in een volle Stadsschouwburg. Live voelt het ook wel wat fragiel, wat bibberig, maar met zo’n ademloos luisterend publiek valt ook zo’n show helemaal op zijn plek.

22. Angel Bat Dawid

Een paar jaar geleden was de free-jazz componiste ook al op Le Guess Who, toen ook al met zo'n confronterende show. Zo nu ook. Terwijl ze in een lang, rood gewaad opkomt (denk: Sun Ra's Arkestra) wordt er op de beamer geprojecteerd. Foto’s van zwarte piet, maar ook werk van een grafisch ontwerper van Le Guess Who, die schijnbaar karikaturale visuals van zwarte mensen had gemaakt. ‘Dit is niet grappig! Kijk naar jezelf!’, snauwt Dawid, terwijl het publiek ongemakkelijk lachend op de stoel schuift. Dit is pijnlijk, figuurlijk én letterlijk. ‘Dit is een racisme-exorcisme’, zegt ze. voordat ze een klarinet aan haar lippen zet en zulke schelle tonen produceert dat je trommelvliezen ervan lijken te knappen. Dan is de verlossing zoet, wanneer ze haar publiek beloont met pianospel.

21. King Hannah

In de kern maakt King Hannah duistere americanaliedjes, maar waarom doet het dan soms zo aan Portishead klinken? Zijn het de jazzy drums? De loeizware bassen? Die rokerige, eigenaardige stem? Een beetje van alles, waarschijnlijk. De gloomy sfeer van deze band uit Liverpool smaakt in ieder geval naar meer.

Alabaster DePlume

Pink Oculus

20. De Ambassade

Wanneer Knekelhuis gastcurator is van je festival, kan het natuurlijk niet anders dan dat de synthwave van De Ambassade de revue zal passeren. Hun set leunt nog altijd stevig op het album Duistre Kamers en de vorig jaar verschenen EP Standhouden, maar zeker in het begin van de set lijken er wat nieuwe tracks te horen te zijn die naar meer doen verlangen. Dat de Nederlandstalige nummers ook bij buitenlandse bezoekers in de smaak valt, zal mede komen doordat de stem live dusdanig vervormd wordt dat er amper nog een woord te verstaan valt, maar dat leveren we maar al te graag in wanneer de mood en energie van de set zo goed zijn.

19. Duma

Voor de Pandora staat een Tivoli-medewerker oordopjes uit te delen, zodat niemands trommelvliezen er uitgeblazen worden bij Duma. Wat een rij, ook. Vorig jaar verscheen er een album op het Oegandese Nyege Nyege, en die werd verrassend breed opgepikt voor een Keniaanse blackmetalplaat. Een gast met een Dementor-hoodie bouwt eerst minutenlang op met loeizware drones, daarna slaat hij toe met folterende drums. Soms hoor je flarden gemene Perc-techno, maar een ritme wordt nooit langer dan een maat vastgehouden. Ondertussen zingt de zanger screamo-vocalen die zo worden geprocessed dat hij klinkt als een poema op het punt van toeslaan. 

18. Etran De L’Aïr

Onder andere Bombino, Mdou Moctar en Les Filles de Illighadad brachten de Nigerese desert blues de afgelopen jaren al succesvol naar Nederland. Aan de enthousiaste ontvangst vandaag te zien, zou Etran De L’Aïr zich best eens in dat rijtje kunnen scharen. Met een glimlach van oor tot oor speelt de band hypnotiserende en dansbare ritmes met dubbele zang die zo de hele avond door zou mogen gaan. Een genot om naar te kijken en een daverend applaus aan het einde. 

17. Alabaster DePlume

De plicht roept, zal Alabaster DePlume gedacht hebben. Als huismuzikant mag een festival best wat van je verwachten. En dus staat de Brit op zondag opeens met drie impromptu shows in het Stadsklooster, om wat gaten te vullen in het programma. Allemaal met eigen karakter, want improvisatie is z'n speeltuin. Inderdaad kirt-ie iedere keer bewonderend als één van zijn zangeressen een prachtige klaagzang laat opstijgen, danst hij in rondjes van plezier wanneer de noten wegsterven. Als om te zeggen: het is gelukt. En dat terwijl deze nummers allesbehalve vrolijk zijn. 'I'm broken again', gilt-ie, terwijl zijn trompettist een lyric over zijn recent overleden moeder melancholisch aanzet. 

