Zomaar een nieuwtje in de Volkskrant op Valentijnsdag 2017: Franse katholieken vertrokken de afgelopen jaren met tientallen naar Rusland. Bang geworden door moslim-extremisme en criminaliteit in de grote steden strijken ze neer onder de veilige vleugels van de Russisch-orthodoxe kerk. In Moskou vormen ze een hechte gemeenschap, waar ze ‘veilig’ hun Franse psalmen kunnen zingen. Hun toelichting: ‘Rusland is een homogene natie’. Nadja Tolokonnikova lacht schamper. ‘Ze leren het ook nooit, die Fransen. Zelfs in Stalins tijd zagen sommigen Rusland als Het Beloofde Land. Nee hoor, er is niets homogeen aan Rusland, er is geen land waar mensen elkaar zo weinig vertrouwen.’
De bekendste punkband van de laatste tien jaar was eigenlijk een verzinsel. Een statement, een conceptueel kunstwerk. ’Eigenlijk waren we gewoon een nep-band’, aldus Nadja Tolokonnikova van Pussy Riot. ‘In een avondje in elkaar geflanst omdat we gevraagd waren een lezing over feministische punk te houden, terwijl dat in Rusland helemaal niet bestaat.’ Nu heeft ze er een vlammend boek over geschreven.
Nadja Tolokonnikova is in Amsterdam om te vertellen over haar boek ‘Pussy Riot: zo begin je een revolutie’, een biografie die ontstond tijdens - en grotendeels gaat over - haar tijd in een Russische gevangenis. Natuurlijk weet je wel hoe dat ging: samen met een paar andere meiden trok ze een felgekleurde bivakmuts over haar hoofd en zong ze in een belangrijke kerk in Moskou een haastig in elkaar geflanst pamflet dat ‘Punk Prayer’ heette. Ze deden het vaker, dat soort acties, en meestal belandden ze een paar uurtjes in de cel - een gecalculeerd risico. Het liefst planden ze hun actie ’s ochtends zo vroeg mogelijk, zodat ze na vier, vijf uur politiebureau ’s middags nog een keer konden toeslaan. En ach, wat hield dat toeslaan nu helemaal in: een paar liedjes spelen in de metro. Harde liedjes, onvriendelijke liedjes, maar toch. Ze deden ook ‘lieve’ dingen, zoals zoveel mogelijk agenten op de mond zoenen.
Maar dit keer liep het nogal verkeerd af. Het was de patriarch van de Russisch-orthodoxe kerk die zijn hotline richting president Poetin gebruikte, en zo katapulteerde het Pussy Riot proces tot een van de belangrijkste politieke vertoningen van de laatste jaren. ‘Ik ben geen held hoor’, zegt Nadja erover. ‘Wij waren helemaal niet van plan onszelf op te offeren. We waren een paar gekke mensen met gekleurde kousen op ons hoofd die een lied zongen zonder dat we gitaar konden spelen. Het sloeg nergens op, en ik kan nog steeds niet geloven dat ik er twee jaar voor in de gevangenis gezeten heb.’
Ze ziet er verrassend verzorgd uit. Heel anders dan we haar kennen uit de rechtszaal en de documentaire over de band die we eerder zagen. De haren strak zwart geverfd, haar gezicht gebruind, twee zwarte stippen onder haar ogen. Meest opvallend: meisjes-achtige schoenen met harten erop. En dat voor een dame die in haar boek korte metten maakt met de grenzen tussen man en vrouw. Zo bejubelt ze mannen die hun vrouwelijke kant durven tonen. ‘Ik bewonder mannen die hoge hakken dragen. Hoewel ze daartoe niet bij traditie verplicht zijn, doen ze het toch. Ze zijn mijn helden. Ik verbeeld me dat ze het doen ter ere van alle onderdrukte vrouwen in onze geschiedenis.’
