Als een vlieg op de muur voelde hij zich. Meegenomen door de grote Brian Eno belandde hij in de vreemde wereld van de wereldsterren van Coldplay. De band rond Chris Martin was op dat moment de allergrootste Britse act van het moment, maar na twee succesalbums voelde de derde een beetje stroef aan. Alsof de rek eruit was, alsof er geen lol meer in zat. Wat doe je dan? Dan vraag je Eno om hulp. Eno, ooit begonnen bij Roxy Music en uitgegroeid tot meesterproducer van onder meer U2, Talking Heads en David Bowie. Zijn belangrijkste bijdrage aan Coldplay’s Viva La Vida: het doorkruisen van alle vaste patronen. Zo stuurde Eno rustig Chris Martin een weekje naar huis en bracht hij een onbekende elektronica-wizard binnen: Jon Hopkins.
‘Het is in tal van opzichten belangrijk voor me geweest’, zegt de kalme Brit. Hij oogt onopvallend en vriendelijk. ‘Niet alleen dat ik de kans kreeg om met mainstream artiesten te werken, maar ook mijn eigen creatieve proces ging op de schop. Ik werkte altijd heel precies en netjes, maar Eno creëert super snel en instinctief. Hij houdt er niet van eindeloos met verschillende versies in de weer te zijn. Liever vangt hij de inspiratie direct. Voor Coldplay was dat het antwoord op de steriele plaat vol overdubs, maar het was ook precies wat ik nodig had.’
Je hebt in het nachtleven mensen die eruit zien alsof ze zelf hoogstpersoonlijk elke nacht het licht uitdoen, en artiesten die uitstralen dat ze op een glaasje water de kunst vooruit proberen te helpen. Jon Hopkins behoort duidelijk tot de tweede categorie. En toch krijg je uitgerekend van hem een relaas over psychedelische trips. Maar wel met een omweg.
Uit zijn schulp
Hopkins’ eigen doorbraak moest toen nog komen. Hij begon als begin-twintiger als studio-muzikant, tourde even met Imogen Heap, en zijn debuutalbum Opalescent uit 2001 had hem iets van een eigen carrière gegeven. ‘Ik had het gevoel dat ik lekker bezig was, maar mijn tweede album deed helemaal niets. Geen negatieve reacties, er luisterde gewoon helemaal niemand naar. Op dat moment dacht ik: ik moet het echt anders aanpakken. Ik moest mensen leren kennen, om te beginnen. De enige mensen die ik kende waren mijn manager en de mensen van mijn label.’
Uit zijn schulp dus. En dat was een fundamenteler stap dan je zou denken. Want rond de eeuwwisseling werd Jon Hopkins geplaagd door een mysterieuze aandoening, het chronisch vermoeidheid syndroom. Het legde hem zes maanden volledig plat. Hij ging weer bij zijn moeder wonen en voelde zich totaal uitgeput. ‘Het is een hormonale aandoening’, zegt Hopkins, ‘En het ontstaat doordat al je spieren voortdurend getriggerd worden, tot het moment dat ze volledig uitgeput zijn. Het heeft een sterke mentale component, maar een depressie is het niet. Al wordt het daar vaak mee in verband gebracht. Maar het enige waar je je depressief over voelt, is je ziekte. Ik moest dingen veranderen om het de baas te worden, dus ik besloot te gaan mediteren. En dat was een keerpunt in mijn leven. Je kunt op verschillende manieren met tegenslagen omgaan. De beste is er iets van te leren. Ga je je tekortkomingen haten, dan maak je het alleen maar erger.’
Hopkins herstelde van zijn aandoening en vlocht de overblijfselen ervan door zijn werk. Met name zijn album Immunity uit 2013 deed het enorm goed. Hopkins werd een van de meest gevraagde live elektronica acts in het festivalcircuit en aan het eind van de van de rit kon hij in zijn thuisstad Londen een zaal met 5.000 mensen vullen. Maar was natuurlijk ook slopend. ‘En dus zocht ik naar nieuwe sessies. Ik kampte met insomnia. Wat op zich natuurlijk niet ongebruikelijk is voor dj’s en producers die veel reizen, dwars door alle tijdzones gaan en vaak ook nog ’s nachts optreden. Maar ik stuitte op meditatiesessies die het brein in een diepe rust brengen. Met een sessie van twintig minuten kun je twee gemiste slaapcycli goedmaken.’
The Ice Man
Nu bestudeert Hopkins allerlei manieren om tot zijn innerlijke kern te komen. Zo betuigt hij zich groot fan van de Nederlander Wim Hof, ook bekend als The Ice Man, die met zelf ontwikkelde ademhalingstechnieken extreme kou kan doorstaan. ‘Hij leert hoe je pijn om kunt zetten in iets anders’, zegt Hopkins. ‘Ik sta tegenwoordig elke dag op met een ijskoude douche. Als het kan ga ik in een meer zwemmen. Je moet dat langzaam opbouwen. De eerste keer slaat je lichaam totaal op hol, je kunt je adem niet controleren, denkt dat je gek wordt. Maar je kunt jezelf er langzaam maar zeker in trainen. Ik kan het iedereen aanraden, je voelt je na afloop helemaal geweldig.’
Het lijkt haast wel of we steeds verder afdrijven van de intensiteit van de club, van de zweterige adrenaline en de hyperfocus die opgewekt wordt door middelen als alcohol en drugs. Maar voor Jon Hopkins liggen die dingen juist dicht bij elkaar. En wie bijvoorbeeld na een intense clubnacht wel eens een hele dag in een wellness heeft doorgebracht weet dat clubben en ontspanning als zwart en wit zijn, maar wel tot hetzelfde kunnen leiden. ‘Je bent in beide gevallen volledig gefocust op het ’moment’, je kunt eigenlijk aan niets anders denken dan dat.’
En zo zijn we uiteindelijk toch beland bij een psychedelische trip, die de inspiratie vormde voor ‘Luminous Beings’, de spannendste track op Hopkins’ nieuwe album. Het is een track van ruim tien minuten die allerlei verschijningsvormen aanneemt, en die corresponderen met verschillende fases van een trip. ‘Ik ging naar een psilocybin retraite in de buurt van Amsterdam. Je zit dan in een groep met tien personen en getrainde therapeuten, die je begeleiden bij een gezamenlijke trip met organische middelen. Het is geweldig. Ze werken met op planten gebaseerde middelen die al duizenden jaren gebruikt worden. Al uit de oudheid kennen we tekeningen van magic mushrooms, maar in de laatste eeuw is het enorm taboe geworden. Je merkt dat nu een herwaardering gaande is, bijvoorbeeld door therapeuten die experimenteren met mdma of andere middelen bij depressies of terminale ziekten. Het is natuurlijk niet voor iedereen geschikt, en ik promoot zeker geen zelfmedicatie, maar juist onder goede begeleiding kan het geweldige resultaten opleveren.’
‘Luminous Beings’ klinkt dan ook als Hopkins op zijn meest vrij en geïnspireerd. ‘De compositie beweegt vanuit de chaos en verwarring in het begin naar de helderheid. Dit was de ervaring die ik zelf had. De muziek keert nooit terug op een punt waar het eerder al was, er volgt steeds iets nieuws. Die neiging had ik in het verleden wel vaak, herhaling zoeken. Maar dit is hoe ik nu wil werken: altijd focussen op de volgende stap.’