Komend weekend staat Foals weer eens op een mooie spot op Down The Rabbit Hole. Still going strong, terwijl veel van hun generatiegenoten al verdwenen zijn. Maar Foals heeft nog genoeg te vertellen. Over vossen in Londen, over de loophole die Instagram heet en over de nieuwe generatie, die het ongetwijfeld allemaal veel beter gaat doen.

Het is een vroege herfstochtend en Yannis Philippakis is even klaar met de wereld. De wereld ook met hem, dus dat komt goed uit. De Foals zanger wordt wakker met een beurs brein, en terwijl hij zijn laptop open klapt, tuurt hij uit het raam. Zo is het dat hij in zijn ene ooghoek het opzetje ziet voor een nieuw nummer dat gitarist Jimmy Smith in Duitsland in elkaar heeft zitten draaien, in zijn andere ooghoek een vos die door zijn tuin scharrelt. Nu hoef je in Londen niet echt op te kijken van een vos in je tuin - op elke vierkante kilometer schijn je er achttien te kunnen vinden - maar het blijft een bijzonder fenomeen. De vos is wankel, ziet Philippakis, en hij laat de demo even voor wat het is.

De RSCPA - de Engelse dierenambulance - rukt niet uit voor een verzwakt exemplaar van het edele dier, zo blijkt na een kort telefoontje. Geef hem maar wat te eten, wie weet redt ie het. Meer kunnen we niet doen. Echt niet? Echt niet. Philippakis strompelt naar zijn koelkast en snijdt een stukje pepperoni af, en hij gooit het uit zijn raam.

Dan vestigt hij zijn aandacht weer op de muziek in zijn inbox. Het is een kalm pianostuk met uitwaaierende gitaarklanken en synths die wel matchen met zijn mood. Het wordt het laatste liedje op het nieuwe album van Foals: ‘I’m Done With The World (And It’s Done With Me)’, het slotstuk van een toegankelijk album met apocalyptische trekjes. ‘Het is alsof de ik-persoon in dat liedje een stap terug neemt’, vertelt Philippakis in de backstage van Paradiso, een uurtje voordat hij het podium op stapt. ‘Alsof ie uit zijn lichaam treedt en van een afstandje toekijkt naar die dode vos en de brandende herfstbladeren. Er zit een gevoel van verslagenheid, van eindigheid in het liedje, maar ook van hoop: boven ligt een kind te slapen.’

Strijd tussen mens en dier

Vossen horen natuurlijk niet thuis in de stad, maar ze zijn er wel. Taaie beesten zijn het, die zich in leven houden met ratten, vogels en afval. Je kunt ze koesteren, maar niet iedereen is blij met ze, vertelt Foals-toetsenist Edwin Congreave zittend naast Yannis, die een koppeltje achter in zijn tuin heeft wonen. ‘Ik groet ze altijd, ze herkennen me. Een tijdje terug hadden ze pups. Nee, voeden doe ik ze niet, dan worden mijn buren laaiend.’ De vos zijn symbolen geworden van de strijd tussen mens en dier. Of beter nog: van de natuur die zich aanpast aan de oprukkende mensheid. ‘Ik woon een wijk met veel van die oude Victoriaanse boogconstructies’, zegt Yannis Philippakis. ‘Als je daar ’s avonds laat onderdoor loopt zie je ze regelmatig weg schieten. Het voedt mijn fantasie, mijn gedachten dwalen dan af naar een tijd waarin de stad uit de grond gestampt werd; bouwen, bouwen, bouwen. Er was een momentum, er werd echt naar iets toe gebouwd. Het resulteerde in de stad waar wij nu in wonen.’

Van die oude idealen, van het optimisme van het Britse rijk, is anno 2019 weinig meer over. We hebben de Brexit, en de dag voor het interview is Engeland weer eens laatste geworden in het Eurovisie Songfestival. Het trotse, onafhankelijke Engeland is het lachertje van Europa geworden. ‘Het idee van het Britse rijk groeit in de hoofden van mensen, juist door alle problemen die het land dwars zitten’, zegt Yannis Philippakis, die zelf uitstekend in staat is als buitenstaander naar zijn land te kijken. Hij werd geboren uit een Joodse moeder en een Griekse vader, en de geschiedenis van die twee culturen maakte hem naar eigen zeggen zeer bewust van de eindigheid van samenlevingen. Dat vertelde hij vier jaar geleden al bij het verschijnen van het vierde Foals-album What Went Down, en zijn verwachtingen over het uiteenvallen van de westerse wereld werden sindsdien alleen maar bevestigd.

Foals zelf dreigde in de tussentijd ook uiteen te vallen. Bassist Walter Gervers liet begin 2018 weten de band te verlaten, na twaalf jaar trouwe dienst. Tijd voor iets anders, voor een normaal, volwassen leven. Even dreigde het doek voor Foals te vallen, want natuurlijk gingen de andere bandleden ook nadenken. Foals stamt uit de Britpopgolf van tien jaar geleden. Ze debuteerden ongeveer tegelijk met bands als The Maccabees, Friendly Fires en Klaxons, allemaal groepen die inmiddels allang weer verdwenen zijn. Inmiddels zijn ze de dertig gepasseerd, en dan is het legitiem om jezelf af te vragen of je je leven nog eens op zijn kop wilt zetten met zo’n albumcyclus en wereldtour. Maar de overgebleven Foals leden hadden het gevoel nog te veel te vertellen te hebben, zegt Yannis Philippakis. Hij vindt dat Foals creatief nog altijd op een piek zit, en dat klopt wel. En dus begonnen de vier aan een nieuw album, dat uiteindelijk zelfs een dubbelalbum wordt. Het eerste deel van Everything Not Saved Will Be Lost is er al, het tweede verschijnt in september.