Tegelijk spreekt ze met pure walging over de obsessie voor genreverschillen in Rusland. Over hoe je in de vrouwengevangenis verplicht bent deel te nemen aan schoonheidswedstrijden. Serieus, make-up, catwalk, alles. Doe je het niet, dan kun je je voorwaardelijke vrijlating op je buik schrijven. ‘Staat niet actief in het leven’, schrijven ze dan in je dossier. Walging ook over die ene dag dat er een mannelijke monteur in het complex kwam, een soort Coca Cola Light break momentje. ‘Een golf van vrouwenhonger rolt van achter in het atelier tot aan de deur waardoor hij binnenkomt en speelt mij van mijn stoel: kijk naar ons, jongens, je zult het met ons moeten doen. Het meisje naast me verschikt haar witte hoofddoek tot een lint in haar haar. Wat een klotezooi! Verdomde lul! schiet door mijn hoofd. Wat heeft die monteur wat ik niet heb? Een pik? Werkelijk waar?’
'Wat heeft die monteur wat ik niet heb? Een pik? Werkelijk waar?'
Het is feminisme in zijn meest bijtende vorm, maar ook met een heleboel humor. Het is haar belangrijkste wapen in de vreugdeloze gevangenissen, waar ongehoorzame gevangenen zonder pardon gestraft worden met ijskoude isoleercellen. Maar juist die combi van humor en scherpe statements maakt Tolokonnikova’s boek een heerlijk opruiend pamflet. Het is ook niet alleen een biografie, het is meer een instructie over hoe je zelf in opstand kunt komen tegen dingen die je niet zinnen, ongelijkheid tussen man en vrouw voorop. Het boek staat vol met gouden regels voor de moderne revolutionair. Om er maar een te noemen: ’Niemand vraagt je een held te zijn. Hou gewoon vast aan je overtuiging en herroep je woorden niet. Het is heel eenvoudig.’ Of: ‘Creëer een cultuur van revolte. Er zijn culturen van eten, van het kijken van films en het lezen van boeken. En er is een cultuur van revolte, het vermogen om lastige vragen te stellen, twijfel te wekken over kwesties en die te veranderen.’
‘Ik denk dat de Westerse wereld zich aangesproken voelde door dat soort onderwerpen’, verklaart ze de enorme hoeveelheid reacties die hun arrestatie opriep. In Nederland stond de directeur van Lowlands op de barricade, en zelfs Madonna sprak zich uit voor de Russische punkgroep. Gek eigenlijk, want er gebeuren in Rusland toch wel vaker dingen waar we ons kwaad over zouden kunnen maken? Tolokonnikova verkijkt zich er nog steeds een beetje op hoe groot de impact was van JUIST het feit dat ze zichzelf als punkband verkleedden. Chicks met bivakmutsen en drie-akkoorden-liedjes, het was simpelweg ‘cool’. ‘Eigenlijk waren we maar een nep-band’, zegt ze. ‘In een avondje in elkaar geflanst omdat we gevraagd waren een lezing over feministische punk te houden, terwijl dat in Rusland helemaal niet bestaat. Muzikale achtergrond? Ja, ik heb jarenlang muziekonderwijs genoten, maar dat betekent dat ik weet hoe je Bach speelt, niet The Clash. Ik beschouw mezelf niet als een muzikant, eerder als een conceptueel kunstenaar. Het maken van nep-kunst om iets over de wereld te zeggen vind ik een interessante vorm.’
Aandacht voor vervolgde Russen komt doorgaans niet vanzelf, vertelt Tolokonnikova. Na haar gevangenistijd heeft ze zelf een mediaplatform opgericht dat bericht over het justitieel apparaat in Rusland. Over de barre situatie in gevangenissen, die Tolokonnikova van dichtbij leerde kennen, en natuurlijk over de politieke processen. ‘Zo volgen we het proces rond Boris Nemtsov op de voet, een politicus die pal voor het Kremlin vermoord werd. Maar ook het verhaal van Ruslan Sokolovsky, een jonge YouTuber die nu in de cel zit omdat hij een Pokemon gevangen heeft in een kerk. Bizar toch? Ik voelde me verantwoordelijk voor die jongen, ook al wist ie wat ie deed: op de federale televisie was een item geweest waarin gewaarschuwd werd dat je opgepakt kon worden als je Pokemons zou vangen in de kerk. Die jongen zei: dit is bullshit. En dat is het natuurlijk ook.’
