Na wekenlang deprimerend corona-nieuws is het de hoogste tijd voor een vrolijke serie; een reeks verhalen over vreemde hits. Liedjes die vast niemand in zijn Top 2000 lijstje zet, maar die destijds razend populair waren. Liedjes die voor een glimlach zorgden of juist voor grote irritatie, of allebei natuurlijk. Aflevering 4: hoe Nederland massaal viel voor een boerenkoor uit Tuk.

Waar heb je het geld aan uitgegeven? Het is een impertinente maar logische vraag aan iemand die ooit, lang geleden, één hit scoorde. Geen lange carrière, maar één moment waarop alle puzzelstukjes op hun plek vielen. Een one hit wonder is als een meteoriet die voorbij schiet, en wie het overkomt zal achteraf denken: gebeurde dit nou echt? Waar Mannenkoor Karrenspoor het geld dat verdiend werd met hun megahit 'Mooi Man' aan uitgaf? Nou ja, zoveel geld was er niet, want al te veel optreden konden ze niet. Elke ochtend moesten gewoon de koeien gemolken worden. En bovendien waren ze met twintig man. Toch kochten ze met zijn allen één spectaculair voertuig: een luchtballon van 36 bij 47 meter in de vorm van een koe. 

‘Honderdduizend gulden’, zegt Henk Kranendonk. ‘Een koopje. Dat zat zo: een Canadees had hem besteld in Engeland, maar er was iets fout gegaan. Hij had de maat opgegeven in centimeters, maar ze hadden hem gemaakt in inches. Hij was dus tweeënhalf keer groter dan de bedoeling was. Sterker nog: het was een van de grootste luchtballonnen van Europa. Maar die man hoefde hem dus niet meer. Iemand zei: "Is dat niks voor jullie?" We hebben hem gekocht en zijn overal geweest met dat ding. We zijn zelfs een keer met dat ding in een boom blijven hangen.’

Probeer je even voor te stellen hoe die aankoop gegaan is. Het moet aan de bar besproken zijn in café de Karre in Tuk, de bakermat van het Mannenkoor dat begin jaren negentig Nederland veroverde. Tuk, dat ligt bij Steenwijk. En Steenwijk, dat ligt dan weer tussen Heerenveen en Zwolle. Café de Karre werd sinds halverwege de jaren tachtig gerund door Hein Kranendonk, de pa van Henk. ‘Mijn vader was een heel gezellige kerel, echt iemand bij wie je graag langs ging. Hij had het pand gekocht in 1985, een oude kruidenierswinkel. Er had ook een slijterij in gezeten, dus er zat een drankvergunning op. Hij begon er een café en een cafetaria.’

Jukebox

De Karre is een populair café bij jonge kerels (en af en toe een mooie griet) uit de regio, boeren en mensen op doorreis. Jong en oud, van alle rangen en standen. Muziek kwam er uit een jukebox met singletjes, maar die piepte en kraakte. ‘Er pasten tachtig singletjes in, maar ze wilden natuurlijk alleen de A-kanten draaien, dus waren er twee singles met de B-kant tegen elkaar geplakt. Dat was toch niet zo’n goed idee, op een gegeven moment begon dat ding te roken en ging hij stuk. Totdat er een nieuwe jukebox was werd de muziek gewoon aan de bar gezongen. Lange Willem de Vries kwam met de naam: ‘Het lijkt wel Mannenkoor Karrespoor!’

Toen café de Karre vijf jaar bestond en kroegbaas Hein en zijn vrouw ook nog eens hun 30-jarig huwelijk vierden, begon Mannenkoor Karrespoor langzaam tastbare vormen aan te nemen. Eerst kwam er een ode aan Hein: 'Wil-Hein-Mus'. Gewoon, zoals dat gaat, een lofzang op de melodie van een bekend liedje. ‘Hein Kraandonk van de Karre, ik lust alleen maar bier. Mien heufd is in de warre, daarom drink ik het hier.’ En niet veel later kwam het liedje dat uiteindelijk twintig weken in de top 40 zou staan: ‘Mooi Man’, naar de favoriete uitspraak van Hein Kranendonk en opgenomen met de huisband van de kroeg, The Backdoor Lovers. Alleen Bryan Adams - die zwijmelplaat uit de Robin Hood-film - verkocht in 1991 meer singles.

