Hollywood-culticoon John Carpenter: "Ik heb me nooit gerealiseerd dat mijn muziek bestaansrecht had"

Soundtrackgigant maakt na veertig jaar solodebuut

Atze de Vrieze ,

Veertig jaar al maakt John Carpenter muziek, maar nu pas komt hij met een solo debuutalbum: Lost Themes. Natuurlijk heeft hij wel al een compleet oeuvre op zijn naam staan als filmregisseur en componist van soundtracks, met onder andere cultklassiekers als Halloween, The Fog en Escape from New York. ‘Ik heb er nooit bij stil gestaan dat mijn muziek bestaansrecht op zich heeft.’

Heel even blinkt zijn mes, en als het maanlicht op zijn gezicht valt zie je dat het verborgen is achter een bleek masker. Michael Myer, een psychisch gestoorde man die na jaren van opsluiting tijdens Halloween terugkeert naar zijn oude wijk, is een van de meest memorabele freaks uit de horrorgeschiedenis. De film Halloween uit 1978 was de definitieve doorbraak van regisseur John Carpenter, een Amerikaan met een kleurrijk en succesvol cult-oeuvre.
Elektronische experimenten
Als je anno 2015 naar Halloween kijkt, valt je extra op wat de wapens van regisseur Carpenter waren. Veel geld was er niet, dus voor special effects was nauwelijks ruimte. Natuurlijk, de basis is dat mes en de onverklaarbare bloeddorstigheid van zijn monster. Het feit dat halverwege de avond valt en in het donker nauwelijks ontsnapping mogelijk lijkt, helpt ook. Maar zijn meest effectieve wapen is toch echt de muziek, die je voor de eerste moord daadwerkelijk heeft plaatsgevonden al talloze keren rechtop in je stoel heeft doen zitten. Alsof de eerste steken niet van het moordwapen komen, maar uit een synthesizer.
 
Misschien wel het meest bijzondere aan het werk van John Carpenter is dat hij voor bijna al zijn films zelf de muziek maakte. In eerste instantie vooral uit budget-overwegingen, later uit gewoonte. Het moest effectieve muziek zijn, niet bedoeld om op zichzelf te bestaan, maar bijna veertig jaar later willen mensen het nog steeds horen. En nu Carpenter zich in Hollywood in rustiger vaarwater heeft begeven, kon hij zich storten op een eigen album, Lost Themes. Muziek die overduidelijk gerelateerd is aan zijn oude soundtracks. 
 
De laatste jaren is er opvallend veel interesse voor oude soundtracks, die inderdaad een unieke charme hebben. Eerder al was er een revival van de blaxploitation, low budget Afro-Amerikaanse actiefilms waarvoor de grootste sterren muziek maakten. Maar ook in andere cultgenres werd fascinerende muziek gecomponeerd. Vooral horrorsoundtracks hebben iets aantrekkelijks: de scores zijn uiteraard angstaanjagend, vaak behoorlijk grensverleggend en zonder dat dat ooit de bedoeling was enorm invloedrijk. Niet in de laatste plaats dankzij de elektronische experimenten. ‘Synthesizers waren in die tijd nog niet voor algemeen gebruik, ze waren duur en ingewikkeld,’ zegt John Carpenter. ‘Maar je kon wel met een enkel keyboard een orkestraal geluid creëren, en dat sprak mij alleen al budgettechnisch enorm aan.’
Groots maar niet pompeus
Engelsman Spencer Hickman is eigenaar van Deathwaltz Records, een vinyl-only label dat zich specialiseert in heruitgaven van soundtracks. Hij bracht recent muziek van onder andere Donnie Darko en Twin Peaks uit, maar ook die van obscure horrorfilms uit de jaren zeventig en tachtig, die een universum op zich vormen. Voor Hickman en zijn collega-liefhebbers is het oeuvre van John Carpenter zo’n beetje de heilige graal. Deathwaltz bracht de afgelopen jaren de ene na de andere soundtrack van zijn hand uit. Te beginnen bij zijn grote film Escape From New York, dieper gravend naar onder andere The Fog en Halloween. ‘Ik denk niet dat er een regisseur is met een hogere hitrate dan Carpenter’, zegt hij. ‘Alle films die hij van halverwege de jaren zeventig tot 1992 maakte, zijn enorm invloedrijk, en van de meeste maakte hij zelf de soundtrack. Een van zijn eerste scores, Assault On Precinct 13 uit 1976, wordt gezien als een klassieke electroplaat. De muziek was eenvoudig, kaal en repetitief. Zo liet hij ruimte om de film te laten ademen, maar ook de muziek zelf doet dat goed. Carpenter heeft ook altijd oor gehad voor de ontwikkelingen om hem heen. Als je al zijn scores na elkaar beluistert, hoor je duidelijk een ontwikkeling. Wat dat betreft vind ik Lost Themes ook echt geweldig: het is een logisch vervolg op alles wat hij eerder gemaakt heeft, groots maar niet pompeus.’ 
 
