Kevin Morby begon als bassist van indiefolkband Woods en later werd hij zanger/gitarist in het meer punky The Babies. Sinds 2013 opereert hij onder eigen naam en deze week verschijnt zijn vijfde soloalbum, Oh My God, een religieus werk zonder kerk.

Het is een vlijtige baas, die Kevin Morby (31). Vijf albums en een handvol singles in zes jaar tijd is topsport. Je zou verwachten dat iemand die er zo hard aan trekt ook een beetje op de concurrentie let. ‘Ik? Nee, daar houd ik mij niet mee bezig. Ik heb geen idee wie in deze periode nog meer muziek uitbrengt.’ De nieuwe van Amanda Palmer, The National, Foxygen of The Mountain Goats? Het gaat allemaal aan hem voorbij. Morby heeft niet veel op met de waan van de dag. 'Ik weet alleen wat mijn vrienden uit de buurt uitbrengen.' Hij leest geen muziekblogs en luistert niet naar de radio. Zijn eigen muziek klinkt degelijk, tijdloos. Net zo tijdloos als het werk van Lou Reed, Bob Dylan en Nina Simone. Hij noemt hen altijd graag; ze omkaderen het oeuvre van Morby. Het experiment zoekt hij niet snel op. 'Als ik mijzelf de ruimte gun om iets nieuws te doen, zou ik eerder een roman schrijven.'

Kevin Morby, de troubadour uit Kansas die niet kon aarden in New York en ook niet aan de Amerikaanse westkust, en die onlangs besloot terug te keren naar zijn geboortegrond in het hart van de Verenigde Staten. 'Misschien is het voor een ander claustrofobisch, zo in het centrum van het land, maar voor mij voelt het veilig. De eerste keer dat ik naar de kust vertrok, dacht ik dat ik van de aarde af zou vallen, haha.' In Kansas werkte Morby af en aan aan de veertien nummers die op Oh My God staan. 'De albums hiervoor gingen over het leven aan de kust, maar Oh My God gaat over het leven in de lucht, ver boven de wolken,' vertelt Morby nu. 'Het is een conceptalbum geworden.' Hij benadrukt het woord conceptalbum, om er zeker van te zijn dat het de andere kant van de tafel haalt. 'Je kunt een album uitbrengen dat niet meer is dan een verzameling liedjes, of je kunt alle nummers rond een thema kneden. Oh My God is een conceptalbum geworden dat bol staat van religie zonder godsdienstig te zijn.'

Kapstok

Het brengen van een mooi, rond verhaal op een album is voor Morby een halszaak. 'Ik benader een album als een roman. Ik hou van fictie en ben eraan gewend alles rond een groter thema te vormen.' Voorganger City Music (2017) verhaalt over de eenzaamheid in de grote stad, terwijl Singing Saw (2016) juist weer over de rust in de buitenwijken gaat. De twee albums haken prima in elkaar en vormen samen een geheel.  

De kapstok waaraan Morby de veertien songs heeft opgehangen, is de uitroep die achter de titel schuilgaat: oh my God. 'Die drie woorden dragen zo ongeveer alle emoties in zich: woede, verbazing, blijheid, geluk, liefde.' Morby, opgegroeid als niet-praktiserend methodist, speelt graag met het gegeven religie. Altijd sijpelt er wel iets door in zijn werk. Nu dus ook weer, met titels als 'No Halo', 'Hail Mary' en 'O Behold'. Ook het geluid dat hij voor het album koos, hint naar gospel, zoals zijn helden Bob Dylan, Leonard Cohen en Nina Simone dat ook zo mooi kunnen. Vaak met een minimale begeleiding van alleen congaís, orgel en gitaar houdt hij het palet bewust klein. Af en toe is het geluid rijker en gaan alle schuiven in de studio open, maar altijd beheerst. Morby vindt de flirt met God belangrijk. 'Als het goed is vind je zoín flirt altijd terug in boeken, films en andere kunst. The Mountain Goats hebben ooit een mooi religieus album gemaakt, The Velvet Underground en Neutral Milk Hotel ook. Als dat er niet in zit, is iets voor mij leeg, inhoudsloos.'

Verdriet

Het zaadje voor het geluid van Oh My God werd geplant in 2016. City Music was net klaar, maar lag nog niet in de winkel en Morby ging een paar dagen de studio in om met producer Sam Cohen uiting te geven aan het verdriet dat volgde op enkele verwoestende aanslagen, waaronder die in het Parijse poppodium Bataclan. In 'Beautiful Strangers' duikt voor het eerst Morby's wanhoopskreet 'oh my god' op. Ook het kleine, bescheiden instrumentarium is hier voor het eerst te horen. 'De resterende tijd in de studio gebruikte ik om op eenzelfde manier enkele andere nieuwe nummers op te nemen.' Ze zijn drie jaar later nagenoeg onveranderd op Oh My God terechtgekomen, vertelt Morby.   

Kevin Morby, de onthechte jongen die zijn school niet afmaakte en maar niet kan aarden. Hij voelt zich thuis in de lucht, zegt hij, 'ondanks een gezonde portie vliegangst. Als we op tournee zijn, vlieg ik geregeld. Dan kan ik mij op een goede manier heel erg alleen voelen en heb zo wat privacy. Op dat moment werk ik graag aan mijn muziek.' Of hij de komende jaren God steviger zal omarmen, valt nog te bezien. Hij is bang ooit wedergeboren wakker te worden. 'Maar dan moet ik misschien eerst in een midlifecrisis terechtkomen.'

Oh My God verschijnt 26 april op Dead Oceans, Konkurrent