Het Amerikaanse rap-trio Clipping maakt bepaald geen gezellige muziek, maar het is dan ook geen gezellig jaar. Deze maand verscheen het tweede deel van hun horror-tweeluik. Angstaanjagende en overweldigende muziek, die uitstekend werkt als soundtrack van dit chaos-jaar. Het monster in Clipping’s horrorverhalen is geen slijmerig monster uit de zee. Het monster, dat zijn we zelf.

Daveed Diggs is nerveus. Je ziet het niet echt aan hem, maar hij zegt het hardop: 'Ik ben verschrikkelijk zenuwachtig, eigenlijk de hele week al.’ Diggs is, zoals zoveel Amerikaanse artiesten geen Trump-fan, en vandaag is de dag. Kwart over negen 's ochtends is het op de derde november. Diggs is gisteren van L.A. naar New York gevlogen. Zijn burgerplicht heeft hij weken geleden al vervuld, en vandaag heeft hij zijn agenda expres volgepropt met interviews. De nieuwszenders gaan vandaag het verlossende woord toch nog niet brengen. Ergens in Los Angeles staat intussen een apparaat een tape loop af te spelen. Het is Clipping's bijdrage aan het project The People United Will Not Be Defeated. 'Het idee is: hoe langer het duurt, hoe vaker de tape afgespeeld wordt, hoe slechter hij gaat klinken. Hij valt letterlijk uit elkaar.' Het moet het sissende laatste hoofdstuk worden van de horrorfilm waarin Amerika belandde. 'Of krijgen we een sequel?'

Daveed Diggs heeft een wonderlijk diverse carrière. Niet alleen is hij de frontman van het avantgardistische hiphoptrio Clipping, hij won ook een Tony voor zijn rol in de Broadway-musical Hamilton. Dat klinkt als twee totaal verschillende werelden, zeker nu Clipping de randjes nog meer opzoekt dan normaal. Daveed vormt Clipping samen met producers Jonathan Snipes en Bill Hutson. Deze maand verscheen Visions Of Bodies Being Burned, het tweede deel uit een horrorcore tweeluik. Het is steengoed, maar wel zo'n beetje de minst gezellige plaat van 2020. In hetzelfde jaar verscheen een registratie van die succesmusical op familie-streamingdienst Disney+.

'Haha, wat me trok in het verhaal van Hamilton? Vooral dat een vriend van me het stuk schreef en vroeg of ik mee wilde doen', zegt Diggs eerlijk. 'Maar het is een goed stuk en de liedjes zijn goed.' En zo gek is het nu ook weer niet, dat hij eraan meedoet. Sterker nog: het past uitstekend in zijn manier van werken. Hamilton vertelt het verhaal van Alexander Hamilton, een belangrijke politieke figuur ten tijde van de Amerikaanse burgeroorlog. Het is met andere woorden een verhaal over de oorsprong van de Verenigde Staten, verteld vanuit een zwart perspectief. 'Vanuit een hiphopperspectief ', corrigeert Diggs. 'Maar dat maakt automatisch dat er bruine mensen bij betrokken zijn. De teksten die we kennen uit die tijd zijn allemaal geschreven, er bestaan uiteraard geen opnames van. Het stuk laat Hamilton een rap battle aangaan met zijn grote rivaal, Thomas Jefferson. Ik zelf speel een dubbelrol. Ik speel Jefferson, de grote vijand, maar ook Hamilton's vriend Marquis de Lafayette. Dat is een coole theatrale keuze, vind ik. Jefferson aanbidt de Franse aristocratie, zit ook tijdens de burgeroorlog grotendeels in Frankrijk. Lafayette rent daar juist van weg, zet al zijn geld en zijn reputatie op het spel. Dat is superinteressant. Amerika is altijd een verhaal geweest van immigratie, en van het creëren van een nieuw thuis omdat andere plaatsen dat niet waren.'

Horror-collages

Terug naar Clipping, de rapgroep, die veel meer collage-achtig te werk gaat. De eerste persoon verwijdert Diggs per definitie uit zijn teksten, hij naait verschillende verhalen aan elkaar, referenties uit literatuur, geschiedenis, film en natuurlijk hiphop. Dat maakt ook dat hij niet de rol aanneemt van gewelddadige gangsterrapper, nee, hij is verteller in horrorstories die iets zeggen over de maatschappij. Een goed voorbeeld is single ‘Say The Name’, een ode aan de 90s horrorfilm Candyman én aan de Texaanse rapgroep Geto Boys. Diggs leent van die groep wat hij noemt ‘de angstaanjagende zin die ooit gerapt is’: ‘Visions of bodies being burnt’. ‘Geto Boys komt uit Houston, terwijl het verhaal van Candyman zich afspeelt in de getto’s van Chicago. Dat maakt voor mij de weg vrij om een een andere referentie in te brengen: The Great Migration, de trek van zwarte Amerikanen naar het noorden, na het afschaffen van de slavernij. Candyman is een film over een gelynchte zwarte man. Als je zijn naam vijf keer in de spiegel uitspreekt, komt de geest te voorschijn om wraak te nemen. Muzikaal nam Jonathan Chicago’s ghetto house als uitgangspunt, maar dan vertraagd tot een raptempo. Het levert een soort Nine Inch Nails-achtig geluid op. Dat samenbrengen van al die invloeden is erg Clipping. Dat is hoe wij werken.’

