Zonde, zonde, zonde. Die gedachte overheerste toen een jaar geleden het succesvolle duo Yussef Kamaal uit elkaar ging. Ze waren misschien wel de spannendste Engelse jazz-act in 15 jaar, het Britse antwoord op artiesten als Thundercat en Kamasi Washington. Net als die Amerikanen brachten ook deze twee jazz met twee voeten in de hiphop. Ze gaven een nieuwe twist aan het besmet geraakte begrip ‘fusion’ door stoer, strak en compact te klinken. En toen stopten ze er dus mee. Maar al te lang duurde het rouwproces niet. Kamaal Williams - de toetsenist - voldeed gewoon aan zijn verplichtingen op Best Kept Secret. En nu is er zijn solodebuut: The Return.
Hoewel hij dus nooit echt weg was, voelt het kennelijk toch ook voor hem als een terugkeer. Of nou ja, draait hij er even omheen: ‘Ik zie mijn muziek als films. Het is de terugkeer van die oude, roestige detective die nog een keer een mysterie op moet lossen. Het is de Return Of The Dragon van Bruce Lee, het is de Return Of The Jedi.’ Om vervolgens toch maar toe te geven dat het een antwoord is op de verwachtingen die mensen hadden. ‘Mensen zeiden: je bent klaar. Dat gaat je nooit lukken. Jij gaat nooit meer met zo’n goede plaat komen. Veel mensen twijfelden aan me, van mijn agent tot mijn vrienden. Maar dat motiveerde me om dit album te maken. Mede dankzij mijn bandgenoten, met wie ik al jaren speel maar die sinds dit album als familie voelen.’
Een van de meest opvallende boekingen op Lente Kabinet dit weekend is jazz-toetsenist Kamaal Williams. Zelf vindt de Brit het echter totaal niet gek. Hij is maatjes met headliner Motor City Drum Ensemble en met het Londense muziekwonder Gilles Peterson. ‘En bovendien benader ik onze liveset als een dj.’
Kamaal somt ze op: McNasty, drums, uit Hackney, Noord Londen. Pete Martin op bas, uit Tottenham. En Richard Samuels, sound engineer, West Londen. Twee dingen die opvallen: de vier leden vertegenwoordigen alle hoeken van Londen, en Williams noemt zijn geluidstechnicus nadrukkelijk als bandlid. Over die band: ‘Richard heeft een rol gespeeld bij letterlijk elk stuk muziek dat ik ooit opgenomen heb’, zegt hij. ‘We zijn een kwartet, ook al zie je maar drie muzikanten op het podium.’
Ik heb maar een kleine band, in eerste instantie puur uit budgettaire overwegingen. Als je met meer dan drie muzikanten tourt, wordt het meteen duur. Ik heb geen groot label dat geld op tafel kan leggen, maar wel heb kinderen om te voeden, ik moet overleven. In die zin is het ‘voor me’ besloten. Maar de Braziliaanse band Azymuth liet zien hoe goed je een trio als vijf, zes muzikanten kan laten klinken. Het geheim? De sound. Het gaat om hoe je je drumkit stemt, om wat je speelt op de toesten. Ik heb bij ieder optreden vier keyboards bij me, ik moet net doen alsof ik vier handen heb. Pete gebruikt ook allerlei effecten over zijn bas. Een die hem laat klinken als een lead guitar, een die de sound van een synth geeft. We experimenteren veel met dat soort dingen.’
Het resultaat is iets dat vaak jazz genoemd wordt, maar het eigenlijk niet echt is. Het album begint met een islamitische groet (‘Salaam’) en bevat ook nog een ode aan zijn tweede thuis Marrakech (‘Medina’), maar boven alles is het ‘A London Thing’, zegt Kamaal zelf. Een smeltkroes van allerlei soort zwarte muziek die in de straten van ‘zijn’ stad rondzingen, van grime tot funk tot jazz. Zijn stad die hij omschrijft als ‘genadeloos, stoer, hard, snel, en prachtig. Maar vooral: thuis’. Het album verschijnt op zijn eigen label dat Black Focus heet, net als het enige album dat hij met Yussef Kamaal maakte. Het titelnummer ‘The Return’ is bovendien een interpolatie van Yussef Kamaal’s grootste hit ‘Strings Of Light’. En daarmee trekt Kamaal Williams de legacy van zijn oude band duidelijk naar zich toe. Hij kan het niet duidelijk genoeg stelde: ‘Ik heb Yussef Kamaal opgericht’.
Die naam Black Focus moet je overigens niet per se zien in de lijn van Black Panther of Black Skinhead en al die andere afro-centrische meesterwerken die de afgelopen jaren vanuit Amerika onze kant op kwamen. Al was het maar omdat Kamaal Williams helemaal niet zwart is - hij is mixed Chinees-Engels. Nee, de verklaring voor die naam is eigenlijk veel simpeler, en toch minstens zo veelzeggend. ‘Het is mijn auto, een zwarte Ford Focus. De eerste auto die we als band gebruikten om Engeland door te crossen. Als we dan bij de venue waren, belden we altijd even. Hoe herken ik jullie, vroegen ze dan. En dan was altijd het antwoord: the black Focus. Nee, het is geen bandbus, gewoon een personenauto. Een auto van tienduizend pond die iedereen zich kan veroorloven. Iedereen kan dromen van een Ferrari of een Lamborghini, maar het gaat erom dat je focus hebt.’