16. Lyra Pramuk

Het wonderlijkste aan Lyra Pramuk's show? Dat is toch wel dat gigantische bereik. Het ene moment klinkt ze als een tenor, het volgende moment stijgt haar stem de ijle hoogte in, richting sopraan-sferen. En die zanglijnen laagt ze dan weer over elkaar heen, met gekreun en gehijg, geslik en meanderende zang, en hier en daar krakende elektronica. Die stem was de premisse van haar conceptplaat Fountain uit 2020, een plaat vol 'futuristische folk' waarmee ze meteen 'best new music' bij Pitchfork scoorde. Ook live zijn het wonderschone liedjes in het hoekje van avantgarde pop, maar haar set mist toch een beetje aan vaart.

15. Pink Oculus

Gehuld in een lange witte bontjas met daaronder een zilveren body beweegt Pink Oculus als een panter over het podium in de Ronda. Sensueel, intrigerend en gevaarlijk. Tel daarbij op een oogverblindende lichtinstallatie van Boris Acket die haar glinsterende pakkie doet oplichten als een discobal, en het plaatje is compleet. Vanavond komt de Surinaams-Nederlandse Esperanza Denswil, alias Pink Oculus, eindelijk met nieuwe muziek. In Utrecht voert ze haar nog niet uitgebrachte nieuwe album Before Wisdom van begin tot eind op. Het gaat van groovy afrobeats tot ingetogen R&B en als een stelletje kletsende Duitsers tot stilte wordt ge-ssssst weet je dat Pink Oculus iedereen om haar vinger heeft gewonden.

Sons of Kemet

14. SUUNS

Weinig artiesten die zo dicht aan Le Guess Who verbonden zijn als Suuns. Met hun onlangs verschenen nieuwe album The Witness op zak is het dan ook geen verrassing dat de band een avond afsluit. Even lijkt de band hun nieuwe integraal te gaan spelen en proef je her en der in de zaal ondanks de klasse van het nieuwe materiaal een klein beetje teleurstelling dat de oude ‘hits’ niet voorbij gaan komen, maar halverwege de show wordt 'Instrument' gestart en slaat de sfeer direct om. Dit is de Suuns waar Le Guess Who zo van houdt en ook vanavond stellen ze niet teleur. En wanneer The Witness wat meer geland is bij de fans, worden die tracks volgende keer vast ook met gejuich ontvangen.

13. Lubomyr Melnyk

'Ik was echt gedeprimeerd voordat ik opkwam, maar toen ontmoette ik jullie allemaal.' Opmerkelijke man, die Lubomyr Melnyk. Hij is precies wat je je voorstelt bij wat de SP een zolderkamergeleerde zou noemen, met zijn grijze baard, en ditto bos haar. Of bij een Russische piano-virtuoos. Maar in een ander leven was-ie stand-up comedian geworden. Kijk eens hoe hij de zaal plat krijgt met zijn ellenlange verhalen, tussen zijn nummers door. Die zijn wonderschoon. In het tweede gedeelte speelt hij zijn continuous music quatre main met een cd als tweede paar handen. Duizelingwekkend.

12. Sons Of Kemet

Natuurlijk, bandleider Shabaka Hutchings is een virtuoze saxofonist die in de leer heeft gezeten bij de groten van zijn genre, maar Sons of Kemet is in de eerste plaats een toegankelijke klezmerband. Binnen een kwartier staat het publiek naast zijn stoel, omhoog gestuwd door die twee drummers. Soms kun je ook een beetje verdwalen in die polyritmische duizendpootjes, maar dan hoef je alleen maar op die tubaspeler op rechts te focussen, en dan weet je het weer: oh ja, op dít ritme kun je bewegen. Ondertussen blaast Shabaka zijn publiek helemaal gek, en dan doet spoken word-artiest Joshua Idehen, een moderne Martin Luther King, nog een duit in het zakje. ‘BURN IT ALL DOWN!’ Voorwaarts mars, richting de revolutie!

11. Galya Bisengalieva

Terwijl in Glasgow de klimaattop het einde nadert, vertaalt de Brits-Kazachstaanse violiste Galya Bisengalieva samen met haar vierkoppige ensemble de ecologische crisis met een indrukwekkende kruising tussen klassiek, electronica en dronemuziek. In haar spierwitte jurk en omringd door een sliertjesgordijn waarop geprojecteerd wordt speelt ze haar muziek als een engel temidden van geweld. Een visueel spectaculaire show die je met een gecombineerd gevoel van verdriet en urgente daadkracht de dag in stuurt. Was deze boodschap in Schotland ook maar zo hard binnengekomen.

