De Raad voor Cultuur wil een flinke smak geld vrijmaken voor popmuziek in de culturele Basisinfrastructuur 2021-2024. Dat geld moet gaan naar de Nijmeegse rockband De Staat, de Popronde en het HipHopHuis.

De Raad van Cultuur wil de popmuziek meer geld toekennen via de culturele Basisinfrastructuur (BIS). In het advies voor de culturele Basisinfrastructuur (BIS) voor 2021-2024 stelt het voor zowel de Staat als Stichting Popwaarts, dat de Popronde organiseert, in de BIS op te nemen. Voor De Staat gaat het om vier jaar lang elk jaar circa 225.000 euro – in totaal iets minder dan de miljoen euro subsidie die de band vier jaar geleden toegekend kreeg door het Fonds Podiumkunsten. Ook wil de Raad voor Cultuur jaarlijks 389.730 toekennen aan Stichting Popwaarts, dat de Popronde organiseert, en het HipHopHuis zou goed zijn voor circa drie ton per jaar. De Nieuwe Oost is wederom meegenomen in het advies. Tijdens de vorige trajectsperiode had het productiehuis ook al een plek in de BIS. Bijvoorbeeld WORM, een productiehuis dat zich voornamelijk toelegt op avantgarde kunst maar daarbij regelmatig muziek bij betrekt, krijgt ook een plekje in de BIS. En het Utrechtse festival Tweetakt, dat ook popacts programmeert, mag zich ook tot de basisinfrastructuur rekenen.

De Raad voor Cultuur adviseert de minister van OCW elke vier jaar over de toekenning van rijkssubsidies aan culturele instellingen. Op Prinsjesdag (15 september) maakt de minister bekend welke instellingen daadwerkelijk deel gaan uitmaken van de nieuwe BIS. Ook Paradiso Melkweg Productiehuis, Eurosonic Noorderslag en Amsterdam Dance Event hadden een aanvraag gedaan voor de BIS. Die aanvragen zijn door de Raad afgewezen.

De Staat als kunstenaarscollectief, zesde album én tien interactieve installaties

Voor De Staat volgt het juryrapport een topjaar, waarin het de hoge ambities waarmaakte met onder anderen een overrompelde Lowlandsshow. De raad is dan ook jubelend over de band. Het roemt de 'artistieke kwaliteit' van de band, die 'de laatste jaren zijn artistieke signatuur heeft aangescherpt en steeds meer een voortrekkersrol is gaan spelen voor de Nederlandse popmuziek.' Daarom wordt de Staat nu opgenomen in de categorie 'orkesten en muziekensembles'.

Bovendien is het flink gecharmeerd door de plannen voor het subsidietraject. Allereerst wil de band een zesde album maken, 'waarin naast schrijver en producer Torre Florim voor het eerst ook andere componisten en producers worden betrokken'. Ook vermeldt het rapport plannen voor tien reizende ‘interactieve installaties’ te ontwerpen, waarin de luisterervaring wordt gestuurd door middel van geluid, licht, tast, geur en ruimte. Daarbovenop wil De Staat zich verder ontwikkelen als kunstenaarscollectief en zich nog meer toeleggen op het gebruik van installaties en visuele kunst. Bijzonder: ook wil de band zich verder bezighouden met het opleiden en coachen van jong talent. Daarbij horen ‘clinics’ en ‘headphone sessions’ en het geven van basisschoollessen. Goede ideeën vindt de raad, maar ze moeten wel nog wat beter worden uitgewerkt. ‘Dat moeten we gewoon gaan doen,’ zegt Arjo Klingens, manager van de band en voorzitter van de Popcoalitie. ‘De Staat is geen symfonie orkest of filmfestival, dus je moet toch manieren vinden om educatie in te passen.’ De aanvraagprocedure lijkt toch meer op klassieke muziek georiënteerd te zijn, meent Klingens. Daarom vallen instellingen als ESNS en ADE ook eerder buiten de boot.  ‘Maar het advies van de Raad is een grote eer en erkenning voor alle leden van de band en de Nederlandse popmuziek.’

Het HipHopHuis en Popwaarts gaan voor talentenontwikkeling

Ook het Rotterdamse HipHopHuis, dat zich bezighoudt met de urban arts - van hiphop- en rap- tot grafitticursussen - mag in de BIS. Een goede verbreding met betrekking tot inclusiviteit en diversiteit, meent de Raad. Daarnaast is het enthousiast over de verbindende rol die het aanneemt in de lokale en urban gemeenschap. Wel wil het dat de Stichting de plannen voor talentenontwikkeling in de urban arts wat concreter maakt.

Ook Stichting Popwaarts heeft mooie plannen: ze willen de subsidie gebruiken om veelbelovende bands te helpen beter door te stromen naar het professionele circuit. Bovendien wil Popwaarts onderzoeken waarom het bepaalde – vaker wat avantgardistische – bands niet lukt om die professionaliseringsslag te maken. Daarbij zijn er al gesprekken met een sponsor en concertorganisator MOJO om te kijken of talent aan toonaangevende festivals gekoppeld kan worden. Een goed idee, vindt de Raad. Daarbij vraagt het zich wel af hoe Popwaarts hun onafhankelijkheid gaat behouden. Daarbovenop moet Popwaarts ook duidelijkere richtlijnen over artiestengages gaan vaststellen.  

Dat het advies voorwaardelijk is, maakt de stemming bij Popwaarts niet minder euforisch. ‘We zijn overrompeld!’, glundert Bas Broeder, zakelijk leider van het reizende popfestival de Popronde. Hij zag het festival uitgroeien van een lokaal evenementen in Nijmegen naar een festival dat in 42 steden neerstrijkt. ‘Het werd vaak als een kroegenfestivalletje afgedaan. Nu staan we hier. Een geweldige erkenning.’ Broeder ziet de opname in de BIS als een erkenning voor de popmuziek in het algemeen. ‘Het is een stempel van goedkeuring: popmuziek is belangrijk, dit is óók een kunstvorm. Daarom is het mooi dat het HipHopHuis ook gehonoreerd wordt. Het is een brug naar de jeugd en jongerencultuur.’

De BIS is de eredivisie van de cultuurpotjes. Het behelst de instellingen die worden gezien als fundamenteel voor het Nederlandse culturele landschap. Tot nu toe was het vrijwel exclusief terrein van de ‘hogere’ kunsten: rijksmusea, een aantal theatergezelschappen en opera, orkesten en muziekensembles. De popmuziek viel daarbij buiten de boot, die moest steevast aankloppen bij de Rijkscultuurfondsen. In de vorige trajectsperiode van 2017-2021 zat wél productiehuis De Nieuwe Oost opgenomen.