een jonge YouTuber zit in de cel zit omdat hij een Pokemon gevangen heeft in een kerk
Maar Pussy Riot gaat inmiddels niet meer alleen over Rusland. Nog voor de verkiezing van Donald Trump nam de groep een satirisch nummer op dat ‘Make America Great Again’ heet. Het lijkt in niets op de ruwe punk die ze in de Moskouse kerk speelden. Het is namelijk een bossa nova riedeltje. Ja, echt. ‘Ach ja’, zegt Tolokonnikova. ‘Wat is punk nou in 2017? Het heeft geen zin om alleen maar die drie akkoorden te herhalen. Punk bekent voor mij: jezelf en de wereld om je heen kritisch durven onderzoeken. Mijn doel is om elk nummer dat we maken weer anders te laten klinken. De ene keer als gitaarpunk, de andere keer als bossa nova, dan weer als een slaapliedje.’
'We moeten afstand nemen van dit negentiende-eeuwse denken en leren hoe we kunnen leven in de eenentwintigste eeuw zonder grenzen'
‘En waarom Trump? Wij waren sowieso al een jaar of drie van plan een keer te focussen op de verbanden tussen de Republikeinse partij in Amerika en de Russische conservatieven. In Rusland was Poetin de verpersoonlijking van alle conservatieve onzin, maar in Amerika had je niet zo’n duidelijke figuur. Ja, Sarah Palin misschien, maar die deed er al niet meer zo toe als in 2008. En toen kwam Trump. Op een bepaalde manier is ie dus een geschenk, als duidelijk symbool. Hij is natuurlijk knettergek, maar hij is ook het boegbeeld van een trend die al langer aan de gang is in Amerika en in Europa: rechtse politici nemen de macht over. Het is aan links om een nieuw verhaal over globalisatie te vertellen, want de huidige versie werkt voor veel mensen niet. Daarom grijpen ze terug naar de aloude natie-staat. Daarom sluit Europa zijn grenzen voor vluchtelingen en heeft Poetin de Krim geannexeerd. We moeten afstand nemen van dit negentiende-eeuwse denken en leren hoe we kunnen leven in de eenentwintigste eeuw zonder grenzen. De eenentwintigste eeuw is een eeuw van ideeën, niet van gesloten grenzen, prikkeldraad, vluchtelingenkampen en gigantische legers.’
Bij Tolokonnikova zat het activisme er als van jongs af aan in. Haar vader vertelt in het boek dat Nadja hem op vierjarige leeftijd al op strenge toon vertelde dat hij haar nooit ergens toe moest dwingen. ‘Ik weet niet meer precies wat de aanleiding was, maar ik begreep onmiddellijk dat het een verklaring van onafhankelijkheid was.’ Zelf zegt ze: ‘Ik zocht niet naar activisme; het activisme vond mij. Ik dacht nergens anders aan.’ Voor veel mensen werkt dat natuurlijk niet zo, maar de verkiezing van Trump lijkt in elk geval in Amerika iets veranderd te hebben, en ook in Europa broeit het. ‘Je hoeft jezelf hier niet eens op te offeren’, zegt Tolokonnikova. ‘Je kunt hier alles zeggen wat je wilt, allerlei creatieve acties verzinnen. Als jij slogans in de mooie vlakke velden van Nederland wilt neerleggen en daar vanuit een vliegtuig foto’s van wilt maken, dan kan dat gewoon. Het zou grappig kunnen zijn, en mooi. Je moet er ook niet te veel over nadenken. Je moet je gewoon durven uitspreken over waar je voor staat.’