Na een succesvol debuut vorig jaar, mag REC. dit weekend op herhaling. BAR, Transport, Annabel en zelfs Perron: de zalen rond de Biergarten staan twee dagen vol geboekt met alles tussen hiphop, dance en experimentele elektronica.

De formule van REC is in het tweede jaar ongewijzigd. Nog steeds vormen dance en hiphop de basis, met uitstapjes naar keiharde experimentele hoeken of juist de meer poppy kant. Het zijn uiteindelijk vooral acts die net wat verder kijken dan wat je nu op de radio of de grote festivals hoort. Ook ongewijzigd: productioneel heeft het festival het nog steeds lastig om het blokkenschema in stand te houden. In Perron staat de eerste artiest voor een lege zaal te draaien, omdat de deuren nog niet open mogen en begint !!! een uur te laat.

Als het festival al even op gang is, schalt opeens keihard de openingsriff van Black Sabbath’s ‘Iron Man’ door Annabel. Bontjas aan, tong uit de mond, vuist in de lucht: Danny Brown laat meteen zien hoe je een entree maakt. Tussen alle jazz, hiphop en dance die er vanavond geprogrammeerd staat, presenteert de rapper uit Detroit zich nadrukkelijk als rockster. Na een paar tracks verandert de grote zaal dan ook in een grote pit. Z’n beats vormen de perfecte brug naar het avondprogramma, waar de nadruk van experimentele elektronica, jazz en hiphop naar techno, house en disco verschuift. Het ene moment rapt Brown over lome boombap, dan weer over een ratelende Rustie-productie, en hij pakt net zo makkelijk de lompste drops uit EDM. Het echte maniakale waarmee hij doorbrak is er inmiddels wel af, maar als hij zijn typische afgeknepen stem zo af en toe even een octaaf naar beneden laat zakken schrik je alsnog. En nog altijd lijkt hij jaren voor te lopen op de rest.

Saba doet iets later het tegenovergestelde. Geen ongemak, geen pit: vooral veel zoete hiphop met een enorme grijns en puppy-ogen gebracht. Aan alles hoor je dat hij uit de Chicago-kliek rond Chance the Rapper komt. Gospel en soul zijn nooit ver weg in zijn zangerige manier van rappen. Hij lijkt nog niet helemaal te weten of hij nou over een bandje met zijn eigen vocals wil rappen of niet, maar het wachten lijkt nog slechts op de grote hit voor de doorbraak. Het publiek vergeeft hem alvast als-ie een enkele keer charmant stuntelt.

Saba op REC 2017

Eerder op de avond hebben de meer experimentele acts het lastiger. Bij synth-pionier Suzanne Ciani lijkt slechts een handje vol doorzetters het gereutel uit haar Buchla echt aan te kunnen, het duel tussen de duimpiano van Msafiri Ziwose en samples van Kypski zou op een iets minder rumoerige plek beter uitpakken. Grappig genoeg probeert R&B-zangeres Banks met een stel verkledende danseressen haar dunne popshow nog wat experimenteel en futuristisch aan te laten doen. Het is uiteindelijk vooral heel vermoeiend om naar te kijken. Kwartet BADBADNOTGOOD pakt uiteindelijk nog het makkelijkst de zaal in, zonder danseressen of iets van dat. Gewoon vier nerdy jazzgasten die grijnzend elkaar aankijken als de een weer een hiphopbreak inzet, of een dwarsfluitsolo uit z’n mouw schudt.

Msafari Zawose op Rec 2017

Het echte vuurwerk zit uiteindelijk in de nacht. Terwijl Answer Code Request het heropende Perron al vroeg volspeelt en de prullenbakken aan de zijkanten laat resoneren met kurkdroge kicks en synths die onder je huid krijgen, laat !!! zien de leukste bruiloftband van het moment te zijn. Een paar jaar geleden vulde de dance-punkband nog de grootste popzalen, intussen moeten ze het doen met een halfvolle Bar. En het kan dan ondertussen wel wat gedateerd zijn, met de ervaring die ze hebben laten ze het wel gewoon ontploffen. De zanger steelt de show. Zichzelf constant betastend, de microfoon achter in zijn keel, op de grond liggend en als het even kan zijn zweet over het publiek uit schuddend: alles voor de show.

Perron leunt op de eerste avond van REC haast vanzelfsprekend op lompe techno, maar BAR houdt het meer lichtvoetig. Hunee mag wel drie uur lang afsluiten met een zorgvuldig opgebouwde set, waarbij er in het eerste half uur maar vier tergend trage soulplaten langskomen, maar de piek van het festival zat net voor zijn set. Het is de lokale italo-held David Vunk die de nacht naar de twee uur durende climax brengt. In een klap zijn alle onhandigheden over acts die al begonnen zijn als de deuren open gaan of  juist een uur te laat starten, vergeten. In het piepkleine keldertje van Bar, met alleen wat licht van een stel knipperende tl-balken achter de booth, druipt het zweet al snel van de CDJ’s. Terwijl hij zijn joint doorgeeft aan de dansers op de eerste rij, schakelt Vunk onnavolgbaar over van Stippenlift en Faberyayo naar zagende acid, en van meezingers van Depeche Mode en Abba naar vergeten italo-klappers die je nog harder zou meezingen als je de tekst maar kon verstaan. Mooi dat op het festival met een focus op artiesten die grenzen oprekken en de hits van morgen schrijven, een set vol muziek uit de tijd dat keihard experiment en grote hits hand gingen, het hoogtepunt is.