Het is dus een complex weefwerk van referenties, maar je hoeft van Diggs heus niet met een encyclopedie naar zijn muziek te luisteren. In tegendeel. Uiteindelijk moet je het vooral voelen. Clipping wil muzikaal iets overbrengen van de angst en chaos uit de verhalen. Horror is daarvoor een vehikel. Het interessante van horror is dat het natuurlijk alleen werkt als het put uit onze diepste angsten. En het liefst zonder dat we precies weten waar we nou bang voor zijn. Neem als voorbeeld de klassieke zombiefilm Night Of The Living Dead, uit 1968. Een familie komt met enkele vreemden vast te zitten in een huisje, terwijl de wereld overspoeld wordt door moordlustige zombies. Een voor een worden de mensen toch gegrepen, met als meest aangrijpende moment het dochtertje dat in een zombie verandert en zich tot haar ouders richt. Het is een fenomenaal beeld van het uiteenvallen van de hechte familie, zoals dat eind jaren zestig gevreesd werd. De opvolger tien jaar later - Dawn Of the Dead - is totaal anders: de zombie-apocalyps is verder gevorderd, en enkele overlevenden hebben zich verschanst in een winkelcentrum, waar de zombies als hersenloze consumenten ronddolen.

Zoals filmregisseurs zich in grote getalen wagen aan remakes van klassieke horrorfilms, zo doet Clipping dat in feite ook met de horrorcore uit de jaren negentig, doelbewust freaky muziek van groepen als Geto Boys, Gravediggaz en Three 6 Mafia. ‘Als mensen die veel jonger of veel ouder zijn dan ik naar Three 6 Mafia luisteren, is dat vast anders dan het voor mij is. Voor mij is dat simpelweg het fundament van de hiphop. Het is toevallig ook supergewelddadig, eng, soms bovennatuurlijk, maar voor mij is het ook gewoon muziek. Pas met terugwerkende kracht besefte ik dat het bewust gemaakt is om ‘eng’ te zijn. Mensen zeggen soms wat wij een soort meta-rap maken. Dat we laten zien hoe materialistisch hiphop is, dat we er een nieuw licht op laten schijnen. Zo ook met horrorcore, waar vaak een beetje lacherig over gedaan wordt. Maar dat is nooit onze insteek geweest. Wij vinden deze muziek gewoon te gek.’

Maar vergis je niet: horrorfilms uit de jaren zeventig en tachtig zijn met de blik van nu ook vaak eerder grappig dan eng. Dat komt doordat ze niet meer gaan over onze angsten van nu, maar over de angsten van toen. En natuurlijk omdat de verteltechnieken en special effects van toen clichés geworden zijn, niet meer werken. Clipping moet eng klinken in onze 2020-oren. ‘Jonathan zegt altijd: als we een eng nummer maken, moet de muziek onderdeel zijn van het verhaal. Het moet elkaar versterken. Bill en Jonathan zijn allebei sounddesigners in de filmwereld, ze hebben veel ervaring met het versterken van verhalen. Geluid is subjectief. Hoe klinkt claustrofobie?’

‘Het gekke is’, zegt Diggs, ‘ik luister nu naar onze eigen muziek als een fan. Ik bedoel: ik ken mijn eigen teksten niet. Tussen het opnemen en releasen van een album zit voor mij altijd een periode van repeteren. Het opnameproces is voor mij een periode in voortdurend aanpassen van mijn teksten. Ik schrijf iets, neem het op, doe het de tweede take net anders, en gaandeweg verandert er best wel veel. Dus als het album opgenomen is moet ik echt de tijd nemen om het me eigen te maken. Dan draai ik het album eindeloos in de auto, of in het vliegtuig. Het repeteren van mijn rapteksten is totaal anders dan een script voor een film of toneelstuk leren. Uiteindelijk draait dat om het vertellen van een verhaal, terwijl een performance van Clipping neerkomt op energie management. Op dit moment in de show moet ik de zaal helemaal hype krijgen, anders slaat het volgende gedeelte nergens op. Maar goed, nu zijn er geen optredens, en dus ook geen noodzaak om mijn eigen werk nog eens tot me te nemen.’

De grote vraag is dus: waar zijn we anno 2020 bang voor? Het verhaal van de Candyman spreekt Diggs in elk geval nog altijd aan. En het kan geen toeval zijn dat de grote zwarte filmmaker Jordan Peele juist nu bezig is met een remake van Candyman (1992). De film zou dit jaar in de bioscopen draaien, maar is uitgesteld tot 2021. ‘Wij wisten dat niet’, vertelt Daveed Diggs. ‘We waren in elk geval al bezig met dit verhaal voor Jordan Peele zich aan die remake waagde. Peele heeft eerder de film Get Out gemaakt, waarin angst voor de socio-economische relatie tussen een zwarte man en een witte vrouw transformeert tot een monster. In zijn films is het monster geen slijmerig wezen dat uit het water komt, het is Amerika zelf. Dat maakt het zo waanzinnig eng. Maar om echt te begrijpen wat onze diepste angsten precies zijn, moet je eigen een generatie wachten. De klas van 2040 mag analyseren waar we in 2020 bang voor waren.’