Moses Sumney is zijn naam, en zijn show in het kleine bovenzaaltje van Annabel is zijn debuutoptreden in Nederland. Eerder dit jaar verscheen zijn prachtig vrije en jazzy folkplaat Aromanticism, en al daarvoor werd de 25-jarige Amerikaan naar voren geschoven door Sufjan Stevens, Solange, James Blake en Grizzly Bear. ‘Dit nummer gaat erover nog nooit te zijn gekust. Kortom: mijn leven’, zegt hij grinnikend, maar hij meent het wel: in zijn nummers bezingt hij een leven waarin hij geen enkel gevoel van verliefdheid heeft gekend. Waar zijn songs op plaat rijk zijn gearrangeerd met sierlijke strijkers, speelt hij live met twee muzikanten waarvan je je continu afvraagt hoe ze al die geluiden toch produceren: links zit een gitarist die soms een ambient-laag neerlegt, dan weer noisy uithaalt en dan weer zijn handen oprekt voor duizelingwekkende jazzakkoorden. En rechts nog eens een multi-instrumentalist die soms bas speelt, soms toetsen en soms een piepklein saxofoontje ter hand neemt, die hij continu vervormt en pitcht.
Ja, en dan Sumney zelf, die zijn stem telkens weer samplet en zijn looppedaal vooral gebruikt om een spookachtig nevel over zijn liedjes te draperen, zo organisch dat je het af en toe nauwelijks doorhebt. Met zijn kopstem klimt hij soepel jazzy toonladders op en af, en schiet hij duizelingwekkende hoogtes in. Hij speelt intieme liedjes die langzaam maar zeker opbloeien als je ze de aandacht geeft die ze verdienen. Maar goed: het publiek van REC is er ook om te dansen, en hoewel de mensen vooraan met natte oogjes aan zijn lippen hangen, wordt er achterin aardig doorheen geouwehoerd. Totdat Sumney ze krachtig tot stilte maant. ‘Ik heb hier een mes…’, zegt hij nadat hij een liedje stillegt, ‘als je iemand ziet die praat? Steek ‘m neer!’