De eerste keer dat je weer op een dansvloer staat? Iedere nachtvlinder van Nederland heeft er vast al lang en breed over gefantaseerd hoe dat zal zijn. Voorzichtig? Afstandelijk? Of juist extatisch en van God los? Muzikante Kristen Ng had het genoegen die dansvloercomeback al te mogen proeven, zo schrijft Resident Advisor. ’Het was ongelofelijk ontroerend en onwerkelijk, niet alleen om mijn vrienden na zo’n lange tijd weer te zien, maar ook om muziek op een goed soundsystem te horen en samen te dansen. Het was een emotioneel moment!’ Dansen in een club, kan dat weer in China? Jazeker. Stukje bij beetje begint het nachtleven in steden als Shanghai, Shenzhen en Chengdu weer op gang te komen. De eerste clubs openden zelfs alweer eind maart, in de loop van april volgden er meer. Ook in Korea en Taiwan wordt voorzichtig weer gedanst. Uit die herstart kunnen we misschien alvast een aantal dingen afleiden waar het Nederlandse nachtleven iets aan heeft.
‘In China draait het nachtleven vooral om commerciële muziek’, vertelt Michel Kuklinski, een Nederlandse boekingsagent die zich de laatste zes, zeven jaar namens het grote kantoor David Lewis volledig op de Aziatische markt stortte. ‘Ik werkte onder andere met Armin van Buuren, Sunnery James & Ryan Marciano en W&W, de grote artiesten dus. De underground is relatief klein in Azië, op bijvoorbeeld Japan na. Al begint dat in andere landen ook langzaam te groeien.’ Kuklinski vertrok in december bij David Lewis, om een eigen boekingskantoor te starten vanuit Singapore, maar de opstartfase staat momenteel op stand-by. Hij kan niet wachten om de boel te lanceren, maar momenteel is het wachten tot het licht op groen springt.
Hij volgt uiteraard met grote aandacht hoe de heropening van het nachtleven in zijn werk gaat. ‘Alle bezoekers van clubs worden bij de ingang op temperatuur gecheckt. Heb je verhoging, dan kun je het schudden. Dat is daar veel gebruikelijker dan hier. De laatste keer dat ik in Singapore was deden ze bij elk gebouw zo’n check.’ Het is een maatregel waar ook buiten Azië vaker over gespeculeerd wordt: Live Nation president Joe Berchtold noemde het in dit interview, en de Amsterdamse club Bitterzoet maakte een soort parodiefilmpje over clubben in de 1,5 meter economie.
Komt er dan nooit een einde aan? Mogen we ooit weer dansen? Die vraag bekruipt je soms nu alle grote evenementen tot het eind van de zomer al afgelast zijn. Maar in China - het eerste land dat getroffen werd door de coronacrisis - gloort hoop: heel voorzichtig gaan de clubs weer open. Een blik op onze toekomst. ‘Lokale artiesten krijgen nu misschien wel de kans die ze al veel langer verdienen.’
Grabbelton
Die temperatuurmeting bij de deur is dus realistisch, maar aan afstand houden doen ze in de Chinese clubs niet echt. Het is ook ondoenlijk in een club. De capaciteit is wel lager dan normaal en bezoekers moeten hun ID-gegevens achterlaten zodat later achterhaald kan worden wie er bij een bepaald evenement waren. Verder moeten mensen verplicht mondkapjes dragen, in elk geval achter de bar. Al zie je op foto’s uit de clubs ook genoeg mensen op de dansvloer zonder mondkapje. Clubs moeten extra goed geventileerd worden, en de aircosystemen moeten goed doorgelucht worden.
Er is nog iets dat we kunnen leren van de heropening van het nachtleven in Azië: het begint lokaal. Dat heeft vooral te maken met reisbeperkingen: ‘Bijna alle grenzen zijn nog dicht, en ook met een geldend visum kom je nu China niet binnen. Er wordt wel gekeken naar heropening van bepaalde grenzen, maar dan gaat het vooral om Japan, Korea, Singapore, misschien Hongkong.’ Dat heeft tot gevolg dat de clubs het nu eerst moeten doen met talent uit de regio. ‘Dat is ook een kans natuurlijk, artiesten krijgen nu misschien wel de kans die ze al veel langer verdienen.’
De kans dat heropening van het nachtleven in ons land in eerste instantie ook lokaal gericht zal zijn is groot, omdat ook hier het vliegverkeer nog altijd overhoop ligt en reizen nog wel een tijdje taboe zal blijven. De kans dat straks programma’s zoals ze nu nog in de agenda staan door kunnen gaan, is klein. De Chinese markt leert dat het realistischer is om de agenda helemaal leeg te vegen en zodra dat weer kan een nieuw programma te maken, op basis van de randvoorwaarden die dan gelden. ‘Er zijn in China clubs open van allerlei soorten en maten’, zegt Kuklinski, ‘Kleine clubs, maar ook zalen die voelen als een Main Stage in de RAI, waar zomaar 5.000 mensen in passen. Maar met grote festivals zijn ze toch nog wat voorzichtiger. Dat is natuurlijk ook interessant om naar te kijken: welk land gaat zich er het eerst aan wagen?’
Kuklinski denkt niet dat zo’n festival er deze zomer gaat komen, heel misschien in Korea in de nazomer. Maar dan zou het ook wel eens heel hard kunnen gaan. ‘Het zou me niet verbazen als Azië straks een grabbelton wordt waar veel westerse artiesten dit najaar toch nog iets goed kunnen maken van hun verloren jaar. Aan de andere kant: de situatie is grillig, het kan ook zomaar zijn dat de Chinese overheid over een tijdje besluit: we hebben het geprobeerd, maar we gaan toch weer sluiten.’