Hoe dat zo kwam? Eigenlijk heel organisch, in eerste instantie. Het doel was om één singletje te hebben voor de jukebox, maar de minimale afname bij de perserij was nu eenmaal 500 stuks. En dus kregen alle leden van het koor een stapeltje mee om te verkopen. Die waren binnen een week weg, en dus volgde een tweede oplage van 3.000 stuks, die ook al snel weg was, gevolgd door petten, stickers en T-shirts. Piratenzenders liepen de deur plat bij café de Karre, en platenmaatschappij Indisc - geleid door een van de Deurzakkers, maakte vervolgens de weg vrij naar de TROS radio in Hilversum. 

Hoe kan het dat een uit de hand gelopen kroeglied zo waanzinnig succesvol wordt? Hoe is het mogelijk dat een koor met boeren Hilversum verovert? Het is moeilijk te begrijpen, dertig jaar later, maar toch gebeurde het. Natuurlijk was er wel iets van historie als het gaat om boerenmuziek in Nederland, maar dan hebben we het toch vooral over Normaal. En Normaal, dat was tenminste nog ‘gewoon’ een rockband. Maar als je nu de oude beelden terugzoekt van Mannenkoor Karrespoor, zie je dat de appeal van dit zooitje stamgasten onmiskenbaar was.

Een van de mooiste momenten uit de korte nationale faam van het Mannenkoor is een optreden bij Sonja Barend, een tv-host die af en toe best pittig uit de hoek kon komen, maar die naast de Overijsselse zangers stijver dan stijf oogt. Het hele Mannenkoor zit bij haar in studio De Rode Hoed om het liedje ‘Stro-Race’ te zingen. Kijk vooral even goed naar de explosie van energie en enthousiasme die je op ziet veren als de mannen aangekondigd zijn. Ze springen allemaal tegelijk op en starten hun lied met een enorme aanstekelijkheid. 

Wiede piep'n

Nog mooier is het interview na afloop, als Sonja Barend de mannen – allemaal begin twintig – interviewt over het boerenleven, met een toon alsof het zevenjarige kinderen zijn. ‘In de stad is boer een scheldwoord’, stelt Sonja Barend. Waarop Foppe Hof antwoordt: ‘In Steenwijk vinden ze ons boeren. In Zwolle vinden ze Steenwijkers boeren. In Amsterdam vinden ze Zwollenaren boeren. En volgens de Amerikanen loopt iedereen op klompen.’

Ook mooi: Barend spreekt de mannen aan op die ene zin in hun liedje: 'Geef je leven zin, kom vrouwtjes word boerin!’ Het is een soort Boer Zoekt Vrouw avant-la-lettre, dat hele Mannenkoor Karrespoor. Na het succes van ‘Mooi Man’ worden de dames letterlijk met busladingen tegelijk aangevoerd in Tuk. Op zoek naar de charme van de echte boer eindigen ze niet zelden in de hooiberg. De grote charmeur van de groep is Erik Dingerdis, inderdaad de knapste van het stel. Hij wordt door de andere jongens naar voren geschoven om Sonja uit te leggen hoe het zit met de dames op het platteland. Die gaan namelijk allemaal studeren in de stad, en dan blijven ze daar plakken. 'Zou je wel een vrouw uit de stad willen?’, vraagt Sonja. ‘Nee’, antwoordt Erik. ‘Als ik zo’n meid zie lopen met een broek met van die wiede piep’n onderaan…’ ‘Met wat?’ ‘Wiede piep’n!’ Het kwartje wil nog altijd niet vallen. ‘Ja, hebben ze zo’n broek aan en bij de schenen complete gordijnen hangen. En als je wat vrijt, heb je al die verf op je gezicht, niks weerd. Geef mij maar gewoon een boerin met een spijkerbroek.’ 

Die no-nonsense mentaliteit en de jeugdige bravoure is natuurlijk de sleutel tot het succes van ‘Mooi Man’. Het is een kroeglied met branie, dat strikt genomen niet eens een echte one hit wonder is. Album Onbegriepeluk gaat goud en tweede single 'Lekker Op De Trekker' wordt zo'n boeren klassieker dat hij dertig jaar later dienst mag doen als vrolijk anthem van de grimmige boerenprotesten. Maar een echte carrière komt er niet uit voort. Daar hebben de boeren natuurlijk ook helemaal geen tijd voor. Het hooi moet immers nog naar zolder en waarschijnlijk moet er morgenvroeg om half vijf weer een kalf gehaald worden. Eén keer per jaar treedt het Mannenkoor nog op, en verder is het enige dat de mannen er aan overgehouden hebben is een rotonde in Tuk met hun naam.