‘In het begin concentreerden we ons vooral op de muziek’, vertelt Philippakis, ‘de thema’s en teksten kwamen pas later. Ik ben op een heel andere manier gaan werken. Vroeger nam ik vaak ideetjes op een cassettedeck of een looppedaal op, en dan was het soms verdomd moeilijk het goede idee dat ik vastgelegd had opnieuw op te nemen. Nu werkte ik voor het eerst op de computer, en veel van die eerste versies hebben we uiteindelijk ook gebruikt.’ Edwin Congreave: ‘Waar we bij eerdere albums eerst een tijdje jamden en pas als het liedje af was begonnen met opnemen, hebben we nu alles direct opgenomen.’

Twee keer zo jong

De titel van het duo-album heeft ook al iets apocalyptisch. Hij is afkomstig uit een zombie-roman van de Amerikaanse schrijver T. Michael Martin genaamd The End Games, al geeft Philippakis ruiterlijk toe dat boek niet gelezen te hebben. Niemand in de band, om eerlijk te zijn. ‘Ik heb het van de meme waarin die slogan elke keer opdook. Het is een jeugdboek, toch? Wij zijn toch helemaal niet meer jong, man!’ En toch matcht het idee van die roman wel met wat Foals ermee wil zeggen. In The End Games wordt de apocalypse voorgesteld als een soort spel, waarin niemand weet of je er nu echt dood aan kan gaan of niet. Enter: het andere belangrijke thema van het album: de invloed van technologie en social media op onze levens.

‘Ik zit in een loophole van Amerikaanse trap’, vertelt Yannis Philippakis. ‘Ik ben op een bepaald moment rappers als NBA Youngman en Lil Pump gaan volgen, en nu weet ik alles over wat ze doen. Het begon met mijn interesse in oude mannen hiphop, Wu Tang Clan, dat soort dingen. Van de ene klik naar de andere kwam ik in het zwarte gat terecht, en nu zie ik elke keer als ik mijn Instagram open Lil Pump dollarbiljetten in de lucht gooien in een privéjet. Ik voel me een beetje opgesloten.’ ‘Ik heb ook zo’n bubbel, maar dan met amateur striptekenaars’, zegt Congreave. ‘Er is een hele scene van op Instagram, met van die strips zoals je ze ook in de krant tegenkomt. Soms is er een heel goed, maar de meeste zijn heel slecht. Ik heb de Instagram app - niet mijn account - inmiddels verwijderd van mijn telefoon.’ ‘Het is allemaal zo verslavend’, zegt Philippakis. ‘Ik kan mezelf echt haten als ik erover nadenk. Hoe ik elke avond mijn vriendin welterusten kus, we ons met de ruggen naar elkaar toe draaien en je vervolgens nog een half uur een blauwe gloed aan weerszijden van het bed ziet. Ik was een late adopter met smartphones. Ik wilde graag boeken lezen, in mijn dagboek schrijven, tijd hebben om na te denken. Maar ik heb de strijd - in elk geval tijdelijk - toch verloren.’

Het fascinerende aan Foals - en specifiek aan dit album - is dat de muziek ondanks al die serieuze thema’s niet loodzwaar voelt. Het nieuwe album leunt wat meer op de groove dan op gitaarhooks, en in de poëtische vertolking van Philippakis’ zorgen over het klimaat en de duistere kant van technologie schuilt toch ook vaak schoonheid. En hij ziet lichtpuntjes, al zijn die vooral te vinden bij de volgende generatie. Ook dat dertigersbesef zit namelijk stevig beklonken in Foals. De nieuwe generatie komt er niet aan, die is er al. En ze zouden het wel eens beter kunnen doen dan zij. Congreave: ‘Er komt vast een generatie die smartphones veel efficiënter gebruikt dan wij, als een soort superpower.’

‘Die nieuwe generatie is er inderdaad al’, zegt Philippakis. ‘Neem zo’n Greta Thunberg, voortrekker van de golf klimaatdemonstraties. Zij is 16, twee keer zo jong als wij.’ Edwin: ’Ik gun ze de wereld, die nieuwe generatie. Ik hoop dat ze de boel overhoop kunnen trekken.’ Yannis: ‘Waarom er nu ineens een generatie opstaat terwijl we twintig jaar geleden ook al wisten dat het de verkeerde kant op ging? Ik weet het niet. Het voelt nu urgenter, het is als huiswerk dat je maar uitstelt en uitstelt tot je op de laatste avond denkt: als ik nu niet aan het werk ga, is mijn toekomst naar de knoppen. Er is een kritische massa van besef ontstaan dat we nu moeten ingrijpen. Ik ben benieuwd of wij straks de schuld krijgen. Onze generatie is het breekpunt. Jullie waren de passieve generatie, die tevreden was met zichzelf en niets deed. Of die beschuldiging terecht zou zijn? Dat zou best eens kunnen.’