‘De echte officiële show is afgelopen! De show voor de mensen die wilden zingen, de show voor de mensen die hits wilden horen. Als je dit mooi vond, en je wil geen harde muziek horen? Dan kun je beter naar huis gaan!’ En even later: ‘Al m’n zieke mensen moeten naar het midden! Al m’n virale mensen moeten naar het midden!!!’ De popster brult het in de microfoon met zijn allerlaagste bromstem. Zijn zijdezachte stem is hij ergens gaandeweg de afgelopen anderhalf uur verloren, maar hier staat ook Ronnie Flex helemaal niet meer. Dit is Nori, dit is Flonti Stacks, dit is Sneuvie de legende, dit is de man die de drankstand zo’n beetje heeft uitgevonden, vervolgens een pil popte en transformeerde in een kwaadaardige superheld. Hij wil kolkende moshpits, hij wil sitdowns, hij wil dat de AFAS Live ontploft. En dat weet hij ook te bewerkstelligen, hoewel de tribunes inmiddels verlaten zijn en de vloer nog maar halfvol is. Supermaf, terwijl hij net nog voor een bomvolle zaal stond. Zo eindigt het concert van Ronnie Flex op de meest chaotische, verwarrende en komische manier denkbaar met een halfuurtje trap. Beginnend bij ‘4/5’, via een nieuw nummer van zijn aanstaande album 8, uiteindelijk eindigend met ‘Opgekomen’.
Dan hebben we er echter al een ontzettend scherpe, strak geregisseerde show op zitten. Gevoelsmatig zijn grootste eigen clubshow ooit, hoewel Flex in 2016 ook al eens in Ahoy stond en eerder dit jaar op de Pinkpop-mainstage. Dit moet als een moment voelen voor ‘m: er is immers geen Nederlandse artiest die zo knap weet te balanceren tussen de mainstream en de underground. Enerzijds kan hij gerust een Bløf-cover uitbrengen, streamingrecords verbreken, een CoolCat-kledinglijn beginnen en hits scoren met Famke Louise en Maan, anderzijds bracht hij dit jaar vanuit het niets een trap-mixtape uit met jongens als Leafs, Jacin Trill, Bokoesam en Winne. Ja, en Rémi is de mooiste hiphop-plaat van zijn generatie. Deze ramuitverkochte show voelt als het ultieme bewijs van zijn omnipotentie.