10. Gebroeders Dieleman van Eeckhout

Wat hangt er een plechtige stilte in de Janskerk. De muziek is stilgelegd. Colin van Eeckhout prevelt met neergeslagen ogen, als een priester die een gebed voordraagt. Hij spreekt over eenzaamheid, broederschap en bestaanszin, en je kunt een speld horen vallen. Hij is de frontman van de Vlaamse metalband Amenra. En rechts naast hem staat Broeder Dieleman, een boomlange Zeeuw die in zijn folkliedjes de kreekjes en beekjes van de Zeeuwse natuur bezingt. Een opmerkelijk duo, die twee, maar evengoed met overeenkomsten. Een fascinatie voor spiritualiteit, om te beginnen, voor symbolen en mystiek, voor collectief ritueel. Die vertalen ze naar behoorlijk mystieke folk. Het meest imponerend is het slotstuk met een meerstemmig koor. Dan galmen er prachtige harmonieën door de kerk, terwijl Broeder Dieleman een strijkstok langs zijn banjo laat glijden. 

Gabriels

9. FLOHIO

De Brits-Nigeriaanse rapper FLOHIO was in 2020 door Pitchfork uitgeroepen tot grote belofte, de BBC zette haar ook op een voetstuk. In 2019 eindigde ze haar optreden op Le Guess Who in tranen van euforie. En toch begint haar show op vrijdagavond als een rommeltje. ‘Oh my god, ik dacht dat we nog aan het soundchecken waren’, giechelt ze beschaamd, wanneer ze struikelend over haar voeten het podium oploopt en zichzelf nog effe in een andere outfit hijst. Maar ze herpakt zich, en ze heeft charisma om zo’n zaal te vullen. Ze is ook een goeie MC met een superheldere flow, die haar teksten zo snel uitspuwt dat het amper bij te benen is. Dan krijgt de Ronda binnen de kortste keren een stevige moshpit, waar ze zelf maar wat graag inspringt.

8. Gabriels

Gabriels is de band rondom de geweldig expressieve soulzanger en gospelkoorleider Jacob Lusk, die in een schemerig verleden meedeed met American Idol. Jaren later liep hij twee producers tegen het lijf die zijn fluwelen stem meer spanning meegeven. De ene gooit zijn viool vandaag door een hele batterij aan gitaarpedalen, de ander speelt diepe subbassen en spookachtige synthpartijen. Lusk is sowieso al een heerlijke innemende podiumpersoonlijkheid (met behoorlijke crazy eyes), met ‘Love and Hate in a Different Time’ hebben ze een knoepert van een hit te pakken en dankzij die producers ontstijgt Gabriels ook het hokje ‘gewoon’ een hele goeie soulact.

7. James Holden & Waclaw Zimpel

De psychedelische fanaat James Holden en Waclaw Zimpel, een Poolse klarinettist, hebben elkaar gevonden in het transcendentale. Het bedwelmende van raga, het repetitieve van minimal elektronica, het vrijzinnige van freejazz. Dat hoor je vanavond ook goed. De repetitieve, glitchy patronen die hij uit zijn bak trekt zijn het fundament, en Zimpel kleurt het vervolgens in met zijn klarinet. Holden en Zimpel zitten tegenover elkaar aan een tafel vol gear en bedrading als twee nerds van de IT-afdeling, maar wanneer Zimpel opstaat om zijn klarinet te laten krijsen in freejazzexplosies, dan is het werkelijk bedwelmend. 

6. Ichiko Aoba

De Janskerk is de ultieme locatie voor de prachtige, akoestische folkliedjes van Ichiko Aoba, een Japanse cultzangeres. Met name vanwege die wonderschone, ijle vocalen, die zo zalvend door de kerk heen reizen dat je er spontaan allemaal beelden van in je hoofd krijgt. Het ruizen van de wind, wegwaaiende bladeren, kabbelend water. Zeg maar, het soort beelden dat je je voorstelt bij de aftiteling van een Studio Ghibli-film. Haar rustgevende gitaarliedjes zouden zich er in ieder geval perfect voor lenen.

5. Pink Siifu

‘Dit was toch een rapper?’ gilt een jongen in het oor van zijn vriend, terwijl hij verbaasd naar de zeskoppige band op het podium kijkt. Ja… soort van. In 2018 debuteerde de Amerikaan met ensley, een lo-fi hiphopalbum in de hoek van MIKE en Earl Sweatshirt, maar op het in 2020 uitgebrachte NEGRO ontpopte hij zich tot een profeet van zwart Amerika. Hij rapte over politiegeweld, over woede en zwart verzet. Een hiphopplaat kon je het nauwelijks noemen, ergo die band vandaag. Het is Sun Ra meets Rage Against The Machine, maar dan met de rammelende spirit van pubpunk. Eigenlijk is het alsof ze continu tussen verschillende kanalen aan het zappen zijn. Tussen ellenlange freejazz-explosies waarin de trompettist alle ruimte krijgt om virtuoos te freaken, naar een rammelende punkband, of dan weer naar lo-fi opnames van nieuwsuitzendingen over politiegeweld en loeiende sirenes. Wanneer hij gilt: ‘REPEAT AFTER ME! FUCK THE POLICE!’, wordt er meteen een pit opengetrokken en hangt de zaal vol met opgestoken middelvingers. ‘Nee, nee, nee!’ jammert een oude man met een grijze paardenstaart. ‘Mijn broer is politieagent!’

