‘Nee, zoals in Doornroosje gaan we het niet doen.’ Paul van ’t Veer, nachtprogrammeur van poppodium Heden in Zwolle kon er wel om lachen, de filmpjes van dansende mensen op stoelen. Leuk voor de PR, maar niet serieus te nemen. Nee, de Zwollenaar maakt zich geen illusies: ook met de nieuwe versoepelingen is het nachtleven nog heel ver weg. En dat terwijl dansavonden in popzalen zorgen voor een aanzienlijk deel van de omzet. ‘Er is geen sprankje hoop, anders dan in sommige landen om ons heen. En dan doen wij in Hedon nog niet eens zo veel, maar een volle bak elke zaterdagavond kunnen we eigenlijk al niet missen.’
Ja, er mag weer meer de komende tijd. Meer dan ooit, zo voelt het. Maar als je echt gaat kijken wat er nu praktisch kan, blijft er bitter weinig over, ziet ook Aziz Yagoub, uitbater van popzaal Annabel en club Perron, allebei in Rotterdam. Hij organiseert ook diverse festivals in en rond de stad. Hij spreekt van typische VVD-politiek. ‘Doen alsof er weer van alles mogelijk is om het volk te temperen. Als je dat verwerkt, moet je constateren: er mag eigenlijk niks. Wij hebben een brede mix van aanbod, maar overal zien we dezelfde spelbreker: die 1,5 meter. Rutte zegt: zo lang er geen vaccin of medicijn is, kunnen we niets voor jullie doen.’
Daarmee is de discussie voor het kabinet en het RIVM gesloten, terwijl er op zich best mogelijkheden zijn om naar alternatieven te kijken. Zo stelde een aantal Amsterdamse clubs al twee maanden geleden voor open te gaan voor enkel de jongste doelgroep, zonder die verplichte afstand. Iets dergelijks zien we nu terug in een protocol voor het nachtleven, dat Koninklijke Horeca opgesteld heeft. Het protocol stelt dat een uitzondering gemaakt kan worden voor mensen onder de 35 jaar, omdat die buitengewoon weinig kans hebben om op de IC te belanden, het belangrijkste stuurmiddel van het kabinet. Clubs zouden dan 75% van hun normale capaciteit inzetten, om iets meer ruimte te creëren. Rutte houdt dat steeds af, omdat hij geen maatschappij in wil richten waar leeftijd bepaalt of je ergens toegang toe hebt of niet.
Het kabinet is niet bereid om voor jonge mensen in clubs een uitzondering te maken op de anderhalve meter regel. Terwijl voor concerten langzaam een klein beetje meer ruimte ontstaat, is dansen voorlopig nog uit den boze. En dat maakt de situatie voor nachtclubs nog nijpender dan hij al was.
‘Toch doet hij dat op andere vlakken wel’, zegt Aziz Yagoub. ‘Sinds gisteren hoeven jongeren onder de 18 jaar immers geen afstand meer te houden. Het is een van de vele discrepanties in het beleid. We mogen met zijn allen hutje mutje in de trein naar een andere stad, maar zodra we daar op een terras neer ploffen, moeten we uit elkaar gaan zitten. Vijf vrienden mogen met mondkapjes op in één auto naar het stadion, maar eenmaal bij de wedstrijd moet er anderhalve meter tussen. Ik denk dat het kabinet dit keer te ver gegaan is met inschatten hoe dom het volk is. Ik verwacht dat de ongehoorzaamheid toe gaan nemen, er gaan meer demonstraties komen. Ik vermoed ook dat de bal daarom bij de regio’s geparkeerd is. Het is zomerreces, wij komen voorlopig niet terug. De ambtenaren zitten met de gebakken peren, want hoe ga je dit allemaal handhaven?’
Dat zal ook op het gebied van uitgaan een ingewikkeld verhaal worden. Twee weken geleden beëindigde de politie een illegaal feest bij Hoofddorp, waar honderden bezoekers waren gekomen om te dansen. Intussen sijpelen steeds meer verhalen door over illegale raves die wel door gingen. Ook Lowlands directeur Eric van Eendenbrug waarschuwde er afgelopen week voor. Het grote risico, ziet ook Yagoub, is dat die feesten in een ongecontroleerde omgeving plaatsvinden, zonder beveiliging en hulpdiensten. ‘Ik sta daar niet achter, het gaat een en al ellende opleveren.’
Die anderhalve meter, daar komen we dus voorlopig niet vanaf. En dat is een gitzwarte constatering. Vooral omdat nog maar de vraag is hoe zinvol die afstand precies is. Vooral buiten lijkt weinig tot geen besmetting plaats te vinden, ook niet als mensen met duizenden tegelijk op de Dam samen komen. Tegelijk ontkent het RIVM nog altijd dat aerosone besmetting plaats vindt, oftewel besmetting door microdruppeltjes die door de lucht kunnen zweven in slecht geventileerde ruimtes. Die druppeltjes zijn zo klein dat ze niet binnen anderhalve meter naar beneden vallen. Sommige experts denken dat belangrijke superspreader events (zoals besmettingen bij koren en op cruise schepen) eerder door aerosone besmetting zo groot konden worden, dan door directe contactbesmetting. Toch wordt de rol van verbeterde ventilatie om aerosone besmetting te voorkomen amper serieus genomen. In het meest recente OMT advies staat letterlijk dat die vorm van besmetting niet bewezen is, en dat extra vereisten aan ventilatie in binnenruimtes niet nodig is. Een hard gelag voor clubs en popzalen die wél beschikken over een goed ventilatiesysteem.
In de praktijk gaan mensen in de buitenlucht steeds lakser met de afstandsregels om. Officieel mogen mensen uit verschillende huishoudens niet aan één tafeltje zitten op een terras, maar een blik op elk willekeurige terras in Nederland maakt duidelijk dat niemand zich daar aan houdt. ‘Ik denk dat je in de zomer veel feestjes gaat zien in Nederland’, zegt Paul van ’t Veer. ‘Er gaat gewoon gedanst worden. Je ziet nu al her en der berichtjes op sociale media waarop mensen dansen om een dj-booth, filmpjes die dan snel weer verwijderd worden. Ik ben ook heel benieuwd wat er op al die festivalcampings gaat gebeuren. Dat hou je niet tegen. Maar als keurige popzaal houd je je natuurlijk aan de regels, en dan zie ik weinig mogelijkheden.’
Dat geldt ook voor Aziz Yagoub van Perron en Annabel, die in juni al besloot 80% van zijn personeel te ontslaan. De eerste drie maanden maakte hij nog gebruik van de NOW regeling, die een flink deel van de loonkosten vergoedt op voorwaarde dat mensen niet ontslagen mogen worden. ‘Maar daarna heb ik tegen mensen moeten zeggen: ik heb geen werk, er komt voorlopig geen werk, ik kan niet met je verder. De overheid geeft je ongeveer 75% van de salarissen, als je zeven maanden lang het overige kwart zelf moet bijleggen, dan schiet dat niet op. Natuurlijk ontkom je niet aan een beheerder, een accountant, en nog een paar functies. Maar ik had drie festivalproducenten in dienst, daar heb ik gewoon geen werk voor.’
‘We gaan toch wel een positief gesprek voeren hè’, zei Yagoub nog als allereerste. Maar de conclusie is dat er voorlopig weinig optimisme is onder liefhebbers en professionals in het nachtleven. De versoepeling mag dan sneller gaan dan verwacht, maar het nachtleven hangt nog steeds aan een zijden draadje. ‘Het is een pleistertje op een gapende, bloedende wond.’