Volgens Hickman past de hernieuwde interesse in de filmmuziek binnen een trend. ‘Met de terugkeer van het vinyl, is ook de interesse in dit soort releases sterk gegroeid,’ vertelt hij. ‘Toen ik met Deathwaltz begon, was ik de enige, nu komt er elk half jaar een nieuw label bij. En vergis je niet, veel van die oude cultsoundtracks klinken nog helemaal niet gedateerd. De muziek van Zombie Flesh Eaters, een van mijn favorieten, had gewoon dit jaar uit kunnen komen.’ Dat niet alleen, er zijn talloze producers die zich laten inspireren door het specifieke geluid van de soundtracks. Zo is er het label Giallo Disco, waarop artiesten als Alessandro Parisi en Umberto angstaanjagende discotracks uitbrengen. Het label is een directe verwijzing naar de Italiaanse ‘giallo cinema’, low budget films met veel gore over zombies en kannibalen. Een paar jaar geleden werd het internet overspoeld door ‘witch house’ acts, obscure synthesizer-acts die gretig leenden uit de filmgeschiedenis. In Nederland bracht producer Dollkraut eind vorig jaar een album uit dat overduidelijk soundtracksporen bevat. Maar ook de grote mainstream dance-act Justice gebruikte een filmthema: hun bekende track Phantom uit 2006 is vrijwel helemaal gebaseerd op het thema van Tenebre, een horror-thriller van grootmeester Dario Argento, de Italiaanse evenknie van John Carpenter. 
Wetenschappelijk experiment
‘De muziek van veel van Argento’s films werd gemaakt door Goblin, een band uit Italië’, vertelt Carpenter. ‘Ik ben altijd groot fan van ze geweest, en hun soundtrack voor de film Suspiria was van grote invloed op mijn muziek voor Halloween. Ik kende ze destijds niet persoonlijk, ik heb Claudio Simonetti onlangs eindelijk voor het eerst ontmoet.’ Het kan geen toeval zijn dat Goblin tegenwoordig gewoon weer optreedt met de oude filmthema’s (Suspiria en Dawn Of The Dead worden in april uitgevoerd op het Roadburn festival in Tilburg), iets dat Carpenter voor zijn eigen Lost Themes alleen overweegt als iemand er genoeg geld voor neerlegt. Maar dat Goblin’s oude geluid impact heeft op dit nieuwe album, dat moge duidelijk zijn: je hoort in Lost Themes niet alleen de typische Carpenter-synths, onvast en spooky, maar ook ronkende progrock, inclusief grootse gitaarsolo’s. 
 
Goblin begon in de jaren zeventig als progrockband, om later meer de elektronische kant op te bewegen. Carpenter begon juist bij de elektronica. Dat was een dappere keuze. Halverwege de jaren zeventig was elektronische muziek zeer cutting edge. In de jaren vijftig en zestig vonden experimenten met synthesizers nog plaats in laboratoriums, door mannen met witte jassen (zie bv de legendarische opnames van Dick Raaijmakers in het Philips lab), halverwege de jaren zeventig waren het met name de Duitse krautrockers die synthesizers naar de mainstream brachten. Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar Kraftwerk scoorde een wereldwijde radiohit met de verkorte versie (nog altijd acht minuten) van Autobahn, en ook het surrealistische werk van Klaus Schulze stond gewoon in de platenzaak op de hoek. Hun muziek was buitengewoon populair, ondanks dat het mijlenver af stond van het radioformat van de drie-minuten-song met coupletjes en refreintjes.
 
‘Ik was erg onder de indruk van de Duitse groep Tangerine Dream,’ merkt Carpenter op. ‘Zij maakten in 1977 een fantastische score bij de film Sorcerer, een soundtrack die ik tot op de dag van vandaag draai. Ik hoorde in die muziek iets heel nieuws, maar tegelijk de oude bluesriffs. Dat elektronische muziek in die tijd eerder wetenschap dan pop was, klopt inderdaad. Zelf werkte ik in de studio van Dan Wyman, een professor elektronische muziek van de UFC. Hij had een studio vol met buizenversterkers, draden, synthesizers. De hoeveelheid tijd die het hem kostte om alles te installeren en stemmen, was gigantisch. Ik had daar in die tijd geen idee van. We hadden budget om de studio een paar dagen te huren. Voor Halloween had ik precies drie dagen de tijd, voor Assault On Precinct 13 zelfs maar een dag.’
Charmante cultfilm
De tijdsdruk was enorm, maar dat was niet verwonderlijk. Heel Assault On Precinct 13 werd indertijd gemaakt met een budget van 100.000 dollar. Het is een charmante cultfilm over een losgeslagen bende die een politiebureau belegert. Een gewelddadige, grappige en mede door de muziek behoorlijk freaky film, die in 2005 zowaar een remake kreeg. Maar ook toen er meer budget - en dus meer tijd - kwam voor zijn films, bleef de muziek een haastklus, aldus Carpenter. ‘De eerste soundtrack waar ik serieus tijd in stak was Escape From New York, daar werkte ik een paar maanden aan. In het begin was het leuk, later helemaal niet meer. Je moet je voorstellen dat je na het schieten van een film eigenlijk al uitgeput bent, en niets lievers wil dan helemaal niets doen. In plaats daarvan moet je een compleet nieuw creatief proces starten.’
 
Die druk was er voor Lost Themes absoluut niet. Carpenter is inmiddels 66 jaar en in de nadagen van zijn carrière. Films maakt hij niet veel meer: in het nieuwe decennium verschenen er maar twee, en die werden niet al te best ontvangen. ‘Vroeger voelde ik een heilige drang om films te maken,’ zegt hij. ‘Ik wilde regisseur worden, en dat lukte. Nu ben ik daar minder mee bezig. Ja, ik doe nog wel projecten, maar het eindeloze werken, het elke dag om vier uur ’s nachts opstaan, dat trekt me niet meer zo. Lost Themes is ook helemaal niet zo tot stand gekomen. Ik was op een avond videogames aan het spelen met mijn zoon, zoals ik dat wel vaker doe. Ik ben gek op videogames. Na een paar uur zijn we naar de kelder gegaan om muziek te maken. Na een paar uur improviseren hielden we dertig minuten filmmuziek over, maar dan natuurlijk zonder de beelden. Het was heerlijk om te maken.’