4. OSEES

Zanger/gitarist John Dwyer was curator van een deel van het programma en mag zelf de Ronda afsluiten met zijn OSEES (voorheen Thee Oh Sees). Een zitconcert van een van de meest energieke livebands ter wereld? Dat kan natuurlijk niet lang goed gaan. De twee drummers voorop het podium zijn gemaakt om het publiek op te zwepen met hun constante groove. Na twee nummers is de snaredrum al kapotgemept, twee nummers later gaat het publiek staan, weer twee nummers later start er een ingetogen moshit tussen de stoelen en nog twee nummers later staat de crew van TivoliVredenburg de stoelen op te ruimen. De geest is uit de fles en het de kans is inmiddels groter op botbreuken dan op een virusbesmetting. De tweede helft van het optreden is een gedeelde eruptie van energie en verdrietig afscheid van zowel het festival als de livemuziek de we de afgelopen 1,5 maand eindelijk weer hebben mogen proeven. Een gedenkwaardig optreden, maar zo’n fantastische band als OSEES zou eigenlijk gewoon een stampvolle zaal verdienen.

3. Arooj Aftab

Voor het prachtige album Vulture Prince – opgedragen aan haar overleden broertje – zette Arooj Aftab eeuwenoude gedichten opnieuw op muziek, en vandaag speelt ze dat in de meest sobere setting denkbaar: met een contrabassist die zijn solo’s zachtjes meeneuriet en een geweldig virtuoze harpiste. De instructie die Aftab haar gaf: de harp moet ‘heavy metal’ klinken, en inderdaad staat ze af en toe als een gek op dat ding te plukken,  tegelijkertijd baslijnen, akkoorden en melodieën spelend. Live klinkt het allemaal bovendien iets jazzier dan op plaat, met minutenlange meanderende solo’s. Zo bloeien de troostrijke maar ook diepverdrietige nummers helemaal op in de Grote Zaal.

2. Zwangere Guy

Vrijdagavond staat er alleen maar hiphop in de Ronda, en Zwangere Guy geeft dan de beste show. Wat is de Belgische rapper goed op stoom, en wat bewijst-ie weer de beste van de Benelux te zijn. Hij mist geen beat, lijkt nooit op adem te hoeven komen en haalt het echt uit zijn tenen. Hij gooit de teksten van ‘Beter Leven’ vol overgave over het publiek en met een retestrakke band en setlist ligt iedereen aan zijn voeten. Als de zaal niet stil genoeg is stopt–ie: 'Mama, deze is voor u.’ Het is de klassieke Zwangere Guy-dynamiek: eerst heel hard aankomen, om dan met een emotioneler blokje uit te komen bij een stomende pit. ‘Wat mij betreft mogen ze meer van dit soort boekingen doen bij Le Guess Who’, gilt een jongen enthousiast voordat-ie head first de moshpit induikt. 

1. the Microphones

Dit jaar speelt Phil Elverum niet de hartverscheurende Mount Eerie-liedjes over zijn overleden vrouw. Hij doet ook niet de rafelige folkrocksongs die hij in de jaren negentig als The Microphones opnam. Nee, hij speelt integraal het nummer ‘Microphones in 2020’ dat hij vorig jaar als plaat uitbracht. Het is een terugblik op zijn leven als tiener en twintiger, in de tijd dat hij voor het eerst de wereld overvloog als cultmuzikant. We horen hem op zoek gaan naar steeds diepere lagen in zijn muziek, we horen zijn zoektocht hoe de innerlijke rust te vangen, om die te begraven onder bergen aan overstuurde bas. Hij begint akoestisch, geflankeerd door een tweede gitarist, en maakt die reis ook muzikaal, met minutenlange explosies van feedback. Wat is er toch zo mooi aan dat we hier met z’n allen een uur ademloos naar staan te kijken? Het voelt net zo intiem als die Mount Eerie-show een paar jaar geleden, het is net zo persoonlijk (maar mooier, minder gitzwart), hij weet evenzeer de essentie te vangen en op zoek te gaan naar betekenis in het grote niets.